Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Filips de Goede

betekenis & definitie

hertog van Bourgondië (1419-67), *31.7.1396 Dijon. ✝ 15.6.1467 Brugge; volgde zijn vader Jan zonder Vrees, die vermoord werd. 10.9.1419 op in Bourgondië. Vlaanderen, Artois en Franche-Comté; verkreeg 1429 Namen, 1430 Brabant en Limburg. 1433 Holland.

Zeeland en Henegouwen, 1435 Auxerre. Bar en Maçon. 1451 Luxemburg (→ Bourgondië:→ Bourgondische Huis): streefde naar afronding van de Bourgondische staat met de nog onafhankelijke gewesten Friesland en Gelre en naar centralisatie; richtte daarom een algemeen bestuur in met naast zich een kanselier en een → Grand Conseil: in de gewesten benoemde hij stadhouders. terwijl adel, geestelijkheid en steden geraadpleegd werden in de gewestelijke staten: afgevaardigden van alle gewesten vormden te Brussel de Staten-Generaal, die geen regeringsmacht hadden, doch slechts dienden om → beden toe te staan. Filips' ideaal tendeerde naar het oude middenrijk van Lotharius, losgemaakt van Duitse en Franse leenhorigheid, met als staatrechtelijke structuur het koninkrijk. De koningstitel ontging hem echter door gebrek aan medewerking van de Duitse keizers Sigismund en Frederik III. Filips vergrootte zijn invloed nog door de benoeming van zijn neef Lodewijk tot bisschop van Luik (1455) en van zijn bastaardzoon → David tot bisschop van Utrecht (1456). Filips kan beschouwd worden als de grondlegger van de Ned. en Belg. staat.Litt. P.Bonenfant. Philippe le Bon (1955): M.R.Thielemans. Bourgogne et Angleterre. 1435-67 (1966); G.Dogaer en M.Debae, De librije van Filips de Goede (1967); R.Vaughan. Philip the Good (1970).