in de Nederlanden de vertegenwoordiging van de middeleeuwse burgerij in het stadsbestuur. Oorspronkelijk waren → schout en → schepenen namens de graaf het rechtsprekend en besturend college; later beperkten zij zich tot de rechtspraak en kwam het bestuur aan poortmeesters en vestmeesters. die gewoonlijk raden. later burgemeesteren genoemd werden.
In moeilijke (financiële) kwesties vroeg men advies van rijke of wijze poorters, de riedom of vroedschap. Langzamerhand werd de vroedschap een vaste vergadering. De vroedschap zat voor het leven en werd aangevuld door → coöptatie: opgeheven bij de Bataafse Republiek (1795). → De Wet verzetten. Vroedschapspenning, een door diverse vroedschappen speciaal geslagen zilveren penning, die als presentiegeld na afloop van een bijeenkomst werd uitgereikt. Sommige vroedschappen gebruikten loodjes die voor geld inwisselbaar waren.Litt. E.A.M.Eibrink-Jansen, De opkomst van de vroedschap in enkele Hollandse steden (1927).
