Identiteit is een verzameling van fluïde zijnskenmerken zoals nationaliteit, gender, kleur, religie, liefhebber van heavy metal en zo veel meer.
Iemands identiteit heeft trekken als van een kameleon. Eén en dezelfde Hollander kan wit en bejaard onder jongeren in Suriname zijn, humanist in Indonesië, ongelovig onder kerkgangers. Hij kan zich onder LHBT’ers opeens erg hetero voelen. Iemands identiteit blijkt opgebouwd uit vele identiteiten.
Fysieke en culturele onderdrukking leiden tot versmalling tot één identiteit. Door zelfidentificatie ontstaat vooral onder jongeren één hoofdidentiteit. Toont welk label je wilt dragen. Bijvoorbeeld van trans-activist. Contraproductieve zelfidentificatie onder bijvoorbeeld tot-slaaf-gemaakte leidt soms tot slachtofferschap en claimgedrag. Onderdrukking kan ook tot een bevrijdende identiteit leiden. De geuzen-uitdrukking crip getuigt daarvan.
Narratieve of generatieve identiteiten omvatten een levensverhaal, zijn gebaseerd op het narratief. Een bijzonder voorbeeld van de ontwikkeling van een generatieve identiteit is de terrorist die tot inzicht komt. Vervolgens een ideologische verlossing ondergaat, boete doet, vergeving ontvangt en een nieuw leven opbouwt.
Alles bij elkaar betekent dit dat bijvoorbeeld een jonge moslima door de buitenwacht zich nimmer tot haar hoofddoek moet laten verengen. Of op het strand in Frankrijk tot haar burkini. Haar levensverhaal kan ook bevrijdend werken. Haar generatieve identiteit werkt dan emanciperend.
