(oorspr.: Berg), Ned. gemeente in de prov. Limburg.
Reeds in de Romeinse tijd bewoond. Ca. 700 stichtten de heiligen Wiro. Plechelmus en Othgerus ter ere van St. Pieter er een abdij, die betekenis kreeg voor de kerstening; werd 858 door keizer Lotharius II aan de Utrechtse bisschop → Hunger geschonken en was tijdens de Noormanneninvallen een toevluchtsoord voor de Utrechtse geestelijkheid, tot de Noormannen hun invallen ook naar het zuiden richtten (→ Adalbold I). Oorspronkelijk een kapittelkerk, werd ca. 1361 het kapittel naar Roermond verplaatst. Bij de Vrede van Munster (1648) bleef St.-Odiliënberg Spaans; kwam 1715 aan de NoordNed. Republiek.Litt. J.Linssen. Een onderzoek naar Odiliënberg (in: Publ. Limbourg 1958—59); M.Hereswitha. De Priorij van de Reguliere kanunniken van het Heilige Graf te St.-Odiliënberg 1467-1639 (in: Augustiana 1971).