Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Orleans (1e huis)

betekenis & definitie

(Lodewijk I, hertog van), stamheer van het Eerste huis van Orleans, was de tweede zoon van Karel V en jongste broeder van Karel VI. Hij speelde eene voorname rol gedurende de verstandsverbijstering zijns broeders, had dikwijls al het gezag in handen, doch werd eindelijk (1407) vermoord te Parijs (in de oude >Rue du Temple” in de nabijheid der »Kue Barbelte”) op last van Jan zonder Vrees, hertog van Burgnndië, die met hem wedijverde in eerzucht.

Die moord werd de aanlcidende oorzaak tot de partijschappen der Armagnacs (aanhangers van O.) en Bonrguignons (Burgundiers), welker woelingen zooveel bloed in Frankrijk hebben doen slroonien. Lodewijk 1 van O. was gehuwd met Vaientine Visconti, die hem het graafschap Asti mede ten huwelijk gebracht had, benevens aanspraken op het Milaneesche. De vermaarde Dunois was een natuurlijke zoon van hertog Lodewijk I.(Karel van), graaf van Angoulême, oudste zoon van den vorige uit diens huwelijk met Valentine van Milaan, was geb. 1391. Hij vatte 1411 de wapenen op, om den dood zijns vaders te wreken op Jan zonder Vrees, hertog van Burgundië; tot dat einde verbond hij zich met ziju stiefvader Bernard van Armagnac (vandaar de benaming Armagnacs, die aan de aanhangers van Orleans gegeven werd). Hij onderscheidde zich 1415 in den slag van Azincourt, waar hij gekwetst werd en gevangen genomen. In Frankrijk teruggekeerd, deed hij vruchteloos pogingen om zich in het bezit te stellen van het hertogdom Milaan, waarop hij aanspraak had door zijne moeder: het gelukte hem slechts, meester te worden van het graafschap Asti. Hij stierf 1465, onder meer kinderen nalatende Lodewijk van O., later Lodewijk XH.

(Lodewijk II, hertog van); zie onder de koningen van Frankrijk LODEWIJK XII.

(Gaston J. B., hertog van), geb. 1608, op een na oudste zoon van Hendrik IV en broeder van Lodewijk XIII, voerde den titel van hertog van Anjou tot 1626, toen hij het hertogdom Orleans als apanage ontving. Hij bracht zijn geheele leven door in kuiperijen en opstanden. Tegen zijnen zin gehuwd met de erfdochter van Montpensier, die 1627 stierf, wilde hij toen (1629), inweerwil van de tegenkanting zijner moeder, in den echt treden met Maria van Gonzaga (dochter van Karel I, hertog van Mantua); en toen dit hem niet gelukte, ging hij in T geheim een huwelijk aan met Margareta van Lotharingen (1632). Hij nam deel aan al de komplollen tegen Richelieu, doch zag zijne aanhangers sneven : Montmorency (1632), Cinq-Mars en de Thou (1642), overgeleverd aan de wraak van den onverbiddelijken minister. Slechts door zich een aantal vernederingen te getroosten verkreeg hij de erkenning van zijn tweede huwelijk. Na den dood van Lodewijk XIII benoemd tot luitenant des rijks, herstelde hij zijn aanzien eenigszins door zijne drie veldtochten van 1644, 45 en 46, bemachtigde Grevelingen, Kortrijk, enz., doch speelde eene jammerlijke rol tijdens de Fronde (1649—53). Hij stierf 1660, niet anders nalatende dan dochters; zie MONTPENSIER (hertogin V.).

< >