Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

SCHRIFT

betekenis & definitie

Wij uit de 20e eeuw kunnen ons moeilijk voorstellen dat het schrift, het geschreven woord ooit een begin heeft gehad. Toch is er een tijd geweest, dat het alfabet onbekend was.

En nóg langer geleden was er zelfs niemand die kon lezen of schrijven. Eigenlijk hoeven we niet eens zo ver in de geschiedenis terug te gaan om mensen te ontmoeten, die juist bezig zijn met hun eerste lees- en schrijflessen. In de landbouwdorpen van bepaalde delen van Turkije bijvoorbeeld zijn lezen en schrijven twee splinternieuwe, opwindende bezigheden. Het is namelijk nog niet zo heel lang geleden dat de Turkse regering in deze dorpen de eerste scholen bouwde, waarop zowel kinderen als volwassenen hun eerste lees- en schrijflessen kregen. Tegelijkertijd voerde de overheid een eenvoudiger alfabet in zodat lezen en schrijven wat gemakkelijker werden dan ze tot dan toe geweest waren.Het bijwonen van zo’n eerste schrijfles is ons echter van weinig nut als we ons willen voorstellen hoe het schrift is ontstaan.

Te leren schrijven van iemand die deze kunst al machtig is, is immers heel iets anders dan een geschreven taal uitvinden in een wereld waarin tot dan toe geen mens één woord op schrift heeft gebracht!

Het eerste schrift ontstond duizenden jaren geleden; lang voordat er sprake was van pennen, potloden, papier en inkt. Het eerste schrift waarvan we het bestaan kennen, is gevonden op de wanden van rotswoningen. Het is geschreven door de prehistorische holenmens, die leefde in het Oud Stenen Tijdperk. Dit eerste ‘schrift’ bestond uitsluitend uit de afbeeldingen van dieren. Natuurlijk kan men opwerpen, dat die tekeningen slechts als versiering waren bedoeld. Als dat zo is, kunnen we natuurlijk niet van ‘schrift’ spreken.

Maar de rotswoningen van de holenmens waren erg donker en de meeste tekeningen zijn gevonden op plaatsen, waar ze bijna niet zichtbaar waren. Misschien waren sommige ervan bedoeld als berichten over het aantal dieren, dat gedurende een goed jachtseizoen was gedood; misschien ook waren het mededelingen of gebeden voor de goden, waarin de holenmens geloofde. En in dat geval is er natuurlijk wél sprake van een schrift.

Zelfs als de tekeningen in prehistorische rotswoningen niet als schrift kunnen worden beschouwd - dan nog is het zeker, dat het eerste schrift beeldschrift was en dus uit tekeningen bestond. Alle vormen van geschreven woord zijn namelijk' uit beeldschrift voortgekomen. Reeds in de vroegste geschiedenis van Amerika brachten de Indianen berichten over in beeldschrift. Een van de tekeningen bij dit artikel laat zo’n Indiaans ‘beeldbericht’ zien. Het vertelt dat in de buurt van het kamp van de schrijver acht blanke soldaten hebben gekampeerd, die bewapend waren met geweren en die samen een kampvuur aanlegden. De soldaten waren vergezeld van een officier en vijf andere blanken, die om een tweede kampvuur sliepen.

De veertien blanken waren in gezelschap van twee Indiaanse gidsen, die zich in het kampement afzijdig hielden en een eigen kampvuur aanlegden. De leider van de gidsen was Neersuizende Havik. De twee Indianen hadden gejaagd en hun buit bestond uit een prairiehoen en een schildpad. Voor eenvoudige berichten voldeed beeldschrift heel goed. Men raakte echter in moeilijkheden als men minder simpele dingen had te zeggen. Zo zou het bijvoorbeeld onmogelijk zijn beeldschrift te gebruiken voor de zin: ‘Nederlands is een taal, die voor buitenlanders moeilijk is te leren’.

