Wat is de betekenis van Hamburg?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Hamburg

Hamburg - Zelfstandignaamwoord 1. (toponiem) een havenstad in het noorden van Duitsland Hamburg heeft meer bruggen dan Londen, Amsterdam en Venetië tezamen. 2. eén van de zestien Duitse deelstaten De deelstaat Hamburg grenst aan Nedersaksen en Sleeswijk-H...

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Hamburg

De oude Hanzestad Hamburg maakt met 747 km2 een deelstaat uit van de Bondsrepubliek Duitsland. Met 2,3 milj. inwoners is het na Berlijn de grootste stad in Duitsland. Hamburg ligt aan de Elbe, 110 km van de zee. Zijn haven is met 40 km2 de grootste van Duitsland. In Hamburg zijn vele rederijen gevestigd, die lijndiensten naar Europese landen...

2024-04-19
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Hamburg

een der oudste Du. faiencefabrieken in hel midden der I7de eeuw, die minstens vijftig jaren in bedrijf is geweest. Er is echter niets bekend omtrent de stichter of de ontwikkeling van deze manufactuur. Uit de ongewone vorm en de aard van decoratie, alsmede veelvuldige verwijzingen naar Spaanse kannen en kruiken in oude inventarissen heeft men betre...

2024-04-19
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Hamburg

Kunsthalle met schilderijen uit alle perioden van de Europese schilderkunst, w.o. zie schilderkunst – Duitsland – gotiek.

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Hamburg

vrije stad en staat in Duitsland, aan de Elbe. Tweede stad van Duitsland, grootste haven van het Vasteland van Europa. Zij ligt 110 km van zee, 104 km van de voorhaven Cuxhaven, is toch bij vloed voor zeeschepen bereikbaar. Door de Elbe een groot achterland. 1.710.000 inw. in 1939, 1.384.000 in 1946. Enorme handel. Belangrijke industrie: levensmidd...

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HAMBURG

(1) één der „Länder” van de bondsstaat West-Duitsland (sedert 15 Mei 1946), voorheen vrije en Hanzestad, later een vrijstaat van het Duitse Rijk (747 km2 groot met (1950) ca 1 640 000 inw., v.w. 80,5 pct Evang. en 6,3 pct R.K.) is gelegen aan de Beneden-Elbe en aan de Noordzee. De bodem bestaat vnl. uit klei, waarvan...

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Hamburg

1) Duitsch rijksdeel bestaande u/d omgeving H. en 2) stad H., a/d Elbe. 1,1 mill. inw., doorsneden d/h kanaal de Fleet; b., vloed komen de zeeschepen i/d ha ven v. H., na Antwerpen de gr. haven v. Europ,. Universiteit, sterrenwacht, luchthaven. Belangrijke industrie; scheepsbouw, textiel-, metaal-, papierfabr. Oorsprong de burcht Hammaburg; 1241 v...

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Hamburg

Hamburg - 1° Duitsche vrijstaat, gelegen aan de beneden-Elbe en de Noordzee; opp. 415 km2, 1 218 447 inw. (1933), waarvan 85% Prot., 6% Kath. en 1,5% Isr. Door de rijkswet van 17 April 1933 werd de grondwet en de democratische regeering terzijde gesteld en berust de leiding bij den rijksgouwleider van de N.S.D.A.P., die de persoonlijke vertegen...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Hamburg

('hamburch) 1. Oudsaksisch hamme, woud + burcht] hoofdstad van (2) 1.384.000 inw. Belangrijkste haven van Duitsland, scheepsbouw. 2. land in Duitsland 415 km2, 1.181.000 inw.