Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Staten-Generaal

betekenis & definitie

1. de Algemene Staten die een aantal gewesten vertegenwoordigden, m.n de gewesten van de Ned. Republiek: voor het eerst 9.1.1464 bijeengeroepen door → Filips de Goede: bezaten vóór de opstand tegen Spanje geen bestuursbevoegdheid en werden slechts bijeengeroepen om → beden toe te staan.

In crisisperioden vervulden zij een belangrijke politieke rol, zo in 1477. toen zij het → Groot Privilege afdwongen, en in 1576, toen zij de → Pacificatie van Gent sloten. Ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden (een statenbond) werden in dit college de Uniezaken behandeld (→ Nederland. De Noordned. Republiek 1581- 1795). De Staten-Generaal hadden het bestuur over de → Generaliteitslanden en het toezicht op de voc en wie, die hun octrooi van de Staten-Generaal hadden verkregen en in naam van de Staten-Generaal regeerden over de overzeese gebieden. De Staten-Generaal werden door de Bataafse omwenteling (1795) opgeheven en 1796 vervangen door een Nationale vergadering (→ Bataafse Republiek). In de Zuidelijke Nederlanden waren er tussen 1632—1790 geen vergaderingen van de Staten-Generaal.2. (thans) naam voor de Ned. volksvertegenwoordiging. Sinds 1814 vormen de Staten-Generaal de Ned. volksvertegenwoordiging, ingericht volgens het vertegenwoordigend stelsel, bestaande uit een → Eerste en een → Tweede Kamer. De leden stemmen zonder last of ruggespraak met hen. die benoemen. Samen met de regering vormen zij de wetgevende macht. Daarnaast oefenen zij controle uit op de regering.

Litt. R.Fruin en H.T.Colenbrander, Gesch. der Staatsinstellingen in Nederland (2e dr. 1922; herdr. 1980); J.van den Nieuwenhuizen. Het ontstaan der Staten-Generaal in de Nederlanden in 1464 (in; TvG 1959); S.J.Fockema Andreae en H.Hardenberg (red.). 500 jaren Staten-Generaal in de Nederlanden (1964); R.Wellens. Les Etats généraux des Pays-Bas. des origines a la fin du règne de Philippe le Beau 1464—1506 (1974).