Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Gent

betekenis & definitie

hoofdplaats van de prov. Oost-Vlaanderen, belangrijkste Belg. haven na Antwerpen en meest bevolkte stad. na Brussel en Antwerpen.

Ca. 630 stichtte de H.Amandus er waarschijnlijk twee abdijen: de St.-Baafsabdij te Ganda, aan de samenvloeiing van Leie en Schelde en de St.-Pietersabdij, op de Blandinusberg. De eerste handelsnederzetting aan Leie en Schelde ontstond in de 9e eeuw. Deze werd 879-83 door de Noormannen verwoest. Na 900 ontstond een nieuwe portus onder bescherming van een grafelijke burcht, gebouwd door graaf Boudewijn II, die door Filips van de Elzas in 1180 tot het huidige Gravensteen werd herbouwd. In het 2e kwart van de 10e eeuw kwam ook de oude eerste portus weer tot ontwikkeling en beide kernen groeiden naar elkaar toe. De oudste vermelding van eigen Gentse stadsschepenen klimt op tot 1168. doch de stad bezat wellicht van ca. 1100 een eigen schepenbank.

Sedert 1228 regeerden over de stad de zg. xxxix (schepenen), die er een patricische oligarchie vormden, tot 1302, toen zij, ingevolge de → Guldensporenslag, werden afgezet. In de aanvang van de Honderdjarige Oorlog kende Gent het bewind van → Jacob van Artevelde (1338—45). De stad voerde een eerste grote opstand in 1379 tegen graaf → Lodewijk van Male, onder leiding van Filips van → Artevelde, Frans Ackerman en Pieter van den Bossche. Deze opstand eindigde 1385 onbeslist door de Vrede van Doornik (→ Vrede van Doornik) tijdens de regering van de eerste Bourgondische hertog, Filips de Stoute. De ganse verdere middeleeuwse geschiedenis van Gent is een aaneenschakeling van opstanden tegen de Bourgondische hertogen. omdat haar diep ingeworteld particularisme in botsing kwam met de centralisatiepolitiek dezer hertogen. In de beslissende slag van Gavere (1453), bleven ca. 15000 Gentse strijders op het slagveld.

Na nog herhaalde opstanden. werd Gent 1540 door → Karel v onderworpen, die haar de → Concessio Carolina oplegde. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd cr 1576 de Pacificatie van Gent gesloten (→ Pacificatie van Gent). Van 1578-84 stond Gent met → Hembyze en → Rijhove onder calvinistisch bestuur. Op 17.8.1584 viel de stad definitief in handen van Parma. en week een groot aantal aanhangers der Hervorming (ca. 4000) uit naar de Zeven Verenigde Provinciën. Van eind 16e tot ca. midden 18e eeuw. kende Gent een economisch verval; de middeleeuwse bevolking van boven de 50000 was in 1650 teruggevallen op ca 31000. Door de Vrede van Munster (1648) verloor de stad haar uitweg naar de zee.

De vestiging van nieuwe nijverheden 2e helft 18e eeuw bracht economische herleving, vooral ingevolge de invoering van de gemechaniseerde katoennijverheid door Lieven Bauwens. Op 28.12.1814 werd tussen de Angelsaksische mogendheden - Engeland en de Ver.Staten - te Gent, de Vrede van Gent gesloten. Tijdens het Koninkrijk der Nederlanden (1814-30) werd Gent een universiteitsstad en ook opnieuw zeehaven, door het graven van het kanaal Gent-Terneuzen: toen vonden ook de Gentse katoenweefsels een uitgestrekt afzetgebied in Xcd.-Indic. wat verklaart dat de Gentse industriëlen de Belg. omwenteling van 1830 niet algemeen toejuichten. De ellendige economische toestanden in de 19e eeuw leidden er toe. dat Gent in België een van de eerste centra van socialisme werd.Litt. F.Blockmans, Het Gentsche stadspatriciaat tot omstreeks 1302 (1938): F.C.Dominicus. De vernedering van Gent door Karel v in 1540 (in: Haagsch Mbl. 1940): H.van Werveke. Gent, schets van een sociale geschiedenis (1947); M.E.Dumont, Gent, een stedenaardrijkskundige studie (2 dln. 1951): R.Bultynck en W.van Meerhaege. Kenmerken en groeikansen van de Gentse economie (1962): J.de Cavelc. De dictatuur der Gentse Calvinisten (in: SH. 1967, met Litt.): S.J.dc Lact.

Nieuw licht op de oorsprong van Gent (in: SII. 1969. met Litt.): F.de Potter. Gent van den oudsten tijd tot heden (1882-1901. 8 dln.. herdr. 1969): P.Carson en G.Danhieux, Gent. een stad van alle tijden (1972); P.Carson en G.Danhieux, Gent. Duizend jaar kunst en cultuur (3 dln. 1975). J.de Beider. De Gentse textielarbeiders in de 19c en 20e eeuw (in TvG, 1979, met Litt.).