Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Milaan

betekenis & definitie

ital. Milano, lat.

Mediolanum, duitsch Mailand, fr. en eng. Milan, stad in Italië, in eene vlakte op den linkeroever van het riviertje Olona, hoofdplaats der tegenw. prov. Milaan, vroeger hoofdstad van het Lombardisch-Venetiaansch koninkrijk, en nog vroeger van het toen zelfstandige hertogdom Milaan, heeft thans 220,000 inw. Onder de groote menigte prachtige kerken van M. munt vooral uit de Domkerk, geheel van wit marmer gebouwd, en na de St.-Pieterskerk te Rome de grootste en prachtigste yan geheel Italië. Ouder echter dan de Dom is de reeds uit de 4e eeuw dagteekenende St.-Ambrosiuskerk, beroemd doordien aldaar eertijds de koningen van Italië gekroond plachten te worden. Gesticht is M. omstr. 587 v. Chr. door Bellovesus, die uit Gallië was gekomen, en aanvankelijk was het de hoofdstad der Insubren in Cisalpijnsch Gallië. Toen de Romeinen zich van dit land meester gemaakt hadden (195 v. Chr.) werd M.’s bloei in de schaduw gesteld door dien van Modena en van Mantua; doch in de 2e eeuw na Chr. werd M. weder de eerste stad der provincie. In de 3e eeuw verhief Maximianus het tot zijne hoofdstad; te M. vaardigde Constantijn de Groote anno 313 het vermaarde edict uit, waarbij het Christendom verheven werd tot godsdienst van den staat. In 452 werd M. door de Hunnen onder Attila veroverd en geplunderd; vervolgens namen de Oost-Gothen onder Theodorik den Groote het in bezit (490), en 570 werd het eene prooi der Longobarden, waardoor het afdaalde tot den rang van tweede stad des rijks (de hoofdstad was Pavia). Doch toen het Longobardische rijk vernietigd werd door Karel den Groote (774) hernam M. den rang van eerste stad in Noord-Italië, en heeft zich sedert als zoodanig staande gehouden. Onder de frankische heerschappij maakte M. zich van lieverlede vrij van de verdrukking, die het én van de Heeren van M. èn van de bisschoppen van M. te lijden had, en was ten laatste zoo goed als eene onafhankelijke republiek, die nog slechts in naam onderhoorig was aan het koninkrijk Italië. Onder het bewind der Hohenstaufen werd M. het middelpunt van het italiaansche verzet tegen de oppermacht der duitsche keizers: M. was de guellische stad bij uitnemendheid. Verscheidene steden onderwierp M. aan zijn eigen gezag (1153), zooals Lodi, Como, enz.; het werd echter herhaalde malen voor zijne oproerigheid getuchtigd, zoo o. a. gevoelig in 1158 door Frederik I, die, toen dat niet baatte, in 1162 geheel M. liet uitplunderen en tot een puinhoop verwoesten, van welk lot alleen de kerken verschoond bleven. Doch reeds spoedig beurde M. zich weder op, en plaatste zich 1167 aan het hoofd van den Lombardischen stedenbond, die na eenen langen strijd de overwinning bij Legnano bevocht (1176) en tot den vrede van Constans noodzaakte. Hierdoor werd M. eene vrije stad, die echter, door de aanhoudende twisten der partijen (Guelfen en Gibellijnen), nog wel eene eeuw lang in hare ontwikkeling werd belemmerd. De guellische familie Torriani of della Torre, die sedert 1257 het hoogste gezag in handen had, werd 1277 daaruit gestooten door het gibellijnsche geslacht Visconti; en onder dit bewind onderwierp M. verscheidene naburige steden, en vormde zoodoende de kern van het aanstaande hertogdom Milaan (dat 1395 gesticht werd; zie bet volgende art.). In de oorlogen, die in de 15e en 16e eeuwen om het bezit van dat hertogdom gevoerd werden, had M. als hoofdstad herhaalde malen veel te lijden: zoo in 1499, toen het ingenomen werd door de Franschen. Hetzelfde lot onderging M. nogmaals in 1796; vervolgens in 1800 verheven tot hoofdstad van de Cisalpijnsche republiek, en 1805 tot hoofdstad van het napoleontische koninkrijk Italië, kwam M. door de gebeurtenissen van 1814 weder aan Oostenrijk, en was sedert dien tijd de hoofdstad van het Lombardisch-Veneliaansch koninkrijk en residentie van den oostenrijkschen onderkoning. In 1848 (18 Maart) in opstand gekomen, doch 1849 tot onderwerping gebracht, was M. van 1855 tot 1859 de residentie van aartshertog Maximiiiaan (die als keizer van Mexico zoo treurig zijn leven eindigde in 1867). Doch door den Italiaanschen oorlog 1859 en de nederlaag van Oostenrijk bij Magenta (4 Juni) rukten de fransche en sardische troepen 5 Juni 1859 M. binnen, en den volgenden dag hield keizer Napoleon III met koning Victor Emmanuel zijnen zegevierenden intocht in M„ dat toen aan Sardinië kwam, om daarmede vervolgens deel uit te maken van het herboren koninkrijk Italië.Nog dient van M. vermeld, dat het de geboortestad is van eene groote menigte beroemde personen, waaronder wij aantreffen: (in de oudheid) den dichter Caecilius, en Valerius Maximus; (later) Aiciati, Cavalieri, Beccaria, Verri, Maria Agnesi, Manzoni, en verscheidene pausen, o. a.: Alexander II, Urbanus III, Gregorius XIV, enz.

< >