Gerekend naar grootte is Overijssel de derde provincie van Nederland. Wat bevolkingsaantal betreft (bijna 1 miljoen), blijft de provincie echter in de middenmoot van het rijtje; ze bezet dan de zesde plaats.
Overijssel, dat zeer grillige grenzen heeft, bezit vooral in het oostelijke, heuvelachtige gedeelte (Twente) zeer schilderachtige landschappen al zal ook niemand schoonheid willen ontzeggen aan het rivierlandschap van de IJssel en haar verschillende zijstromen.In het verleden lag het economische zwaartepunt van de provincie Overijssel vooral in de handeldrijvende steden langs de IJssel: Kampen, Zwolle en Deventer. In de loop der jaren is dat zwaartepunt echter verschoven naar de industriegebieden van Twente, waar vooral de katoenen confectie-industrie zich geconcentreerd heeft in Enschede, Almelo, Oldenzaal en Hengelo. Die Twentse textielindustrie is al heel oud. Ze ontwikkelde zich uit de huisindustrie, die in deze streek bedreven werd door de eigenaars van de (te) kleine boerenbedrijven. In verband met deze textielindustrie groeide in Hengelo ook een van de grootste metaalindustrieën van Nederland: die van Stork. Stork begon namelijk als reparateur van textielmachines! Andere industriële produkten van Overijssel zijn elektrotechnische apparatuur, rubber, leer, chemische produkten, oliën en vetten, tabakswaren en baksteen.
Belangrijk is ook het zout, dat bij Hengelo en Boekelo gewonnen wordt uit zeer oude geologische formaties. Buiten deze industriële bedrijvigheid neemt ook de landbouw (voornaamste produkten: rogge, aardappelen en haver) nog een belangrijke plaats in de economie van de provincie in. Heel veel belangrijke landbouwkundige beslissingen worden eveneens binnen de grenzen van de provincie Overijssel genomen. Uit toeristisch oogpunt beschouwd, mag Overijssel er eveneens zijn. In het noorden van de provincie liggen de plassen, die vooral vermaardheid hebben gekregen, omdat Bert Haanstra er zijn film ‘Fanfare’ opnam. In dit gebied ligt ook Giethoorn; een Venetië in het klein met talrijke, sierlijke bruggetjes en punters die voor het vervoer van vracht en vee over water zorgen.
Andere plaatsen, die veel toeristen trekken: Genemuiden met zijn bekende Genemuider matten; Staphorst met zijn klederdrachten en zijn oude gebruiken en de bosrijke heuvelgebieden in het oosten van de provincie met als letterlijke en figuurlijke hoogtepunten de Lemelerberg, de Hellendoornse Berg en de Holterberg. Trekpleisters voor de toerist zijn verder het zeebad Boekelo en het bekende ‘lös hoes’, een boerderijtype, dat nog op verscheidene plaatsen in de provincie te zien is.