Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Antwerpen (stad)

betekenis & definitie

Belg. stad, hoofdstad van de gelijknamige prov. De eerste vermeldingen van Antwerpen waar sporen van Romeinse bewoning werden gevonden, gaan terug tot het midden van de 7e eeuw (Vita Sancti Eligii. ca. 640).

Opgravingen toonden een nederzetting uit de 9e eeuw aan. Zij werd in 836 door de Noormannen verwoest. maar spoedig opnieuw bewoond. Ca. 963 werd Antwerpen de kern van het gelijknamige markgraafschap van het Heilige Roomse Rijk. waardoor keizer Otto I de expansie van Vlaanderen poogde in te tomen. In het bezit gekomen van Godfried van Bouillon, werd het in 1096 aan graaf Godfried I van Leuven verkocht en werd daardoor een deel van Brabant. Kort daarop (1124) moet Antwerpen reeds stadsrechten hebben bezeten. Het oudst bewaarde stadsprivilege dagtekent van 1221. In de 13e eeuw werd Antwerpen één der vier hoofdsteden vanBrabant en kreeg ook de Engelse wolstapel (1296). In de 14e eeuw was het een internationale wolmarkt en financieel centrum van West-Europa. De concurrentie, die Antwerpen voor de Vlaamse steden betekende, werd gestuit door graaf → Lodewijk van Male, die Antwerpen en een deel van het markgraafschap in leen kreeg. De sociale onlusten in Vlaanderen kwamen Antwerpen ten goede, vooral toen vreemde kooplieden Brugge verlieten om zich te Antwerpen te vestigen (1393). Tijdens de Bourgondische periode bleef Antwerpen van politieke beroeringen gespaard en mocht de steun der hertogen genieten. Ook van keizer → Maximiliaan van Oostenrijk kreeg de stad talrijke voorrechten als beloning voor haar trouw.

In de 16e eeuw groeide Antwerpen uit tot voornaamste haven en financieel centrum van West-Europa. Vooral de Zuidduitse handelsfamilies, vnl. de Fuggers en de Welsers, stichtten er bijhuizen: de Portugezen kozen Antwerpen als verdelingscentrum voor de specerijen uit het oosten en de Engelse lakeninvoer droeg bij tot Antwerpens opbloei. De grote bevolkingsaangroei maakte het noodzakelijk de stadswallen te verruimen (1542 en 1567). De vreemde kooplieden bouwden er grote handelshuizen. In 1485 werd de eerste Antwerpse Beurs gesticht en in 1526 werd een nieuwe Beurs geopend, centrum van internationaal handelsleven. Tijdens de eerste helft der 16c eeuw vond de hervorming vlug aanhangers onder de kosmopolitische bevolking der stad.

De Antwerpse magistraat toonde zich mild tegenover de nieuwe leer. omwille van de handelsbelangen, en Antwerpen werd weldra de verblijfplaats van protestantse vluchtelingen. Alva trad dan ook zeer streng op en liet een citadel bouwen om de stad permanent in bedwang te houden. Antwerpen behield niettemin haar betekenis en zette door haar welvaart de muitende Spaanse troepen tot plundering aan (→ Spaanse Furie). Na → Requesens' dood kreeg het protestantisme meer en meer invloed en werd de rooms-katholieke godsdienst zelfs geschorst te Antwerpen. In de strijd om de Nederlanden, tijdens welke Alexander Farnese (→ Parma) geleidelijk het Zuiden veroverde. poogde de hertog van → Anjou de soevereiniteit te veroveren, maar zijn plannen mislukten te Antwerpen (→ Franse Furie). In juli 1584 sloeg Parma het beleg voor de stad en sloot ze af door een blokkade op de Schelde.

