Een van de tekeningen op deze pagina toont een klein deel van het aardoppervlak zoals het er vanuit een vliegmachine uit zou zien. Naast die tekening is datzelfde stukje land in kaart gebracht.
Op die kaart zijn de velden, de bomen en de verspreid staande huizen en boerderijen verdwenen. Alle land is tot een egale kleur teruggebracht; het dorp bij de rivier is een eenvoudig cirkeltje geworden. De kaart toont wel de rivier en het eiland erin - maar ze verzwijgt de schepen in de rivier en het type van de brug. Op de kaart is slecht één ding te zien, dat uit de tekening niet duidelijk wordt: een van de wegen is rood gekleurd, hetgeen betekent dat we te maken hebben met een hoofdverkeersweg. (Land)kaarten zijn tekeningen, die ons laten zien hoe kusten, rivieren, steden en gebergten op het aardoppervlak gerangschikt liggen. Speciale tekens op zo’n kaart vertellen ons over richtingen en afstanden. Er zijn kaarten, die slechts een klein gedeelte van het aardoppervlak laten zien, zoals het kleine kaartje op deze pagina. Andere echter tonen een geheel land, een werelddeel of zelfs de gehele wereld.Een ronde bol, waarop een kaart van de wereld is getekend, wordt een ‘globe’ genoemd. De globe, die op deze pagina’s staat afgebeeld, laat ons de aarde zien zoals we ze vanuit een ver punt in de ruimte zouden waarnemen. Op die globe kunnen we zien hoe Noord- en Zuid-Amerika, Europa en Afrika gerangschikt liggen rondom de Atlantische Oceaan.
Om ons een duidelijk beeld van zulk een rangschikking te vormen is een globe een beter hulpmiddel dan een vlakke kaart. Want op zo’n vlakke kaart (op de tekening naast de globe) wordt het gebied in de buurt van de polen op een onnatuurlijke wijze vertekend.
Op globes en landkaarten zijn afstanden en vormen altijd ‘op schaal’ getekend. De kaart van Korea, die in dit deel van de encyclopedie voorkomt, toont dat land veel groter dan de globe hiernaast het werelddeel Afrika. Op die kaart van Korea stelt één centimeter ongeveer 85 kilometer voor; terwijl diezelfde centimeter op onze globe in werkelijkheid gelijk is aan ongeveer 2000 kilometer. Wie niet op deze verschillende schalen zou letten, zou ten onrechte tot de conclusie komen, dat Korea vele malen groter is dan Afrika, terwijl in werkelijkheid natuurlijk het omgekeerde het geval is. De kaarten van sommige steden, die in deze encyclopedie voorkomen, zijn op nóg grotere schaal getekend dan die van Korea; één centimeter op zulk een plattegrond is gelijk aan 1 of 2 kilometer. Wie een globe zou willen maken op dezelfde schaal als de tekeningen van die steden, zou in grote moeilijkheden komen.
Op zulk een schaal getekend immers zou een globe even hoog worden als een flatgebouw van 12 verdiepingen. Een continent als Zuid-Amerika zou op zulk een globe zou ruim 130 meter lang worden!
In deze encyclopedie zijn een groot aantal kaarten te vinden en de meeste zijn heel wat ingewikkelder dan het kleine kaartje op deze pagina. Op de kaart van Korea bijvoorbeeld kunnen we de ligging zien van kusten, havens, rivieren, meren en steden. Verschillende kleuren tonen ons de hoogte van het land; kleine tekeningetjes maken ons duidelijk hoe de bevolking in een bepaalde streek haar dagelijks brood verdient. Een kaart als die van Korea helpt ons als we ons willen voor stellen hoe het land er in werkelijkheid uitziet.
Er komen ook andere kaarten voor. Sommige vertellen ons over de bevolkingsdichtheid van een bepaald land; andere over de regen, die er jaarlijks valt; weer andere over de plantengroei en over tientallen andere zaken. De verschillende manieren om de gebogen oppervlakte van de aarde op een vlakke kaart af te beelden, worden ‘projecties’ genoemd. Zulke projecties zijn er vele. Grote, moderne landkaartverzamelingen bevatten duizenden kaarten in allerlei schalen en projecties - en ze geven de uiteenlopendste informaties over de afgebeelde landen.
De geschiedenis van de landkaart is lang geleden al begonnen. Maar kaarten zoals wij die tegenwoordig gebruiken, zijn pas heel laat in de geschiedenis uitgevonden. Vóórdat zulke kaarten vervaardigd konden worden moest de mens instrumenten construeren om richtingen en afstanden te bepalen. Duizenden gebieden moesten onderzocht worden; vele honderdduizenden metingen verricht. En in het verleden ging dat allemaal heel erg langzaam. Het duurde dan ook vele eeuwen voordat de informatie verzameld was, die we thans met één oogopslag van een kaart kunnen aflezen.
Er zijn intussen nog allerlei zaken, die niet in kaart gebracht kunnen worden, omdat we ze nog niet weten. Veel landen hebben duizenden mensen in dienst om informaties te verzamelen voor nóg betere kaarten dan we al hebben. Want in onze tijd kunnen zulke kaarten niet meer gemist worden.