Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Hamburg

betekenis & definitie

latijn Hamburgium, Hammoniu, Hochburi castellum, de grootste der vrije steden, en de eerste koopstad van Duitschland, op den rechteroever van de Etve, 18 mijlen van hare uitwatering in de Noordzee, en een half nur gaans bezuiden Altnna; omstr. 180,000 inw. De eerste stichting van H. dagteekent van 809, toen Karel de Groote hier eene sterkte liet aanleggen; in weerwil van de gedurige verwoestingen, die de Slawen en de Noormannen kwamen aanrichten, ontwikkelde H. zich snel; reeds 831 werd de heilige Ansgarius eerste bisschop en kort daarna aartsbisschop van II.; toen H. echter op nieuw door de Noormannen verwoest was, werd de aartsbisschoppelijke zetel 845 tijdelijk, en 1223 definitief, naar Bremen verplaatst.

Reeds in de 12 eeuw was H. eene aanzienlijke koopstad ; het stond toen onder het gezag der graven van Holstein, door wie het met vele privilegiën werd begiftigd; 1215 ontving het van keizer Otto [V de rechten eener vrije rijksstad; 1223 werd H. veroverd door Canut VI van Denemarken, en diens zoon Waldetnar verkocht het aan graaf Albrecht van Scbaumburg-Orlamunde, wiens rechten evenwel reeds 9 Jan. 1224 door de Hamburgers werden afgekocht, onder beding alleen, dat zij hem als beschermheer zouden blijven erkennen, terwijl H. een onafhankelijk stedelijk bestuur koos, het Collegium Consulare. Alras werd H. een der voornaamste steden van den Hanze-bond; 1394 werd het amt Ritzebüttel door H. aangekocht. Bij het reces van 18 Febr. 1529 werd de kerkhervorming ingevoerd; de dom bleef echter in het bezit van den bisschop van Bremen, en werd eerst in 1802 aan H. afgestaan. In 1618 moest H. zich verdedigen tegen Denemarken; doch in den 30-j. oorlog nam H. gestadig toe in macht en aanzien. Intusschen heerschten te H. gedurig inwendige verdeeldheden, waaraan eerst door het reces van 1712 voorgoed een einde werd gemaakt. Groot nadeel werd aan den bloei van H. toegebracht door het continentaalstelsel van Napoleon, door bet binnenrukken der Franschen in Hanover 1803, en in H. zelf 19 Nov. 1806. Wel werd H. 1807 weder door de Franschen ontruimd; doch bij decreet van 13 Dec. 1810 werd het ingelijfd bij het fransche keizerrijk met den rang van hoordplaats van het departement der Elve-monden. Zeer spoedig koos H. de zijde der Verbondene mogendheden en werd 18 Maart 1813 bezet door de Russen ; doch toen deze in het laatst van Mei genoodzaakt werden voor de Denen en Franschen te wijken, moest H. zuur genoeg boeten. De fransche maarschalk Davoust doorstond er een gedenkwaardig beleg, en hield zich staande tot 31 Mei 1814, daar hij de stad eerst overgaf na den terugkeer der Bourbons in Frankrijk. Toen hernam H.zijn eigen regeeringsvorm,en wijzigde dien bij de nieuwe constitutie 28 Sept. 1860, krachtens welke het hoogste gezag wordt uitgeoefend door een senaat van 18 leden (uit wier midden een le en een 2e burgemeester worden gekozen, telkens voor 1 jaar), en door de volksvertegenwoordiging, die uit 192 leden bestaat. Zwaar geteisterd werd H. 5—8 Mei 1842 door eenen brand, waarbij 4219 gebouwen verwoest werden; doch het was spoedig weder opgebouwd nog schooner dan te voren. Nog is H. te vermelden als geboortestad van Gronovius, Hagedorn, Holstenius, Hasedow, Reimar, enz. Het rechtsgebied van H., met inbegrip van half Bergedorf, beslaat circa 6.] vierk. mijl in omtrek, met omstr. 230,000 zielen; en voorden wereldhandel is H. ontegenzeggelijk een der eerste koopsteden in rang.