Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie K
- Kruibeke
- kruid
- kruidachtig
- kruidboek
- kruiden , werkwoord
- kruiden, gewas
- kruidenier
- kruidenkoek
- kruidenrekje
- kruidenthee
- kruidenwijn
- kruiderij
- kruidig
- kruidje-roer-me-niet
- kruidkaas
- kruidkers
- kruidkoek
- kruidlaag
- kruidmoes
- kruidnagel
- kruidnagelolie
- kruidtuin
- kruidwis
- kruien
- kruier
- Kruijt, Hugo Rudolph
- Kruijt, Jakob Pieter
- kruik
- kruikenmoeder
- kruikezak
- kruiloon
- kruim
- kruimel
- kruimelaar
- kruimelarij
- kruimeldief
- kruimeldiefstal
- kruimelen
- kruimelig
- kruimen
- kruimig
- kruin
- Kruiningen
- Kruiningen, Harry van
- kruinligging
- kruinpand
- kruinpunt
- kruinschering
- kruip
- kruipen
- kruipende dieren
- kruipende huiduitslag
- kruiper
- kruiperig
- kruiperij
- kruipertje
- kruiplank
- kruipolie
- kruippakje
- kruipspoor
- kruipsterkte
- kruipvuur
- kruirad
- kruis
- Kruis, Hendrik Johan
- kruisaanbidding
- kruisafdoening
- kruisaffuit
- kruisafneming
- kruisantenne
- kruisarm
- kruisbalk
- kruisband
- kruisbanier
- kruisbeeld
- kruisbeen
- kruisbeitel
- kruisbek
- kruisberg
- kruisbes
- kruisbestuiving
- kruisbeuk
- kruisbloem
- kruisbloemigen
- kruisboog
- kruisboor
- kruisbroeder
- kruiscatalogus
- kruisdagen
- kruisdipool
- kruisdistel
- kruisdrager
- kruiselings
- kruisen
- kruiser
- kruiserklasse
- kruisgalg
- kruisgang
- kruisgebint
- kruisgewelf
