I. Eig. uitstek op een verdieping van een → huis, meestal door een console gedragen.
II. Metf.
1. benedenloges in een → schouwburg, het dichtst bij het toneel of een rij zitplaatsen vóór de eerste loges.
2. open gedeelte voor en achter aan tram- of spoorwagens waar reizigers kunnen staan : op het van de → elektrische tram blijven staan; voor-, achterbalkon; een met zeven staanplaatsen.