Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Godfried

betekenis & definitie

hertogen van Brabant en van Neder-Lotharingen.

Godfried I met de Baard, hertog van Brabant (1095-1139), graaf van Leuven. ✝ 25.1.1139. Werd 13.5.1106 door keizer Hendrik V beleend met Neder-Lotharingen, dat echter 25.12.1101 door keizer Hendrik IV reeds was toegekend aan Hendrik I van Limburg, waardoor een vete ontstond tussen de huizen van Limburg en Leuven. Hoewel Godfried 1128 door koning Lotharius werd afgezet ten gunste van Walram II van Limburg en een nederlaag leed te Duras (1129), bleef hij zich als hertog handhaven; behield bovendien het markgraafschap Antwerpen, dat vanouds verbonden was geweest met Neder-Lotharingen. Sindsdien bleef Antwerpen met Brabant verbonden. Steunde in de Investituurstrijd uit eigenbelang de keizer; huwde Ida. dochter van Albrecht III van Namen en na haar dood (na 1117) Clementia. dochter van graaf Willem II van Bourgondië, weduwe van graaf → Robert II van Vlaanderen; werd opgevolgd door zijn zoon → Godfried II.

Godfried II, hertog van Brabant (1139-42) en Neder-Lotharingen (ca. 1140-42), *ca. 1095. ✝ 13.6.1142, zoon van → Godfried 1. Regeerde 1136-39 samen met zijn vader; zijn huwelijk ca. 1139 met Lutgardis, dochter van Berengarius van Sulzbach en zuster van de koningin, bezorgde hem de steun van de Staufen; kreeg van keizer Koenraad in de voogdij over alle kerkelijjke goederen in zijn gebied; voerde evenals zijn vader strijd met Limburg over de hertogstitel. Na de dood van Walram II van Limburg (1139) schonk Koenraad III hem de hertogstitel van Neder-Lotharingen.

Godfried III, hertog van Brabant (1142-90), *ca. 1130, ✝ 21 (of 10?).8.1190, zoon van → Godfried II. Minderjarig bij de dood van zijn vader, wat de heren van Berthout de gelegenheid gaf hun domeinen tussen Grimbergen en Mechelen aan de heerschappij van Brabant te onttrekken, het begin van de → Grimbergse Oorlog, die in Godfrieds voordeel eindigde; genoot de steun van de Duitse keizers; vergrootte zijn hertogdom met Aarschot. Diest en Grimbergen; kocht 1189 het graafschap Duras; kon door zijn huwelijk (jan. 1155) met Margaretha van Limburg, dochter van graaf Hendrik II van Limburg, de vete tussen het Limburgse en Leuvense huis beëindigen; huwde na de dood van Margaretha (1172) Imagina, dochter van graaf Lodewijk I van Loon; bevorderde handel en stadsontwikkeling.

Godfried I van Verdun, uit het Huis der Ardennen, hertog van Neder-Lotharingen (1005 of 1012-23), ✝ 26.9.1023; zoon van → Godfried de Gevangene. Bestreed in dienst van keizer Hendrik II de naar zelfstandigheid strevende heren. m.n. Lambert I van Leuven (die in de slag bij Florennes sneuvelde, 1015) en Dirk III van Holland.

Godfried II met de Baard, uit het Huis der Ardennen, hertog van Neder-Lotharingen (1044-69), 424.12.1069; zoon van → Gothelo I. Keizer Hendrik III wilde bij de dood van Gothelo I de sinds 1033 verenigde hertogdommen Opper- en Neder-Lotharingen scheiden; wees daarom Neder-Lotharingen aan Godfrieds broer → Gothelo II toe, zodat Godfried alleen in Opper-Lotharingen zou opvolgen. Deze poogde vergeefs met steun van verschilende machthebbers ook Neder-Lotharingen op zijn broer te veroveren. Daarin slaagde hij pas na de dood van diens opvolger Frederik van Luxemburg (1065). Huwde 1054 Beatrijs, weduwe van Bonifacius I, markgraaf van Toskane.

Litt. L.DupréeI. Histoire critique de Godefroid le Barbu, duc de Lotharinge, marquis de Toscane (1904).

Godfried III met de Buil, uit het Huis der Ardennen, hertog van Neder-Lotharingen (1069—76). *ea. 1045, ✝ (verm.) 26.2.1076 Vlaardingen; zoon van → Godfried II met de Baard. Huwde 1069 (?) zijn stiefzuster Mathilde van Toskane, die in de Investituurstrijd de paus steunde, terwijl Godfried keizer Hendrik IV steunde. Wegens zijn steun aan bisschop Willem I van Utrecht in diens strijd tegen Holland en Vlaanderen, werd hij tijdens een krijgstocht in Zeeland op last van Dirk v. graaf van Holland en/of van Robert de Fries, graaf van Vlaanderen, vermoord.

Litt. F.Dieckmann. Gottfried III der Büeklige, Herzog von Niederlothringen (1885).

Godfried IV van Bouillon, uit het Huis der Ardennen, hertog van Neder-Lotharingen (1087—1100). koning van Jeruzalem (1099-1100). *ca. 1061 Baizy bij Genappe. ✝18.7.1100 Jeruzalem; zoon van Eustatius van Boulogne en Ida, dochter van Godfried II met de Baard. Werd geadopteerd door Godfried III met de Bult en aangewezen als erfgenaam; erfde echter alleen het graafschap Bouillon met het markgraafschap Antwerpen en Verdun; wist door strijd zijn erfgoederen te behouden en kreeg voor zijn steun aan de keizer tijdens de Investituurstrijd de titel hertog van Neder-Lotharingen. Trad op als belangrijk leider in de eerste kruistocht van de ridders uit het Rijn-, Maas- en Scheldegebied; betrad 15.7.1099 als eerste kruisridder Jeruzalem; werd hier tot koning gekozen; nam echter de titel aan van Beschermer van het Heilig Graf; stierf aan de pest.

Litt. J.C.Anderssohn. The ancestry and life of Godfrey of Bouillon (1947); H.Dorchy, Godefroid de Bouillon, duc de Basse-Lotharingie (in: RBPH, 1948). C.D.J.Brandt, Kruisvaarders naar Jeruzalem (1950).