Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Ce

betekenis & definitie

I. dit, dat; het; pour ce faire, daartoe; ce faisant, zodoende; ce me semble, dunkt me, naar ’t mij voorkomt; et ce, en wel; ce qui [sujet], ce que [compl.], wat, hetgeen; j'ignore ce que cela durera, ik weet niet hoe lang het zal duren; ce qu'il a travaillé!, wat heeft hjj gewerkt!; il ne sait ce que c'est que de travailler, hij weet niet wat het zeggen wil te werken; voilà ce que c’est que d'exagérer!, daar heb je ’t al, dat komt er van als men overdrijft!; à ce que l’on assure, naar men verzekert; il est fâché de ce que j'ai fait cela, hij is boos omdat ik zo gehandeld heb; de ce qu'il a fait, j'ai conclu qu'il m’en veut, uit hetgeen hij heeft gedaan, heb ik opgemaakt, dat hjj boos op mij is; de ce qu’il a fait cela, j’ai conclu qu'il m'en veut, uit het feit dat hij zo gehandeld heeft, heb ik opgemaakt, dat hij boos op mij is.

II. cet, (voor klinker of stomme h), cette, ces, mv. deze, die; dit, dat; cet encrier-ci et cette encre-là, deze inktpot en die inkt; cette question!, wat een vraag!; ces messieurs sont priés d'entrer, willen de heren binnenkomen?

< >