Gepubliceerd op 29-06-2020

benoemingen

betekenis & definitie

In het publiekrecht worden, afgezien van de Koning, alle ambtsdragers benoemd of gekozen. Vele ambtsdragers worden volgens de Grondwet bij Koninklijk Besluit benoemd (en ontslagen).

De Koning tekent jaarlijks een groot aantal van dergelijke besluiten.Als belangrijkste bij Koninklijk Besluit benoemde functionarissen zijn te noemen: de ministers, de staatssecretarissen, de rechters, de leden van de Raad van State en van de Algemene Rekenkamer, de commissarissen van de Koning en de burgemeesters. Een aantal benoemingen, zoals die van ministers en staatssecretarissen, geldt voor onbepaalde tijd, hoewel zij in de praktijk bij gelegenheid van algemene verkiezingen hun ontslag aanbieden aan de Koning.

Andere benoemingen gelden voor een bepaalde termijn. Dit is onder meer het geval bij de commissaris van de Koning en de burgemeester, die voor zes jaar worden benoemd. Rechters en leden van de Raad van State worden volgens de Grondwet benoemd voor het leven, wat volgens de wet betekent tot het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar. Aan een benoeming, al dan niet bij Koninklijk Besluit, gaat dikwijls een wettelijk geregelde procedure van consultatie of een aanbeveling of voordracht vooraf. Dit is onder meer het geval bij de benoeming van de commissaris van de Koning, van de burgemeester en van rechters. Afhankelijk van de voorgeschreven procedure en de praktijk, kan de benoeming bij Koninklijk Besluit nagenoeg neerkomen op een formaliteit.

Over een aantal voorgenomen benoemingen bij Koninklijk Besluit moet de ministerraad beraadslagen en besluiten. Dit geldt voor onder anderen ministers en staatssecretarissen als zij tussentijds aantreden, ambassadeurs, burgemeesters van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners, enkele leden van de rechterlijke macht en hoge militaire en rijksambtenaren vanaf schaal 19, vanaf het niveau van directeur-generaal.

Voorzover na een benoeming nog een beëdiging plaatsvindt, zoals bij ministers en Kamerleden, is deze niet constitutief, dat wil zeggen geen noodzakelijke voorwaarde voor de aanvang van de ambtsuitoefening. De beëdiging is louter ceremonieel van aard. Rechtsgevolgen zijn er niet aan verbonden, hoewel in de praktijk vaak de datum van beëdiging wordt gebruikt om een benoeming in te laten gaan.

Een bijzondere categorie benoemingen vormen de benoemingen per hofbesluit of koninklijke beschikking. Dit zijn benoemingen in de hofhouding door de koningin zonder contraseign van een minister, in de praktijk worden belangrijke benoemingen binnen de hoforganisatie door de koningin wel besproken met de ministerpresident.

Zie ook >beëdiging.