(Henri Auguste, baron van La Motte), geb. 1698 te 'sGravenhage, trad in pruisische dienst, was de vriend van Frederik II, en werd in den Zevenjarigen oorlog generaal. Na zich bij verscheidene gelegenheden dapper te hebben onderscheiden, werd hij echter bij Landshut (23 Juni 1760) door Daim geslagen en met zijn gansche korps gevangen genomen.
Hij stierf 2 Mei 1774. De Mémoires du baron de la Motte Fouqué (2 dln. Berlijn 1788) bevatten de briefwisseling van F. met Frederik II. (Frederik Hendrik Karel, baron van La Motte), kleinzoon van den vorige, geb. 12 Febr. 1777 te Brandenburg, diende in de oorlogen van Pruisen tegen Frankrijk, wijdde zich daarna aan de letterkunde, was een der drukstgelezen wordende romanschrijvers van zijnen tijd, en heeft ook door dramatische pennevruchten en lierdichten naam gemaakt (o. a. de vertelling Undine, He druk Berlijn 1859). Eene bloemlezing uit F.’s werken bezorgde hij zelf (12 dln. Halle 1841). Hij stierf te Berlijn 23 Jan. 1843.