Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- lauwerbes
- lauweren
- lauwerkrans
- lauwerkroon
- Lauwerszee
- lauwte
- lava
- lavabo
- lavaglas
- lavas
- lavastroom
- lavatory
- lavei
- lavement
- lavementspuit
- laven
- lavendel
- laveren
- lavoor
- lawaai
- lawaaimaker
- lawaaisaus
- laweit
- lawine
- lawn-tennis
- lax
- laxans
- laxeermiddel
- laxeren
- lazaret
- lazarij
- Lazaristen
- lazaroni
- Lazarus
- lazuren
- lazuur
- lazuurkleuren
- lazuursteen
- lazzarone
- leader
- leading article
- leb, lebbe
- lebaal
- lebberen
- lebbig
- lebmaag
- lector
- lector benevole
- lectoraat
- lectrice
- lectuur
- ledebraak, leebraak
- ledebraken, leebraken
- ledekant, ledikant
- ledeman
- ledematen
- ledenkapitaal
- ledenlijst
- ledepop
- leder
- lederen, leren
- lederwaren, leerwaren
- lederwerk
- ledewater, leewater
- ledig, leeg
- ledigaard, leegaard
- ledigen, legen
- lediggang
- ledigganger
- lediggieten, leeggieten
- ledigheid, leegheid
- lediglopen
- ledigscheppen
- ledigstaan
- ledigzitten
- lee
- leebraak
- leed
- leedvermaak
- leedwezen
- leefbaar
- leefregel
- leeftijd
- leeftijdsgrens
- leeftocht
- leefwijze, leefwijs
- leeg
- leegloper
- leegte
- leek
- leem
- leemachtig
- leeman
- leemgroeve
- leemte
- leen
- leenbank
- leenbreuk
- leenbrief
- leeneed