Hofdignitaris die belast is met de leiding van het koninklijk staldepartement, het hofdepartement dat verantwoordelijk is voor het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis en de hofhouding. Of dat nu per paard, auto, rijtuig, vliegtuig, helikopter, bus of trein is.
De stalmeester is op Prinsjesdag en bij koninklijke huwelijken en begrafenissen verantwoordelijk voor de koninklijke stoet. Bij die gelegenheden rijdt hij op de schimmel Benito, het paard van de koningin. Hij is dan gekleed in groot gala, een tenue dat bestaat uit een rode jas met goudkleurig borduurwerk van lauriertakken en een crèmekleurige pantalon. Bij koninklijke bijzettingen draagt de huidige stalmeester het ceremonieel tenue van de Koninklijke Marechaussee. Aangezien de stalmeester tevens adjudant van de koningin is draagt hij aan zijn rechterschouder een goudkleurige nestel.In de 19e eeuw waren er naast stalmeesters ook onderstalmeesters. De functie van opperstalmeester heeft tot de Tweede Wereldoorlog bestaan. Dit was meestal een honorair ambt zonder uitvoerende taken, dat werd uitgeoefend door een grootofficier van de hofhouding. De stalmeester is onsterfelijk geworden door een conférence van Wim Sonneveld.
In 1946 benoemde koningin Wilhelmina de ritmeester der cavalerie W.F.K. Bischoff van Heemskerck, die een belangrijke rol in het verzet had gespeeld, tot eerste stalmeester. Hij heeft zich sterk beijverd om na de oorlog weer ere-escortes te paard in de koninklijke stoet op Prinsjesdag op te nemen. Ook gaf hij de aanzet voor de oprichting van het Nationaal Rijtuigmuseum in het Groningse Leek. Na de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980 beëindigde hij zijn carrière.
Zie ook koninklijk staldepartement.
