Het knikkerspel is een van de oudste spelen ter wereld; het is niet onwaarschijnlijk, dat het al in de tijd van de holenmens bedreven werd. Tussen talrijke andere vondsten immers hebben archeologen ook verscheidene gladde, rondgeslepen kiezelstenen aangetroffen, die nauwelijks voor een ander doel gebruikt kunnen zijn.
We weten ook dat Egyptische kinderen verscheidene duizenden jaren geleden al met knikkers speelden. Ook in Rome was het knikkerspel algemeen in zwang, evenals in het Europa van de Middeleeuwen. Tegenwoordig wordt het in de gehele wereld beoefend; in Nederland evengoed als in de parken van New York en in de kleine dorpjes van het Braziliaanse binnenland.
Knikkers kunnen uit verscheidene materialen gemaakt worden. Hoewel de meeste knikkers uit glas bestaan, zijn er ook van marmer, agaat, klei, plastic, ijzer, onyx en andere halfedelstenen. Natuurlijk worden die laatste niet door kinderen gebruikt; ze behoren tot het bezit van rijke verzamelaars. Ook glazen knikkers kunnen tegenwoordig prachtig zijn, omdat er op alle mogelijke manieren kleuren in verwerkt zijn.
Regels voor het knikkerspel zijn nauwelijks te geven, omdat ze van streek tot streek verschillend kunnen zijn. In Nederland is het meestal zo, dat de spelers hun knikkers in een kuiltje moeten mikken.