Reeds in de Oudheid bestonden er talrijke grote steden. Heel bekende ervan waren Thebe, Babylon, Niniveh, Tyrus, Damascus, Athene, Carthago, Byzantium en Rome.
Hun historie vormt een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van de menselijke beschaving. Sommige van die oude steden bestaan ook tegenwoordig nog; andere zijn al eeuwen geleden van de aardbodem verdwenen.Ongeveer 1500 jaar geleden drongen onbeschaafde volksstammen binnen in het Romeinse Rijk en brachten het ten val. De binnendringende horden vernielden de meeste steden uit die tijd. Het stadsleven trok hen niet aan; was iets vreemds voor hen, gewend als ze waren van de ene streek naar de andere te trekken.
Jarenlang bleef Europa een gebied van dorpen, bossen, landbouwgronden en moerassen. Na een aantal generaties echter begonnen ook de binnendringers zich te vestigen. Er kwamen rijke heren, die in kastelen woonden en grote oppervlakten grond bezaten. Groepjes armzalige hutten werden in de schaduw van zo’n kasteel opgetrokken omdat het volk zich daar veiliger voelde. Er verrezen grote kathedralen waaromheen zich steeds meer mensen vestigden. Kasteel, kathedraal en huizen groeiden langzaam uit tot steden.
De kruistochten leverden een belangrijke bijdrage tot de groei van de steden. De ridders, die terugkeerden van de strijd in het Heilige Land, ontdekten onderweg dat hun manier van leven bepaald niet de enige en ook niet de plezierigste was. Ze kregen behoefte aan mooiere kleren, aan comfortabeler huizen, aan smakelijker gerechten; ze ontdekten de aantrekkelijkheid van zijde, specerijen en parfums uit het oosten.
Die verlangens deden de behoefte ontstaan aan kooplieden en aan bankiers, die regelingen konden treffen voor de handel in kostbare stoffen. Die behoefte hielp mee aan de uitbreiding en de groei van de Europese steden.
Want al die mensen konden nu eenmaal gemakkelijker zaken doen als ze niet te ver van elkaar woonden.
Toen de Europese steden begonnen te groeien, waren er nog geen sterke regeringen om de orde en de wet te handhaven. Dat betekende, dat de steden zichzelf moesten beschermen tegen rovers en bandieten; tegen muitende soldaten en tegen edelen uit de buurt, die de steden onder hun beheer wilden brengen.
Talrijke Middeleeuwse steden waren daarom omringd door een sterke verdedigingsmuur. In veel oude steden, ook in Nederland en België, is dat oude vestingkarakter nog steeds te herkennen.
ln het begin van de Middeleeuwen verbouwde de bevolking nog het grootste gedeelte van haar eigen voedsel. Ze maakte haar eigen kleding en bouwde haar eigen onderkomens. Dat had tot gevolg dat er praktisch geen sprake was van handel. Maar toen de vraag naar betere kleding, beter voedsel en betere huizen begon te stijgen, gingen allerlei mensen dingen maken om ze te verkopen. Al spoedig ontdekten ze ook, dat allerlei zaken beter in fabrieken en werkplaatsen gemaakt konden worden dan thuis.
Het ontstaan en de ontwikkeling van fabrieken betekende opnieuw een belangrijke steun bij de groei en de ontwikkeling van de steden.
De stad is niet altijd een prettige plaats geweest om te wonen. Een Middeleeuwse stedeling bijvoorbeeld zou verbijsterd zijn over de netheid, de brede straten, de verlichting en de verborgen riolering van een moderne stad. Waarschijnlijk ook zou hij de varkens missen, die in zijn tijd door de straten krioelden en in de modder van het wegdek op zoek waren naar afval. En helemaal vreemd zou hem de zorg voorkomen, die de stedelijke autoriteiten thans in acht nemen om het ontstaan en de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen.
Een nieuwe groei-impuls kregen de steden door de uitvinding van de stoommachine en haar toepassing in het produktieproces. Datzelfde gold voor de aanleg van goede wegen en spoorwegverbindingen.
Op het ogenblik zijn er ongeveer 75 steden met een bevolking van meer dan één miljoen zielen. Ze liggen verspreid over de gehele wereld. Het werelddeel met de minste grote steden is (met uitzondering natuurlijk van Antarctica) Australië; de meeste miljoenensteden liggen in het dichtbevolkte Azië.
De ontwikkeling van deze miljoenensteden is sterk bevorderd door hun ligging aan verkeersknooppunten, bij steenkoolmijnen, aan water of in vruchtbare streken. Een belangrijk deel van de geschiedenis van een stad is het verhaal over het ‘waarom’ van haar stichting op een bepaalde plaats.
In het kader bij dit artikel zijn tien van ’s werelds grootste steden opgenomen.