De Gulden Regel is een morele richtlijn die het principe van wederkerigheid benadrukt. Het luidt: "Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet." Deze regel geldt niet alleen voor de omgang met huidige tijdgenoten, maar ook voor toekomstige generaties.
Er zijn twee belangrijke morele grondregels die richting geven aan de uitdrukking van compassie:
1. De Gulden Regel (I): "Behandel anderen niet op de manier waarop je zelf niet behandeld wilt worden."
2. De Zilveren Regel (II): "Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden."
Samengevat komt dit neer op: (I) "Breng anderen geen schade" en (II) "Doe goed." Deze regels weerspiegelen twee dimensies van vrijheid: negatieve vrijheid (geen schade berokkenen) en positieve vrijheid (goed doen). Er is een spanningsveld tussen deze twee richtingen.
Voor individuen, instituties en samenlevingen is het evenwicht tussen 'geen schade berokkenen' (I) en 'goed doen' (II) van groot belang. Extreme toepassing van beide regels kan contraproductief zijn. Bijvoorbeeld, strikt 'geen schade berokkenen' kan leiden tot non-interventie, verantwoordelijkheid ontlopen, verwaarlozing van anderen en maatschappelijke onverschilligheid. Aan de andere kant kan extremen in 'goed doen' resulteren in bemoeizucht, verlies van autonomie, bevoogding, paternalisme, toenemende afhankelijkheid en bekeringsdrang of proselitisme.
Het Charter for Compassion van 2009 is bedoeld om wereldwijd mensen en groepen te inspireren tot een vreedzaam en humaan leven, met een focus op de Gulden Regel (I). Dit principe geldt ook voor Goed Voorouderschap, waarbij voorouders worden aangespoord om geen schade aan te richten aan de aarde.