Werkwoorden vervoegen
kaarten
Tegenwoordige tijd kaarten
Ik kaart
Jij kaart
kaart jij?
U kaart
Hij/Zij/Het kaart
Wij kaarten
Jullie kaarten
Zij kaarten
Verleden tijd van kaarten
Ik kaartte
Jij/U kaartte
Hij/Zij/Het kaartte
Wij kaartten
Jullie kaartten
Zij kaartten
Voltooid deelwoord van kaarten
gekaart
Tegenwoordig deelwoord van kaarten
kaartend