• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

    1 2 3 ... 18 19 20 21 22 ... 632 633 634
  • Aal is geen paling (spreekwoord)
  • Aalmoezen die naar de hand ruiken, verliezen hun kracht (spreekwoord)
  • Aalmoezen geven verarmt niet (spreekwoord)
  • Aan 's meesters zolen hangt het beste mest of: ’s Meesters voeten verbeteren het land (spreekwoord)
  • Aan (een) dovemans deur kloppen (spreekwoord)
  • Aan Abrahams borst rusten (spreekwoord)
  • Aan Abraham’s borst rusten (spreekwoord)
  • Aan God noch zijn gebod denken (spreekwoord)
  • Aan God(e)s zegen is alles gelegen (spreekwoord)
  • Aan Gods zegen is alles gelegen (spreekwoord)
  • Aan alle kapelletjes (of: heilige huisjes) aanleggen (spreekwoord)
  • Aan alles komt een eind (spreekwoord)
  • Aan beide kanten aangestoken brandt een kaars snel op (spreekwoord)
  • Aan dat oor doof zijn (spreekwoord)
  • Aan dat oor is hij doof (spreekwoord)
  • Aan de Turken overgeleverd zijn (spreekwoord)
  • Aan de aarde vaarwel zeggen (spreekwoord)
  • Aan de achterband zijn (spreekwoord)
  • Aan de arme wil ieder zijn schoenen afgeven (spreekwoord)
  • Aan de armen gegeven, is van God geleend (spreekwoord)
  • Aan de baat zijn (spreekwoord)
  • Aan de bak komen (spreekwoord)
  • Aan de bak komen zitten (spreekwoord)
  • Aan de bak scheepskost gegeten hebben (spreekwoord)
  • Aan de bakkerstrog staan (spreekwoord)
  • Aan de band liggen (spreekwoord)
  • Aan de baren ontwoekerd zijn (spreekwoord)
  • Aan de bel trekken (spreekwoord)
  • Aan de beste kat kan een muis ontlopen (spreekwoord)
  • Aan de betere hand zijn (spreekwoord)
  • Aan de bramen blijven (spreekwoord)
  • Aan de dag treden (komen) (spreekwoord)
  • Aan de dans geraken (spreekwoord)
  • Aan de dans raken (spreekwoord)
  • Aan de draad trekken (spreekwoord)
  • Aan de draai zijn (spreekwoord)
  • Aan de dunne zijn (spreekwoord)
  • Aan de eerste leugen niet gebarsten zijn (spreekwoord)
  • Aan de fep zijn (spreekwoord)
  • Aan de flep zijn (spreekwoord)
  • Aan de grond zitten (spreekwoord)
  • Aan de haak bijten (spreekwoord)
  • Aan de haal gaan (spreekwoord)
  • Aan de haal gaan (zijn) (spreekwoord)
  • Aan de haard aanbakken (spreekwoord)
  • Aan de hand van . . (spreekwoord)
  • Aan de hei werken (spreekwoord)
  • Aan de heidenen (of: de joden) overgeleverd zijn (spreekwoord)
  • Aan de heidenen overgeleverd zijn (spreekwoord)
  • Aan de heidenen zijn overgeleverd (spreekwoord)
  • Aan de huizenkant lopen (spreekwoord)
  • Aan de inwendige zending doen (spreekwoord)
  • Aan de kar steken (of: duwen) (spreekwoord)
  • Aan de kat die het spit likt, moet men het gebraad niet toe vertrouwen (spreekwoord)
  • Aan de kat komt een graatje toe (spreekwoord)
  • Aan de kat, die het spit likt, moet men het spek (of: gebraad) niet toevertrouwen (spreekwoord)
  • Aan de kat, die het spit likt, moet men het spek (of: het ge- (spreekwoord)
  • Aan de klauw kent men de leeuw (spreekwoord)
  • Aan de klauw(en) (her)kent men de leeuw (spreekwoord)
  • Aan de klauwen herkent men de leeuw (spreekwoord)
  • Aan de laatste ronde beginnen (spreekwoord)
  • Aan de leiband lopen (spreekwoord)
  • Aan de letter hangen (spreekwoord)
  • Aan de lopende band (spreekwoord)
  • Aan de maat en de strijkstok blijven hangen (spreekwoord)
  • Aan de maat kent men de koopman (spreekwoord)
  • Aan de man brengen (spreekwoord)
  • Aan de man komen (spreekwoord)
  • Aan de merken kent men de balen (spreekwoord)
  • Aan de moloch offeren (spreekwoord)
  • Aan de muzen offeren (spreekwoord)
  • Aan de nagel blijven hangen (spreekwoord)
  • Aan de natte kant zijn (spreekwoord)
  • Aan de orde van de dag zijn (spreekwoord)
  • Aan de pan blijven hangen (spreekwoord)
  • Aan de pan blijven hangen (of: kleven) (spreekwoord)
  • Aan de pees moeten (spreekwoord)
  • Aan de plak ontgroeid zijn (spreekwoord)
  • Aan de rand van de afgrond staan (spreekwoord)
  • Aan de rand van het graf staan (spreekwoord)
  • Aan de rol gaan (spreekwoord)
  • Aan de rol gaan (zijn) (spreekwoord)
  • Aan de schors hangen (spreekwoord)
  • Aan de spijker blijven hangen (spreekwoord)
  • Aan de spits staan (treden) (spreekwoord)
  • Aan de toekomst bouwen (spreekwoord)
  • Aan de touwtjes trekken (spreekwoord)
  • Aan de veilige kant blijven (spreekwoord)
  • Aan de verkeerde deur kloppen (spreekwoord)
  • Aan de verkeerde kant van de toonbank staan (spreekwoord)
  • Aan de vishaak bijten (spreekwoord)
  • Aan de voeten van Gamaliël gezeten hebben (spreekwoord)
  • Aan de vooravond staan (van grote gebeurtenissen) (spreekwoord)
  • Aan de vruchten kent men de boom (spreekwoord)
  • Aan de weg timmeren (spreekwoord)
  • Aan de winnende hand zijn (spreekwoord)
  • Aan de zolen van de meester hangt de meeste mest (spreekwoord)
  • Aan de zwabber zijn (spreekwoord)
  • Aan de zwarte kunst doen (spreekwoord)
  • Aan de zwier gaan (spreekwoord)

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden