Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- landschapschilder
- landschildpad
- landsdrukkerij
- landsgebouw
- landsheer
- landsheerlijk
- landskind
- landsknecht
- landsman
- landstad
- Landsthing
- Landstorm
- Landstormer
- landstreek
- landsverdediger
- landsverdediging
- landsvrouw
- landtaal
- landtong
- landverhuizer
- landverraad
- landvolk
- landvoogd
- landvoogdes
- landvoogdij
- landvrouw
- landwaarts
- landweer
- landweg
- landwijn
- landwind
- landwinning
- landzaat
- landziekig
- landzijde
- lang
- langarmig
- langbeen
- langbenig
- langdradig
- langdurig
- Langeman
- langen
- langet
- langgar
- langgerekt
- langhals
- langhalzig
- langharig
- langjarig
- langlijvig
- langneus
- langoor
- langpapier
- langpoot
- langpootmug
- langs
- langscheeps
- langsgaan
- langslaper
- langslopen
- langsrijden
- langstaart
- langstlevende
- Langstraat
- langstrekken
- langsvaren
- langszij
- langtand
- langtong
- langtongig
- languido
- languit
- langwerpig
- langwijlig
- langzaam
- langzamerhand
- langzichtwissel
- laning
- lank
- lankmoedig
- lankwerpig
- lanoline
- lans
- lansier
- lansknecht
- lantaarn, lantaren
- Lantaarndag
- lantaarndrager
- lantaarnfeest
- lantaarnman
- lantaarnopsteker
- lantaarnpaal
- lantaarnplaatje
- lantaarnvissen
- lante
- lanteern
- lanteren
- lanterfant
- lanterfanten
