Het handjevol Zuiderzeevissers, dat aan het begin van de 13e eeuw zijn schamele woningen bouwde op de moerassige zuidoever van het IJ, zal wel nooit hebben kunnen vermoeden, dat dit gehucht nog eens uit zou groeien tot een wereldstad met bijna 1 miljoen inwoners en met handelscontacten in alle delen van de wereld.
Dat Amsterdam zich in goed 700 jaar ontwikkelde tot het centrum van Nederland, heeft de stad vooral te danken aan haar ligging aan het water. Die ligging was niet alleen gunstig voor die 13-eeuwse vissers. Ze was het óók voor de schepen, die in de loop van de 15e eeuw hout, graan en zout gingen halen in de Oostzeelanden. Reeds toen ontplooide Amsterdam zich tot een van de belangrijkste haven- en handelsplaatsen van Europa. Die ontwikkeling was helemaal niet meer te remmen toen Nederlands-Indië werd ontdekt en (in 1602) de Oost-Indische Compagnie werd opgericht. De invloedssfeer van Amsterdam begon toen zich over een groot gedeelte van de wereld uit te strekken en dat had aan de oevers van het IJ weer tot gevolg, dat de stad in de 17e eeuw snel groter werd en dat de bedrijvigheid in de havens en de handelswijken geweldige vormen begon aan te nemen.
Door de grote betekenis als handelscentrum speelde Amsterdam ook een belangrijke rol in de politieke en staatkundige ontwikkeling van het land. Het duurde echter tot in de 18e eeuw voordat Amsterdam hoofdstad werd. Dat gebeurde in 1795 toen Napoleon Amsterdam aanwees als hoofdstad van de Bataafse Republiek. De stad behield die functie toen in 1806 Napoleons broer Lodewijk Napoleon koning werd van het Koninkrijk Holland. En ook toen in 1813 het tegenwoordige Koninkrijk der Nederlanden werd opgericht, behield Amsterdam haar positie als hoofdstad des lands. Hoewel Amsterdams functie als handelscentrum vooral na de oorlog in betekenis is teruggelopen en voor een deel is overgenomen door Rotterdam, is de haven van Amsterdam een belangrijke rol blijven spelen in de Nederlandse economie. Verbindingen met de Noordzee (Noordzeekanaal) en het Duitse Rijngebied (Amsterdam-Rijnkanaal) maken de Amsterdamse haven voor allerlei schepen aantrekkelijk; per jaar meren er gemiddeld ruim 7000 af.
Daarnaast is Amsterdam in de loop der jaren uitgegroeid tot het belangrijkste centrum van Nederland. Veel Nederlandse bedrijven hebben in Amsterdam hun hoofdkantoor; de Nederlandse effectenhandel concentreert zich in de IJstad; de belangrijkste toneelgezelschappen, orkesten, balletgroepen, kranten, tijdschriften, kunstenaarscentra, etc. zijn in Amsterdam gevestigd. Daarnaast heeft de stad de laatste 50 jaar een indrukwekkende industrie gekregen met als voornaamste produkten metaal, textiel (kleding), voedingsmiddelen, alcoholische dranken, chemicaliën, grafische produkten, leer, hout, papier en diamant.
De wijze, waarop de stad gebouwd is, verraadt niet alleen de moerassige grond, waarop ze verrezen is maar vertelt ook iets over haar ontwikkeling in de loop der eeuwen. Haar erenaam ‘het Venetië van het noorden’ dankt de stad aan de vele grachten en kanalen (in totaal meer dan 80 kilometer, overspannen door 500 bruggen), die destijds gegraven zijn om het overtollige water af te voeren. Wie de plattegrond van Amsterdam bestudeert, kan bovendien de verschillende ontwikkelingsstadia van de stad duidelijk onderscheiden. Rondom de Dam ligt het oudste gedeelte van de stad; destijds een versterking, die beveiligd werd door een gracht: de Singel.
Aan de buitenzijde van de oude stad liggen de halvemaanvormige ringen van de grachten, die in de 17e eeuw gegraven werden om de snelle uitbreiding mogelijk te maken. De voornaamste en bekendste ervan zijn de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Dan volgen de stadsgedeelten, die in latere jaren werden gebouwd en die al veel minder de vorm van een halve cirkel hebben. Ze worden in grote lijnen omsloten door de Singelgracht.
In de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog verliet Amsterdam haar halvemaanvormige bouwwijze helemaal; de toen gebouwde stadsgedeelten liggen slordig om de vroegere delen heengegroepeerd. Tenslotte zijn na de laatste wereldoorlog een aantal tuinsteden gebouwd, die op onregelmatige afstanden van de oude stad als vierkante blokken in het groen van de polders liggen. Aan haar bewogen en rijke geschiedenis heeft Amsterdam tal van oude gebouwen en monumenten te danken. Behalve de beroemde grachtenhuizen (meestal uit de 17e en 18e eeuw) zijn dat o.a. de Oude Kerk (1300), de Nieuwe Kerk (1408; hier worden de Nederlandse koningen gekroond); het Paleis op de Dam (1648), de Zuiderkerk (1611), de Munttoren (in 1618 gebouwd op de resten van een veel oudere poort), de Westerkerk met het graf van Rembrandt (1631), het Trippenhuis (1662), de St. Nicolaaskerk (1886), het Centraal Station (1889), de Beurs (1903) en het Scheepvaarthuis (1916). Resten van de oude versterkingen rondom de middeleeuwse stad zijn de Schreierstoren en de Antoniuswaag.
Amsterdams modernste aanpassing aan het verkeer in de 20e eeuw is de luchthaven Schiphol, iets ten zuidoosten van de stad. Na de oorlogsverwoestingen herbouwd tot een van de beste vliegvelden van Europa zal Schiphol straks door een volledige vernieuwing kunnen voldoen aan alle eisen van het toekomstige luchtverkeer.