Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Charleston

betekenis & definitie

(1926, uit het Engels) Noordamerikaanse dans in vierkwartsmaat

De geschiedenis van de charleston begint niet, zoals je zou verwachten, in Charleston, South Carolina, maar in Nigeria en Ghana. Daar zijn volksdansen aangetroffen met bewegingen die sprekend lijken op de dans die wij nu in de eerste plaats associëren met de Roaring Twenties, met dames in glitterjurkjes die er op foto's soms bijstaan als hardrijders bij de start, vaak ook nog met zo'n badmuts-hoedje op.

Met de negerslaven reisde de Afrikaanse dans mee naar Noord-Amerika. Omstreeks de eeuwwisseling was het een bekende dans in de zuidelijke staten, vooral in de havenstad Charleston. Daar dansten de havenarbeiders deze wilde solo, die werd begeleid met handgeklap en voetgestamp.

Door arbeiders die uit het zuiden wegtrokken werd de dans meegenomen naar New York. Zij kwamen samen in een buurt die bekendstond als 'The Jungles'. Ze dansten daar tot diep in de nacht op pianomuziek. Een van de toehoorders was de zwarte pianist James Price 'Jimmy' Johnson (1894- 1955). Johnson deed er inspiratie op voor veel van de liedjes waarmee hij later beroemd werd.

In 1923 schreef Johnson samen met Cecil Mack een liedje getiteld 'Charleston' voor de zwarte musical Runnin' Wild, die op 25 augustus 1923 in New York in première ging. Er werd op gedanst door een zekere Elisabeth Wench. Over de oorsprong van de dans laat de liedtekst geen onduidelijkheid bestaan:

Carolina, Carolina, At last they've got you on the map,
With a new tune, Funny blue tune, With a peculiar snap!
You may not be able to buck or wing,
Fox-trot, two-step, or even swing;
If you've got religion, in your feet,
You can do this prance and do it neat.
Charleston! Charleston! Made in Carolina!

Het liedje stelde niet veel voor, maar de dans sloeg in als een bom en Runnin' Wild beleefde ruim 200 voorstellingen. Meteen in oktober 1923 werd Johnsons 'Charleston' voor het eerst op de plaat gezet. Overigens niet door Johnson zelf, van wie geen opname bekend is. In 1924 volgde de tweede opname en in 1925 - toen de charleston in de VS een soort manie was geworden - volgden tientallen andere opnames.

In de loop van 1925 bereikten deze platen Europa. Josephine Baker zorgde voor een sensatie door de charleston solo te dansen in la Revue nègre in Parijs en daarna was er geen houden meer aan.

De charleston was wild, veel wilder dan de foxtrot, de boston of de one-step, dansen waarin de jeugd zich na de Eerste Wereldoorlog massaal had uitgeleefd. Op sommige plaatsen in de Verenigde Staten werd de charleston dan ook verboden. Dit voorbeeld werd in Amsterdam nagevolgd door de fijnchristelijke burgemeester Willem de Vlugt (1872-1945).

Bij Het Leven vroegen ze zich indertijd af wat er dan zo onzedelijk was aan de charleston. Het tijdschrift stuurde een verslaggever op pad, die terechtkwam bij de heer Leefson, toen een bekend dansleraar. Leefson moest hard om het verbod lachen, zo berichtte Het Leven op IO april 1926. 'De "Charleston'' zou onzedelijk zijn?', aldus Leefson. 'Och kom, meneer, dat is een fabeltje! Je kunt àlles onfatsoenlijk maken, maar juist omdat wij geen negers zijn, dansen wij de "Charleston" anders dan negers.'

Leefson en de zijnen gingen nog een stuk verder: zij schaafden de charleston bij tot een respectabele Engelse ballroom-dans, met stappen die wel iets uitbundiger waren dan te doen gebruikelijk, maar die nauwelijks meer leken op de bewegingen van de havenarbeiders uit Charleston.

Omstreeks 1927 was de lol er dan ook af. De charleston werd verdreven door onder andere de Black Bottom. In de jaren vijftig en zestig volgde een korte opleving, voornamelijk in nostalgische musicals, met dames in charlestonjurkjes en hoeden als badmutsen. Engels Charleston (1923); Duits Charleston (!926); Frans charleston (I 9 2 5).

