Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

goud

betekenis & definitie

(gout) o. [~ geel]

I. Eig. kostbaar metaal van gele kleur en sterke glans : – delven, graven, wassen; een baar, klomp, staaf, stuk –; fijn, goed, klaar, klinkklaar, louter, vals –; geel, rood –; Frans, Parijs –; Mannheimer –; gemunt, geslagen, massief –; blinken als –; – (ver)werken; in – werken; met – beslaan, inleggen.

Gez. dat is – waard, veel waard; eerlijk als –, doodeerlijk; (er is) geen – zonder schuim, niets is volmaakt; gedegen –, niet vermengd met andere metalen; – van 14, 18 karaat of 14-, 18-karaats –, van de 24 delen zijn er 14, 18 zuiver goud; het is niet alles – wat er blinkt, schijn bedriegt; iemand in – beslaan, hem hoog in ere houden; iets in – vatten, zetten, het met een rand, een kas van goud omgeven; men kan ook het – te duur betalen, iets kostbaars kan ook te duur gekocht zijn; wit –, platina. →: hart, parel.

II. Metn. wat van goud is vervaardigd nl.

1. goudwerk, lijfsieraden, vaatwerk enz. van goud : rijkdom in – en juwelen; met vals – getooid; een pronksieraad stijf van (’t) –; in ’t – zitten, met sieraden van goud opgepronkt zijn.
2. met goud doorweven boordsel, belegsel, gouddraad : een met – omzoomd kleed.
3. vergulde letteren : hij schreef zijn heldendaden met – in ’t marmer. →: naam.
4. verguldsel, bladgoud : een titel op een boek met – drukken; 50 eksemplaren – op snede.
5. munt van goud, goudgeld : zijn papieren geld tegen – inwisselen; een ton –s; 100 franken, gulden aan –; iets met – beleggen, er zo veel goudstukken voor geven als erop kunnen liggen.
6. Wapenk. gouden kleur, vaak door geel voorgesteld.

III. Metf.

1. geld, rijkdom, schatten : geld en –; om of voor geen – (ter wereld); tegen – opwegen, van buitengewone waarde zijn. →: haard, morgenstond, raad, zilver.
2. op goud gelijkende kleur : het blinkend – der tulpen; het – van zijn gladde haren.

Enc. In Egyptische graven werden veel kunstvoorwerpen gevonden, vervaardigd van goud, dat uit Nubië werd betrokken. Onder koning Salomon (Xde eeuw v. K.) werden in de tempel te Jeruzalem grote hoeveelheden goud geofferd, dat van Ophir (streek in Afrika, waarschijnlijk Ethiopië) werd aangevoerd. Een groot gedeelte van de gouden schatten, afkomstig van Indië en Ludië, die de heersers in hun hoofdsteden Babylon, Ninive en Persepolis hadden opgestapeld, bemachtigde Alexander de Grote bij zijn belegering van Persepolis. In de middeleeuwen hebben de alchemisten tevergeefs beproefd goud uit andere metalen te vervaardigen.

Na de ontdekking van Amerika (1492) vielen grote hoeveelheden goud in Mexico en Peru de Spanjaarden in handen. In de XVIde en de XVIIde eeuw verkregen de Portugezen en de Nederlanders, bij het handeldrijven, veel goud van de Japanners. In het midden der XVIIIde eeuw begon men in Rusland, vooral in Oost-Siberië, grote hoeveelheden te winnen. In de XIXde eeuw hadden in Amerika twee grote rushes naar goud plaats nl. in Californië (hoogtepunt in 1853) en in Alaska aan de Klondike (id. in 1897); ook in Australië was er een rush in 1865. Sedert 1886 werd Zuid-Afrika een groot exploitatiegebied en Transvaal heeft er tot nog toe de leiding. Men onderscheidt rotsgoud en alluviaal goud dat, na verwering van het oorspronkelijke gesteente, door het stromend water met het verweringsprodukt medegevoerd wordt.

Goud heeft als soortelijk gewicht 19,3, als smeltpunt 1064° C., als elektrisch geleidingsvermogen 45. Het laat zich tot dunne blaadjes (bladgoud) pletten en lost op alleen in koningswater. Ongeveer 60% van de goudproduktie wordt, geallieerd met kleine hoeveelheden zilver en koper, voor muntstukken gebruikt. Wegens de fraaie kleur en de onaantastbaarheid door atmosferische invloed werden, te allen tijde, sieraden er uit vervaardigd. Hierbij spreekt men wel van karaat, en wel zo dat het zuiverste goud als 24 karaat wordt aangegeven. Verder dient goud voor het vergulden, wat elektrolytisch of door het opleggen van bladgoud geschiedt.

Glas en porselein verguldt men door het opbrengen van fijn verdeeld goud en inbranden. Eindelijk wordt het gebruikt bij het vervaardigen van rood gekleurd glas, in de fotografie en in de tandheelkunde (kunsttanden).