naauwlijks een half uur gaans van de Stad Leiden gelegen, in een zeer vrugtbaaren en vermaaklijken oord: reden genoeg voor de burgers dier Stad, om dikmaals door eene wandeling derwaarts zich te verlustigen, en waarom vermogende Ingezeetenen, in den omtrek daar van, Lustplaatzen hebben doen aanleggen. Indien het Liethorp, in oude Schriften vermeld, dit Dorp zij, moet het reeds vóór het midden der Tiende Eeuwe bestaan hebben.
In de Roomsche tijden was de Kerk van dit Dorp eene Parochie-Kerk, den Aardsengel MICHAEL toegewijd, Zij was voorzien van twee Vikarijen. Eene van dezelve, gemeenlijk de Kapellanij van de Zijl genaamd, wierdt, van wegens haare rijke inkomsten, in den Jaare 1400, in twee Vikarijen verdeeld; de eene daar van bleef aan de Kerk verbonden; de andere wierdt overgebragt in de Vrouwenkerk te Leiden. Ook plagt hier voormaals te staan een Klooster of Priorij van Reguliere Kanunniken, Engelendaal genaamd. Het Dorp en Ambagt, waar in men, voor ruim vijftig jaaren, honderd vijfennegentig Huizen, zes Bleekerijen, vier Steenovens, of Pannebakkerijen, en twee Molens telde, wordt geschat op ruim zestienhonderd zevenenvijftig Morgens. Te Leiderdorp heeft men een zeer goed School, een Weeshuis en een Armhuis voor oude Mannen en Vrouwen, en in de nabuurschap een Hofje, de Vier Aalmoeshuisjes genaamd, afkomstig uit het doorluchtig Geslagt van VAN DER DOES. Dat aan Leiden de Ambagtsheerlijkheid behoort, hebben wij in de beschrijving dier Stad verhaald. Van de adelijke Huizen, welke voormaals in dit Ambagt stonden, zijn de meeste verdweenen.Zie ORLERS, Beschrijv. van Leiden, Oudheden en Gestigten van Rhijnland.
LEIDSCHENDAM
een Dorp in het Baljuwschap van Rhijnland, gelegen tusschen Leiden, Delft en 's Graavenhage. Het ontleent zijnen naam van den Dam, in overoude tijden geleid in het Vaarwater, welk na gemelde Plaatzen loopt. Van wegens den veeivuldigen doortogt, is ’t hier zeer leevendig, en ‘t verblijf aangenaam. Even als tusschen Amsterdam en Haarlem, moeten hier de reizigers van Jaagschuit verwisselen. Het Dorp heeft eene eigen Kerk en Predikant, die onder de Klassis van Delft en Delfsland behoort.
Zie VAN DER HOEVE, Handv. Kron.
LEIMUIDEN
met Vriezekoop, ééne Ambagtsheerlijkheid, in Rhijnland, ter wederzijde van den gewoonlijken Rijweg van Amsterdam, door de Veenen, na den Rhijnkant en Leiden. Het Dorp Leimuiden legt, met zijne Kerk en Ban, Westwaarts, digt aan het Haarlemmer- of Leidschemeir. Vriezekoop legt, Oostwaarts, tegen de Billerdammer Laan en de Ambagtsheerlijkheid van Kalslagen. Reeds in de Jaaren 1550 en 1553 bevondt men de Landen, onder beide Dorpen gelegen, van zo geringe waarde, dat zij geoordeeld wierden, minder dan voorheen in de Dijkslasten van Rhijnland te moeten draagen. Volgens de jongste en naauwkeurigste meeting, nu ruim twintig jaaren geleeden geschied, bevat het Ambagt van Leimuiden vijfhonderd en ruim eenentachtig, dat van Vriezekoop driehonderd en bijkans vierennegentig Morgens Lands, Merkelijken afslag heeft het getal der Huizen, in het tijdverloop van honderd jaaren, ondergaan. Te Leimuiden zijn ze, van tweehonderdzes, op honderdvierenveertig, te Vriezekoop, van honderdzeven, op negenenvijftig gedund. Veel Lands, in de voorgaande Eeuwe, onder beide Dorpen, uitgeveend, is zedert droog en tot Land gemaakt. Men berekent de uitgestrektheid daar van op zeshonderd en vijftig Morgens. Verscheiden aangenaame Lustplaatzen heeft men, op dien droog gemaakten grond, aangeleid. De afkabbeling van ’t Haarlemnermeir heeft men, door het doen van zeer zwaare kosten, met een goeden uitslag, aan dien oord beteugeld. In den Jaare 1727 wierdt de Stad Amsterdam eigenaares van de Ambagtsherlijkheid, door aankoop uit handen van den Heere FRANÇOIS PAUL EMILE, Graave van Oultremont en Warsusé, en Vrouwe MARIA ISABELLA VAN BEYEREN VAN SCHAGEN, erfgenaame van Vrouwe ANNA HENRIETTA VAN WASSENAAR VAN WARMOND, in welk Huis de eigendom langen tijd geweest was. Amsterdam heeft aldus het regt van aanstellinge van Schout, Ambagtsbewaarders, Schepenen en andere Amptenaaren.
Leimuiden is een der oudste Dorpen hier te Lande, als wordende reeds vermeld in eenen Verdragbrief van den Jaare 1063. De Kerk is een ruim, hoewel oud gebouw. Door het verzakken der fondamenten, staat de Toren een weinig scheef. Het Dorp zelve is fraai betimmerd, en zeer leevendig, door den veelvuldigen doortogt. De naaste weg, te Lande, van Amsterdam na Gouda en Rotterdam, loopt door dit Dorp. Het Water de Drecht, ’t welk, van de Oude Wetering af, door Leimuiden loopt, en tusschen den Vriezekoopschen en Wassenaarschen Polder, voorbij het Tolhuis onder Kalslagen, een weinig boven den Uithoorn zich met de Kromme Mijdrecht vereenigt, en ’t begin aan den Amstel geeft, is ook veel korter Vaart voor zulke Schepen, die hunne Masten kunnen strijken, en klein genoeg zijn om door de Billerdammer Sluizen en den Leimuiderbrug te kunnen schieten; die, anderzins, uit den Rhijn na Amsterdam den wil hebbende, door Haarlem en Spaarndam zouden moeten vaaren. Onder Leimuiden behoort de Oostzijde der fraaie Buurt langs de Oude Wetering. Onder het Ambagt van Vriezekoop behoort dat gedeelte van de Buurt van Billerdam, waar in de Billerdamsche Sluizen of Verlaaten leggen. Van het laatstgenoemde Dorp, ’t welk geene Kerk heeft, behooren de Hervormde Ingezeetenen, in het Kerkelijke, onder Leimuiden.