dag; (dag)licht; jour: ontvangdag; aanzijn, leven; opening, venster; ce jour d’hui, heden, vandaag; le jour, de dag; de morgen; overdag, bij dag; c'est le jour et la nuit, ze verschillen als dag en nacht; un jour, één dag; op zekere dag; eens; un jour ou l’autre, de een of andere dag; vroeg of laat; un beau jour, een mooie dag; op een goeie dag; un de ces jours, één dezer dagen, eerstdaags; jour et nuit, dag en nacht; tous les deux (huit, quinze) jours, om de andere dag, om de acht (veertien) dagen; l'autre jour, onlangs; il y a beau jour que, het is al een aardig tijdje geleden dat...; les jours caniculaires, de hondsdagen; ces derniers jours, in de laatste dagen, in de laatste tijd; faux jour, vals licht; le grand jour, de grote dag; klaarlichte dag; het volle licht van de publiciteit; jour gras, R.K. vleesdag, geen onthoudingsdag; jour maigre, R.K. onthoudingsdag; c'est son mauvais jour, hij is weer slecht gehumeurd vandaag; le petit jour, de morgenschemering; quel jour sommes nous?, wat is het vandaag?; jour de Van, Nieuwjaarsdag; jours de faveur (de grâce), respijtdagen; jour de fête, feestdag; le jour de ma fête, mijn naamdag; le jour des morts, Allerzielen; jour de naissance, verjaardag; jours de planche, ligdagen; ceux à qui je dois le jour, die mij het leven geschonken hebben; donner le jour (à), het leven schenken (aan); donner un nouveau jour à, in een ander daglicht plaatsen; il fait jour, het is dag; demain il fera jour, morgen komt er weer een dag; faire jour à..., dóórlaten; se faire jour, zich een weg banen; aan de dag treden; fig. dóórbreken; jeter du jour sur, licht werpen op; mettre ses jours en danger, zijn leven in gevaar brengen; ôter le jour à qn., iem. in het licht staan; iemand het leven benemen; perdre le jour, het leven verliezen, sterven; prendre jour, een bepaalde dag af spreken; prendre jour par le haut, zijn licht van boven krijgen; recevoir le jour, het levenslicht aanschouwen; respirer le jour, ademen, leven; sauver ses jours, hem het leven redden; tenir ses grands jours, hoogtij vieren; voir le jour, het levenslicht aanschouwen, het licht zien; je n'y vois point de jour, ik zie er geen gat in; à jour, à jour, opengewerkt; up to date, bij; à son jour, op haar ontvangdag; te zijner tijd; être à jour, bijgehouden zijn tot op de dag; mettre à jour, bijwerken [de boeken]; se mettre à jour, zijn achterstand inhalen; percer à jour, aan het licht brengen, ontmaskeren; doorzien; au jour d'aujourd’hui, tegenwoordig; au jour le jour (la journée), van de ene dag op de andere, van dag tot dag; bij de dag; van de hand in de tand [leven]; au petit jour, bij het aanbreken van de dag; mettre au jour, tegen het licht houden; aan ’t licht brengen; dans ce jour, op die dag; dans son jour, in iemands licht (staan); in het juiste licht; de jour, bij dag, overdag; être de jour, dienst (de dag) hebben; de jour en jour, met de dag, van dag tot dag, dag in, dag uit; de deux jours l'un, om de andere dag; ses... des grands jours, zijn Zondagse...; de mes jours, zolang ik leef; de nos jours, in onze dagen; habits de tous les jours, daagse kleren; d'un jour à l’autre, iedere dag; van dag tot dag; ôtez-vous de devant mon jour, ga uit het licht staan; du jour au lendemain, zo maar ineens, eensklaps, plotseling; en bon jour, in een gunstig (dag)licht; en plein jour, op klaarlichte dag; ...par jour, ...per dag, daags, dagelijks; jour pour jour, op de dag af; présenter l'affaire sous un faux jour (sous un jour favorable), de zaak in een verkeerd (gunstig) daglicht stellen; sous son vrai jour, in zijn ware gedaante; à chaque jour suffit sa peine, iedere dag heeft genoeg aan eigen leed; les jours se suivent et ne se ressemblent pas, elke dag brengt weer wat nieuws.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk