een fransch leen, was aanvankelijk slechts een graafschap van bet Carlovingische rijk; en toen Karel de Kale de hertogdommen weder in het aanzijn riep, maakte O. deel uit van het hertogdom Frankrijk, en was bij gevolg een achterleen der kroon. Maar reeds zeer vroeg kwam het terug aan de hertogen van Frankrijk ; en Robert I (koning, of althans medestander naar den troon, in 923) was hertog van Frankrijk en tevens graaf van Parijs en van O.
Geërfd wordende door Hugo den Groote en door Hugo Gapet, werd dus het leen met die beide achlerleenen bezeten door een en denzelfden persoon. Zij vormden de kern van het nieuwe koninklijke domein, en hij gevolg van de koninklijke macht. Het graafschap O. werd niet van de kroon afgescheiden onder de rechte linie der Capelingcrs; maar later werd het dat herhaalde malen:1) Filips VI verhief het tot een hertogdom ten behoeve van zijnen vierden zoon, Filips, gesl. 1375;
2) Karel VI gaf het 1392 aan zijnen broeder, Lodewijk, wiens kleinzoon (Lodewijk XII) in 1498 op den troon kwam, en O. dus weder aan de kroon bracht;
3) Lodewijk Xlll scheidde het weder daarvan af ten behoeve van zijnen broeder Gaston, die zonder mannelijk oir kwam te overlijlijden;
4) vervolgens kwam O. aan den broeder van Lodewijk XIV, nl. Filips, wiens afstammeling in den vijfden graad Lodewijk-Filips in 1830 den troon van Frankrijk beklom, en den titel van Hertog van O. afstond aan zijnen oudsten zoon Ferdinand Filips, tot dusverre hertog van Chartres. Ziehier de geslachtslijst der,2 voornaamste huizen van Orleans:
1e huis.
Lodewijk I (zoon van Karel V) 1392
Karel 1407
Lodewijk II (later koning onder den naam van Lodewijk XII) 1465
2e huis
Filips I (broeder van Lodewijk XIV) 1661
Filips II (rijksbestuurder) 1701
Lodewijk l 1725
Lodewijk Filips I 1752
Lodewijk Jozef Filips (meer bekend onder den naam van Philippe-Egalité) 1785
Lodewijk Filips ll koning 1830-1848) 1793
Ferdinand Filips 1830