Gepubliceerd op 29-06-2020

Koninklijk Besluit

betekenis & definitie

(KB) Deze staatsrechtelijke term komt op vele plaatsen in de Grondwet en de overige wetgeving voor. Hij is slechts de aanduiding van een bepaalde vorm van besluiten.

Artikel 47 van de Grondwet schrijft voor dat alle Koninklijke Besluiten door de Koning en een of meer ministers of staatssecretarissen worden ondertekend. De ondertekening door de Koning wordt wel seign genoemd, die van een minister of staatssecretaris contraseign. Met het contraseign geeft de minister of staatssecretaris aan dat hij de verantwoordelijkheid in juridische en politieke zin voor het besluit neemt. Deze kan niet op de Koning rusten, daar hij volgens artikel 42, tweede lid, van de Grondwet onschendbaar is. Of en in hoeverre een Koninklijk Besluit de wil van de Koning persoonlijk weergeeft, blijft voor de buitenwereld verborgen.Een Koninklijk Besluit kan inhoudelijk bezien diverse soorten besluiten inhouden, zoals een benoeming, een vergunning, de bekrachtiging van een wetsvoorstel.

Deze besluiten vallen alle onder het begrip beschikking, daar zij slechts op een concrete persoon of een concreet geval betrekking hebben. Een Koninklijk Besluit kan echter ook van regelgevende aard zijn en algemeen verbindende voorschriften bevatten. Voor de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften wordt meestal een bepaald type Koninklijk Besluit, Algemene Maatregel van Bestuur geheten, gebezigd (artikel 89 Grondwet). Voor dit type Koninklijk Besluit, ook wel groot Koninklijk Besluit genoemd, gelden zwaardere procedurele eisen dat voor het gewone Koninklijk Besluit, ook wel aangeduid als klein Koninklijk Besluit. Deze procedurele eisen bestaan hierin dat de Algemene Maatregel van Bestuur de ministerraad en de Raad van State moet passeren en in het Staatsblad moet worden geplaatst. Een klein Koninklijk Besluit wordt geplaatst in de Staatscourant. Een goede moderne term voor het Koninklijk Besluit zou regeringsbesluit zijn.

Slechts een enkel besluit van de Koning wordt niet gecontrasigneerd, en wel het besluit tot afstand van het koningschap (artikel 27 Grondwet) en de aanwijzing van een informateur of formateur tijdens de kabinetsformatie. Besluiten die de Koning neemt als hoofd van het Koninklijk Huis worden ook niet gecontraseigneerd. Hierin komt artikel 41 van de Grondwet tot uitdrukking: ‘De Koning richt, met inachtneming van het openbaar belang, zijn Huis in’. Deze besluiten noemt men koninklijke beschikkingen. Zij hebben vooral betrekking op de benoeming van leden van de hofhouding en het verlenen van onderscheidingen in een van de Huisorden.