Verscheidene duizenden jaren geleden gebruikten de Egyptenaren een type schrift, dat we nu ‘hiërogliefenschrift’ noemen. ‘Hiëroglief betekent eigenlijk ‘heilig schrift, in steen uitgehakt’. De Grieken bedachten deze (voor ons) lange naam toen ze dit Egyptische schrift voor het eerst onder ogen kregen. Niet alle hiërogliefenschrift echter heeft een gewijd karakter en het is ook lang niet altijd in steen uitgehakt. Een groot gedeelte ervan is bijvoorbeeld met behulp van inkt geschreven op papyrusrollen. Papyrus was een soort papier, dat de Egyptenaren maakten van een plant, die op de oevers van de Nijl groeide.

Op het eerste oog lijkt hiërogliefenschrift op beeldschrift. Het bevat verscheidene herkenbare tekeningen en sommige van die tekeningen lijken op de afbeeldingen die in het beeldschrift worden gebruikt. Toch is het Egyptische hiërogliefenschrift geen echt beeldschrift. In sommige gevallen stellen bepaalde tekeningen geluiden voor in plaats van het ding dat ze afbeelden. Bovenstaande reeks hiërogliefen bijvoorbeeld vormen de ‘vertaling’ van een (Engels) kinderversje: ‘Jack en Jill beklimmen de heuvel om een emmer water te halen’. Toch staan in het voorbeeld drie tekeningen van een liggende leeuw.

Het is dus duidelijk dat met die leeuw iets geheel anders wordt bedoeld dan de koning der dieren. Hiërogliefenschrift is wél uit beeldschrift ontstaan maar heeft er verder niets meer mee te maken.

Sommige tekens uit het Egyptische hiërogliefenschrift stelden lettergrepen voor.

Een systeem dus, dat we ook nog in onze rebussen gebruiken; daar ‘schrijven’ we het woord ‘manden’ ook met twee tekeningetjes: een van een man en een van een denneboom. Een groot gedeelte van het Egyptische schrift was inderdaad rebusschrift. Slechts een paar van de honderden hiërogliefen stelden eenvoudige geluiden voor zoals ook de letters van ons alfabet dat doen. Daarnaast gebruikten de Egyptenaren ook bepaalde tekeningen om een compleet begrip aan te duiden. Als de naam van een persoon bijvoorbeeld omgeven werd met het teken dan betekende dit: ‘deze persoon is een koning of een koningin’.

Het Egyptische hiërogliefenschrift was dus erg ingewikkeld. Niet alleen waren er honderden verschillende tekens maar bovendien schreven de Egyptenaren hetzelfde woord niet altijd op dezelfde manier. Ze bleven namelijk experimenteren met hun schrift. Geen wonder, dat in het oude Egypte slechts een handjevol mensen lezen en schrijven kon. Een andere schriftvorm uit de oudheid is het zg. ‘cuneiform’. Hetzelfde Engelse kinderversje van daarstraks zou er in cuneiformschrift als volgt hebben uitgezien.

Het volk dat deze schriftvorm uitvond, woonde tussen de Eufraat en de Tigris, twee rivieren in het oostelijke Middellandse-Zeegebied. Babyloniërs en Assyriërs waren twee van de volkeren, die in deze streek leefden.

In dit gebied werd langs de oevers van de rivieren veel klei aangetroffen. Reeds heel vroeg in hun geschiedenis leerden de volkeren in deze streek zachte kleitafels maken waarop ze konden schrijven. Dat schrijven gebeurde met kleine houten stokjes. De ‘schrijver’ hield het stokje schuin op de kleitafel en drukte op die manier tekens in het zachte materiaal. In doorsnee bekeken had zo’n teken een wigvorm. ‘Cuneiform’ betekent dan ook ‘wigvormig’.

Het cuneiformschrift kende duizenden verschillende tekens. Ook deze tekens zijn ontstaan uit beeldschrift. Van die oorsprong is in het cuneiformschrift echter weinig meer terug te vinden; de tekens lijken helemaal niet meer op tekeningen. Ze stellen dan ook geen bestaande dingen meer voor maar uitsluitend woorden en lettergrepen.

