Gepubliceerd op 11-11-2021

zachtmoedig

betekenis & definitie

1. bn., bw. (zachtaardig, zacht van inborst, meegaand): Christus zei: Leer van mij, dat ik zachtmoedig ben;

2. zachtmoedige, m. en v. zachtmoedigen: Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het aardrijk beërven, Matth. 5 : 5.

< >