Groeten is elkaar volgens de regels der kunst ontmoeten. Deze regels veranderden tijdelijk tijdens de coronacrisis. De wijze van groeten en de ceremonie van begroeting zijn vaste onderwerpen in etiquetteboeken.
Bekenden kennen elkaars gewoonten: handen schudden, kussen, omhelzen en meer. Afhankelijk van de situatie heeft elk gebaar eigen regels. De vuistgroet onder jongeren lijkt vluchtig, maar voor hun identiteit is juist dit gebaar van belang. Een, twee of drie zoenen, of in Japan, hoe diep te buigen?
Voor onbekenden is een eerste ontmoeting riskant. Afstand wordt bewaard, met de ogen tasten beiden elkaar af, en de onbekende houdt zich aan de regels van de ontvangende partij. Een reverence met neergeslagen ogen of juist niet? De ritualisering van de begroeting zorgt voor stille verwijzingen naar macht, hiërarchie, gender, gemeenschapsgevoel en vertrouwelijkheid. De lichaamstaal van begroeten lijkt afgesproken en is zoals het hoort.
Een droevig afscheid lijkt protocollair op een uitvaart. De uitvaart van Hazes of het publiekelijke ontslag van een CEO is geregisseerd afscheid. Lichamelijke uitingen zijn snikken, gebogen hoofd, uitzwaaien en meer. In vergelijking met de meeste begroetingen zijn afscheidsgebaren vaak bescheiden. Zo kan iemand ook met stille trom vertrekken of met de staart tussen de benen afdruipen.
Aankomen is op ordelijke wijze in de cirkel opgenomen worden. Het daarbij passende symboolgebaar omvat rituele elementen die verwijzen naar een aarzelend begin of feestelijke bevalling. Vertrekken en afscheid nemen is de kring verlaten zonder de bestaande orde al te veel te verstoren. Het rituele vaarwel heeft veel weg van een stille uitvaart. In de dagelijkse praktijk vragen zowel de begroeting als het afscheid zorgvuldigheid.