Op 17.8.1585 werd Antwerpen door burgemeester → Marnix van St.Aldegonde overgegeven aan de Spanjaarden. De Verenigde Provinciën hielden echter de Schelde gesloten en Antwerpen verloor onmiddellijk alle economische betekenis: vele protestanten vluchtten naar het Noorden, de stad ontvolkte en beleefde in de 17e eeuw enkele sociale onlusten. Tijdens de Oostenrijkse overheersing (1714-92) kende het zakenleven te Antwerpen een zekere heropbloei door de stichting in 1722 van de → Generale Oost-Indische Compagnie, die Oostende, waarmee Antwerpen door een net van kanalen verbonden was, als uitvoerhaven gebruikte. Na een korte bloei werd deze zgn. → Oostendse Compagnie door keizer Karel VI geschorst met het doel om van de concurrerende zeemogendheden gedaan te krijgen, dat zij zijn dochter Maria-Theresia als zijn erfgename zouden erkennen. In 1784 heeft keizer Jozef II tevergeefs gepoogd de blokkade van de Schelde te doorbreken. Eerst tijdens de Franse overheersing werd Antwerpen opnieuw open haven en tevens hoofdplaats van het departement der Twee Neten.

Napoleon vergrootte de haven in 1803 met twee dokken, doch de Engelse blokkade maakte alle handel onmogelijk. Tijdens het Koninkrijk der Nederlanden (1814—30) bloeide Antwerpen opnieuw op, wat verklaart, dat na de revolutie van 1830 het → orangisme een sterke aanhang bleef bewaren. De citadel van Antwerpen bleef bezet door Nederlandse troepen onder → Chassé. tot zij in 1832 door de Franse maarschalk → Gerard werd ontzet. Het verdrag van de 24 artikelen (1839), dat de oorlogstoestand tussen België en Nederland voorgoed ophief, waarborgde de vrije scheepvaart op de Schelde, mits betaling van een tol aan Nederland. Op politiek vlak kende Antwerpen een zeer bewogen tijd in de jaren 1860. toen de ontworpen militaire plannen de havenexpansie dreigden onmogelijk te maken. Naar aanleiding hiervan ontstond de zgn. → Meetingpartij die door haar anti militarisme en Vlaamsgezindheid een grote invloed ontwikkelde op de landspolitiek.

In 1863 kon de Scheldetol van Nederland worden afgekocht; sedert het laatste kwart der 19e eeuw werd de haven aanzienlijk uitgebreid door aanleg van de Scheldekaaien en het graven van nieuwe dokken. In augustus 1914. na de Duitse inval, trok het Belgische leger zich binnen de vestingen van Antwerpen terug en hield daar een belangrijk deel van het Duitse leger bezig, dat zodoende zijn opmars naar Frankrijk en de Noordzee gestuit zag. Antwerpen werd van 28.9 tot 29.10 beschoten en moest zich toen overgeven, nadat de Belgische troepen de stad ontruimd hadden en zich achter de IJzer hadden teruggetrokken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Antwerpen bezet op 17.5.1940 en op 4.9.1944 bevrijd, zonder dat de haveninstallaties vernietigd waren, zodat deze gebruikt werden door de geallieerden. Daarom werd Antwerpen dan ook van okt. 1944 tot april 1945 door de Duitsers beschoten met V-bommen. die grote schade aanrichtten en talrijke slachtoffers maakten.

Litt.:. A.van Laar, Bibliografie van de gesch. van de stad Antwerpen (2 dln. 1927—39); F.Prims. Gesch. van Antwerpen (29 dln. 1927—49. herdr. sedert 1977); F.Prims. Antwerpiensia (24 dln. 1927—51): F.Prims. Antwerpen door de eeuwen heen (1951); Antwerpen in de 18e eeuw (1952): Bouwstoffen voor de gesch. van Antwerpen in de 19e eeuw (1964); H.van der Wee, The growth of the Antwerp market and the European economy, 14th — 16th century (3 dln. 1963); L.Voet, De gouden eeuw- van Antwerpen (1973): J.Wegg, The decline of Antwerp under Philip of Spain (herdr. 1979); J.van Acker, Antwerpen van Romeins veer tot wereldhaven (1975); F.II.Mertens en K.L.Torfs, Gesch. van Antwerpen (8 dln.. 1845-81: herdr. 1976).

< >