Definities van Zuidnederlands Woordenboek in de Ensie S
- stiel
- stielkennis
- stielman
- stielvaardig
- Stielwerk
- stijf
- stijverik
- stil
- stilaan
- stilletjes (stillekens, stillekes)
- stilletjesaan (stillekesaan)
- stilvallen
- stinken
- stipt
- stiptheidsstaking
- stock
- stockage
- stockeren
- stoefen (stoeffen)
- stoefer (stoeffer)
- stofvod
- stoïek
- stokdood (stokkedood)
- stokhouder
- stommelings
- Stomp (stoemp)
- stond
- stoof
- stoofbuis
- stoofhout
- stoofkarbonade
- stoofvlees
- stook
- stookhout
- stoomdrukpan
- stoop
- stoot
- stootkar
- stootwagen
- stop
- stopsel
- store (stoor)
- stort
- stortbad
- storten
- stortingsbulletin
- stoverij
- straatloper
- straf
- strafstudie
- stramien
- streel
- streep (striep)
- streng
- strepen (striepen)
- streuvelen
- stro (strooi)
- stroelen
- stronk
- stronkelen (strunkelen)
- strooibriefje
- stropen (stroppen)
- stroppen
- struikelsteen
- struis
- student
- studentin
- studie
- studiejaar
- studiemeester
- studiemeesteres
- studieprefect (-prefekt)
- studio
- studs
- stuiken
- stuit
- stuiven
- stuk
- stuurhut
- Stuw
- stylo
- subnationaliteit
- substituut-procureur
- suburbaan
- succursale (succursaal)
- suikerbakkerij
- suikerbol
- suikerboon
- suite
- sukkel
- sukkelaar
- sukkelstraatje
- sukkelweg
- superette
- supplement
- suppositoire
- sus
- swenst
- swijlens (swijlenst)
- syndicaal (syndikaal)
