Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Slawen

betekenis & definitie

inheemsch Slowene, Slowane, noemt men eene tot den indo-germaanschen stam behoorende volkengroep, die tegenwoordig nagenoeg het gansche oosterdeel van Europa bewoont, en daar reeds in de oudheid gevestigd was onder de namen van Scythen en Sarmaten. De oorspronkelijke namen van dat volk waren Wenden (Weneden, Veneden) en Serben.

Zoo ver de historische berichten gaan, hadden de S. hunne woonplaatsen rondom de C.arpathen, in het oude Chorwatiê, van waar ze zich uitbreidden noordwaarts tot aan de Oostzee, westwaarts tot over de Elve en de Saaie, en eindelijk, na den ondergang van het rijk der Hunnen (453), zuidwaarts generzijds den Donau over het geheele Balkan-schiereiland. Toen in de 7e eeuw die volksverhuizingen ophielden, was ook reeds de eenheid van dezen grooten volksstam verbrokkeld, en begonnen zich daaruit allengs groote en kleine rijken of staten te vormen. Al de slawische volksstammen laten zich in twee groepen indeelen, eene zuidooslelijke en eene westelijke.De eerste groep bevat:

1) Russen,
2) Bulgaren,
3) Illyriërs (Serben, Croaten, Wenden);

terwijl de tweede groep bestaat uit:

1) de Lecken, Lechen of Lekhen (Polen, Sileziêrs, Pommeren),
2) de Czechen of Bohemers (Czechen, Morawen, Slowaken), en
3) de Polaben (de tot het overschot der lausitzer Wenden ingesmoltene slawische volksstammen van Noord-Duitschland).

Uitgenomen het Russische rijk, alsook Servië en Montenegro, welke beiden nog eene zekere mate van onafhankelijkheid behouden hebben, zijn al de slawische rijken reeds weder te niet gegaan, zoo bijv. het Boheemsche, ontstaan onder Samo (anno 650) en later onder de Przemyslïeden; het Bulgaarsche, sedert Boris (850); het Groot-Moravische, onder Swatoplok (870—894); het Poolsche rijk vormde zich in de 7e en 8e eeuw (sedert 860) onder de Piasten; het Russische, onder Rurik (862); eindelijk het Serbische of Servische, onder Stephanus Bogislaw (1040). De Polaben waren niet in staat zich tot een zelfstandig rijk te verheffen. Tegenwoordig worden de slawische volkeren, die, buiten Rusland, ten deele ook aan Turkijë, Oostenrijk (15 miilioen zielen), Pruisen en Saksen onderworpen zijn, op een zielental van 80 miilioen geschat, die te verdeelen zijn als volgt: Lausitzer Wenden 160,000; Czechen in Bobemen en Moravië circa 4 miilioen; Slowaken in Noord-Hongarijë ca. 2 miilioen; Polen, met de Kassoeden, 10 miilioen; Slowentzen ruim 1 miilioen;Croaten800,000: Serbenruim5miilioen; Bulgaren circa 4 miilioen; Russen ruim 54 miilioen.