Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Ruggespraak

betekenis & definitie

i.h.a. overleg van afgevaardigden in vertegenwoordigende lichamen met hun opdrachtgevers over hetgeen in hun vergadering aan de orde wordt gesteld. In de Noordned.

Republiek dienden de afgevaardigden in de → Staten-Generaal ruggespraak te plegen over die onderwerpen waarvoor zij geen opdracht (‘last’) hadden meegekregen van de Staten van hun gewest. De afgevaardigden van de tegenwoordige Belg. en Ned. volksvertegenwoordigingen en van de Provinciale Staten dienen ingevolge de cw te stemmen zonder ruggespraak met hun benoemers.