Enkele andere dansen:

Allemande, een dans met een langzaam walsachtig tempo, is een verkorting van Frans danse allemande 'Duitse dans'. Vanuit Engeland, de Nederlanden en Noord-Frankrijk verspreidde de allemande zich omstreeks 1550 over de rest van Europa. Na 1660 kreeg de allemande in de zogeheten Franse suite een vaste plaats aan het begin, als openingsdans, na een eventuele ouverture. Tot halverwege de 17de eeuw was het een van de bekendste en populairste dansvormen.

De bergamasca, een rondedans van paren, is genoemd naar de Noorditaliaanse provincie Bergamo, waar deze dans aan het eind van de 16de eeuw ontstond. De muziek bestond uit een eenvoudige, steeds terugkerende bas, waarboven in een snel tempo verschillende melodieën werden geïmproviseerd. In de 16de en 17de eeuw verspreidde de dans zich door heel Europa. Vooral in Engeland was hij zeer populair.

De écossaise of Schotse dans was in de 18de eeuw geliefd in Frankrijk. Een snellere variant veroverde in de 19de eeuw Wenen. De herkomst van de dans is onduidelijk: sommigen zien er een oude Schotse dans in - écossaise is Frans voor 'Schots' - anderen menen dat de Fransen eenvoudigweg dachten dat de Schotten op die manier dansten.

Een complex van heftig bewogen zang, dans en muziek dat voor noorderlingen als bij uitstek Spaans geldt, is de flamenco. Deze hoort thuis in Andalusië, het zuidelijkste deel van Spanje. Over de oorsprong en de geschiedenis van de flamenco bestaat nog altijd veel onzekerheid. In elk geval moeren de zigeuners, die in de 15de eeuw in Spanje arriveerden, er een belangrijke rol in hebben gespeeld. Tot de vorming van de flamenco hebben waarschijnlijk islamitische, christelijke, joodse en - via de zigeuners - misschien zelfs Indiase muzikale tradities bijgedragen. Ook de herkomst van de naam flamenco zelf is omstreden, al zijn de meeste onderzoekers het erover eens dat de betekenis 'Vlaams' eraan ten grondslag moet liggen. Vlaanderen werd blijkbaar geassocieerd met een uitbundige levenswijze, want flamenco kreeg in het Spaans onder meer de betekenissen 'flamboyant, zwierig' en 'zigeuner-'. Mogelijk meende men dat de zigeuners uit onze contreien afkomstig waren. In de 19de eeuw is het woord flamenco in het Spaans voor het eerst gebruikt om er deze muziek, zang en dans mee aan te duiden. Pas halverwege de 2oste eeuw is de flamenco, waarop de nette burgerij vroeger neerkeek, opgeklommen tot een internationaal erkende kunstvorm.

De habanera, een lied en een trage Cubaanse dans, dankt zijn naam aan Havanna (La Habana), de hoofdstad van Cuba. De dans was aan het begin van de 19de eeuw geliefd in de Verenigde Staten. Daarna drong hij ook door in Europa, vooral in Spanje. Een van de beroemdste habanera's is La Pa/oma van S. Iradier, een Spaanse componist die een tijd in Cuba verbleef.

De polonaise ontstond aan het eind van de 16de eeuw in Polen. De polonaise was ooit een statige, trage en vormelijke dans. In de tweede helft van de 18de eeuw werd hij overal in Europa gedanst. Daarna raakte hij in vergetelheid, om aan het begin van de 19de eeuw weer in de mode te raken. Vroeger werd met polonaise ook een overrok met banden of een nauwsluitende overjas aangeduid. Voor zover bekend is de betekenis 'dans waarbij men in een lange sliert achter elkaar aan host' nog niet zo oud. Vergelijk house, mazurka, tarantella en varsovienne.

CHARLESTON: Het Leven 10.4.1926, p. 471; Sadie (ed.) New Grove dict of music 4 (1980) 159-160; Ency. Brit" 2 (1981) 767 & 18 (1981) 802; Kernfeld (ed.) New Grove Dict
of jazz 1 (1988) 620; Bordman The Oxford comp. to American theotre (1984) 137; O'Hara Mode ency. ( 1989) 59; Rey-Debove Dict des anglic. (1990') 131; OED (1993').