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de geschiedenis van het schrift was de uitvinding van het eerste alfabet. De eer van die uitvinding komt toe aan de Semieten: een volk, dat leefde in het oostelijke Middellandse-Zeegebied. De Semieten namen de ideeën voor een geschreven taal over van de Egyptenaren maar ze ontwierpen een veel eenvoudiger methode. Ze gebruikten slechts iets meer dan 20 tekens: één voor elke afzonderlijke klank uit hun taal. Voor elke klank kozen ze de afbeelding van een voorwerp, waarvan de naam met die klank begon. Volgens hetzelfde systeem zouden wij de letter M kunnen schrijven als het tekeningetje van een man; de letter H met de afbeelding van een hond. Met hun 20 tekens konden de Semieten dus elk gewenst woord schrijven.

De Foeniciërs, die ook tot de Semieten behoorden, gebruikten dat nieuwe alfabet ook. Ze waren in die tijd het volk, dat de handel beheerste; ze reisden veel en ver en tenslotte waren zij het die mét hun koopwaar ook hun alfabet naar Griekenland brachten. Op dat moment was het Semietische alfabet echter al zo van vorm veranderd, dat de tekens al lang niet meer op echte tekeningen leken.

De Grieken gingen het geïmporteerde alfabet gebruiken; ze veranderden de vorm van verscheidene letters; ze lieten er verscheidene vervallen en maakten enkele nieuwe, die beter bij hun taal pasten.

De uitvinders van het alfabet gebruikten de letters slechts om eenvoudige dingen te schrijven; hun namen bijvoorbeeld, heel eenvoudige berichten en gebeden tot hun goden. Ook de Foeniciërs deden dat; hun handelsdocumenten waren alleen iets uitgebreider. De Grieken echter pakten het anders aan. Ze hadden het alfabet voor heel andere zaken nodig. Voor het opschrijven van verhalen en liederen bijvoorbeeld en voor het optekenen van de tekst van gedichten en toneelspelen. Terwijl het Semitische alfabet op weg was naar Griekenland reisde het ook naar andere landen. Via de Foenicische kooplui bereikte het bijvoorbeeld ook de Hebreeuwen en het volk van India.

Via Griekenland kwam het alfabet ook terecht bij de Romeinen. Ook zij verrijkten het met enkele nieuwe letters en veranderden de vorm van sommige andere. Met slechts enkele onbelangrijke wijzigingen namen de volkeren van het westen het alfabet over van de Romeinen. Ook de Nederlandse taal wordt geschreven met 26 verschillende tekens: de 26 letters van ons alfabet.

Behalve ons alfabet zijn er ook nog andere. Er zijn zelfs nog volkeren die in plaats van een alfabet tekens gebruiken die gehele lettergrepen voorstellen. Dat is bijvoorbeeld het geval met het Chinees.

Sommige geleerden zijn van mening, dat het schrift de belangrijkste uitvinding is geweest uit de geschiedenis van de menselijke beschaving. Het schrift bleek zo nuttig te zijn dat er tenslotte zelfs methoden werden ontwikkeld om machinaal te schrijven.

Tegenwoordig bezitten we niet alleen schrijfmachines maar ook drukpersen.

Sommige handschrijfmethoden laten ons de letters van het alfabet los naast elkaar schrijven zodat ze wel wat op drukletters lijken. We noemen dit schrift ‘blokschrift’. Vaker echter gebruiken we cursief schrift dat is schrift, waarin de geschreven letters met elkaar verbonden zijn. ‘Cursief’ is een woord, dat afstamt van het Latijnse begrip voor lopen. We spreken dan ook wel van ‘lopend schrift.’

Zonder schrift zouden er geen boeken zijn en geen kranten; geen tijdschriften en geen brochures. Brieven, advertenties, gebruiksaanwijzingen, wetboeken, overeenkomsten en verdragen zouden praktisch onbekend zijn en talrijke uitvindingen en ervaringen uit het verleden zouden verloren gaan omdat er geen methode zou zijn om ze te bewaren. Zonder schrift zouden we nog niet veel verder zijn dan onze verre voorouders uit de rotsholen van het Stenen Tijdperk.

< >