Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie L
- lampenist
- lampenjongen
- lampenkatoen
- lampenkoorts
- lampenmaker
- lampepit
- lampet
- lampetkom
- lampetten
- lampion
- lampionvrucht
- lampist
- lampisterij
- lampoot
- lampreel
- lamprei
- lampzwart
- lamsbout
- lamslaan
- lamsoor
- lamspoot
- lamstraal
- lamzak
- lamzalig
- lancaster
- Lancasterse methode
- lanceren
- lancet
- lancetvisje
- land
- land- en zeemacht
- land-ziekte
- landaanwinning
- landaard
- landadel
- landauer
- landaulet
- landbeer
- landbouw
- landbouw-huishoudschool
- landbouwakte
- landbouwbank
- landbouwbedrijf
- landbouwcongres
- landbouwconsulent
- landbouwdorp
- landbouwer
- landbouwkrediet
- landbouwleraar
- landbouwproefstation
- landbouwprovincie
- landbouwwintercursus
- landdag
- landdrost
- landedelman
- landeigenaar
- landelijk
- landen
- landengte
- landerig
- landerijen
- Landes
- landgenoot
- landgoed
- landgraaf
- landheer
- landhonger
- landhoofd
- landhuis
- landhuishoudkunde
- landhuishoudkundig
- landhuur
- landing
- landingsboot
- landingsplaats
- landingstroepen
- landjuweel
- landkaart
- landklimaat
- landkrab
- landleven
- landlopen
- landloper
- landloperij
- landmail
- landman
- landmeter
- landmijl
- landontginning
- landorium
- landouw
- landpaal
- landpacht
- landraad
- landrechter
- landrentenstelsel
- landrot, landrat
- landsadvocaat
- landsalamander
- landschap
