Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Zaandam

betekenis & definitie

Voormalige zelfstandige gemeente die zowel wat betreft inwonertal als economische betekenis de belangrijkste bewoningskern van de Zaanstreek vormde. Zaandam ontstond in de ➝ Franse tijd door de samenvoeging van ➝ Oostzaandam en ➝ Westzaandam, bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811.

Daarbij werden aan de nieuwgevormde gemeente stadsrechten verleend. Per 1 januari 1974 verloor Zaandam zijn zelfstandigheid bij de samenvoeging van zeven Zaangemeenten tot➝ Zaanstad.In deze plaatsbeschrijving wordt alleen de periode van 1811 tot 1974 behandeld. Zie voor de voorgeschiedenis de trefwoorden: ➝ Oostzaandam en ➝ Westzaandam, zie voorts: ➝ Bestuur en Rechtspraak 2.2.4. en 2.2.5. Naam; bijnamen van de bewoners Zaandam dankt zijn naam aan de dam die waarschijnlijk aan het eind van de 13e eeuw in de Zaan is opgeworpen. Deze dam sloot de Zaanse wateren af van het IJ ter hoogte van de huidige Damstraat in de richting van de Oostzijderkerk. ➝ Boekenoogen vermeldt dat Zaardam vermoedelijk als eigenlijke naam gold; hiervan bestonden in het verleden echter allerlei varianten, zoals Saardam of Saerdam, Zanerdam of Sanerdam, Saenredam of Zaanredam en Saenderdam of Zaanderdam.

Zaandammers droegen tot ver in de 19e eeuw de bijnaam ‘koekvreters’; dit gold overigens ook voor inwoners van Koog en Krommenie. Een andere en oudere bijnaam was 'galgezagers’. Deze naam was ontstaan na het ➝ Turfoproer in 1678, toen onbekende Zaandammers de galgen hadden omgezaagd waaraan de veronderstelde aanstichters van dit oproer waren terechtgesteld.

Wapen Het wapen van de voormalige gemeente is in of direct na 1813 samengesteld uit onder meer het eerdere wapen van Oostzaandam en dat van de Banne van Westzanen. De Fransen hadden in 1810 het gebruik van wapens afgeschaft; op alle gemeentelijke documenten moest de keizerlijke adelaar worden gebruikt. Na de omwenteling in 1813 stelde Koning Willem I het gebruik van gemeentewapens weer in. Aangezien Zaandam, als nieuwe gemeente geen eigen wapen had, moest dit worden ontworpen. G.J. ➝ Honig noemde mr. J.C.

Honig als de vermoedelijke ontwerper, anderen betwijfelden dit. De tekenaar heeft in elk geval nieuwe elementen willen toevoegen aan de eerdere wapens van Oostzaandam en de Banne van Westzanen en koos daartoe de Mercuriusstaf als zinnebeeld van de handel en de haan als symbool van de waakzaamheid. Het hartschild bevat, naar wordt aangenomen, een verbeelding van of verwijzing naar de Zaan. De als wapenhouder dienende leeuw is wellicht afkomstig van het wapen van Oostzaandam, waaraan soms ook een zittende leeuw was toegevoegd. De ontwerper completeerde dit geheel met de koninklijke kroon en een zwaard. Later is, in afwijking van het ingewikkelde ontwerp, een enkele maal een staande (in plaats van een zittende) leeuw gebruikt.

De juiste versie is nog steeds te vinden aan de gevel van het voormalige stadhuis op de Burcht. Volledigheidshalve volgt hier de officiële omschrijving van het Zaandamse wapen, zoals die is vastgelegd door de Hoge Raad van Adel: Gevierendeeld, in het eerste kwartier een Mercuriusstaf in natuurlijke kleur; het tweede kwartier is nogmaals gevierendeeld en bevat het wapen van de banne Westzanen; het derde kwartier wordt benut voor de afbeelding van het wapen van Oostzaandam; het vierde kwartier toont een naar links gewende zilveren haan op een veld van azuur. Over dit alles heen bevindt zich een hartschild, doorsneden in drieën, waarbij het bovenste deel azuur, het middelste sabel en het onderste zilver is gekleurd; het zilver wordt doorsneden door drie golvende dwarsbalken van sinopel. (De gebezigde termen voor de kleuraanduidingen betekenen: azuur is blauw, sabel zwart, sinopel groen). Omvang en oppervlakte De gemeente Zaandam bestond niet alleen uit Oostzaandam en Westzaandam; ook ’t Kalf, Haaldersbroek en de gehele Kalverpolder werden in 1811 bij de samenvoeging betrokken. Voordien vormden ’t ➝ Kalf en ➝ Haaldersbroek (zie aldaar) het zogenaamde ‘Haler-vierendeel’ binnen de banne van Oostzanen.

Doordat de gemeentegrenzen meermalen zijn gewijzigd, bleef ook de oppervlakte niet geheel gelijk. In 1851 registreerde Van der ➝ Aa een oppervlakte van ruim 1983 hectare. Een belangrijke grenswijziging had plaats als gevolg van de inpoldering van het ➝ IJ en de aanleg van het “Noordzeekanaal, zie aldaar. Had eerder het IJ, zelfs tot voorbij Westzaan, met daarin buitendijks land en de eilanden ➝ Zaenderhorn en De ➝ Waard tot Zaandams grondgebied behoord, na de inpoldering werd een groot deel van de nieuwe gronden aan Amsterdam en een kleiner deel aan Westzaan toegewezen.

Zo gingen Zaenderhorn en De Waard tot Amsterdam horen. Er stond tegenover dat Zaandam er met de Zaandammerpolder vruchtbare landbouwgrond bijkreeg. Het Noordzeekanaal werd de zuidelijke grens van de gemeente; het kanaal zelf valt ter plaatse sinds de aanleg onder de gemeente Amsterdam.

Thans (1991) meet Zaandam, als deelgemeente van Zaanstad, 2187 hectare. De grenzen voorzover daarvan nog kan worden gesproken lopen als volgt: in het oosten wordt Zaandam van de gemeente Oostzaan gescheiden door de Watering. Het Kalf grenst langs de Wijdewormer-ringvaart aan de per 1-1-1991 gevormde gemeente Wormerland. De Engewormer-ringdijk scheidt Zaandam van Wormer (thans dus van Wormerland) en vormt in feite de meest noordelijke grens. Aan de westkant van de Zaan lag de noordgrens veel zuidelijker: Zaandam en Koog werden namelijk van elkaar gescheiden door de Mallegatsloot. Hier ging de noordgrens over in de westelijke grens met Westzaan, die door de Gouw liep.

Eerder is al opgemerkt dat de Zaandammer polder tot Zaandam behoorde en dat het Noordzeekanaal de zuidgrens vormde. Vóór de samenvoeging tot Zaanstad lag de westgrens van oostelijk Zaandam met de gemeenten Koog, Zaandijk en Wormerveer midden in de Zaan. De huidige wijken in voormalig Zaandam hebben bij benadering de volgende oppervlakte: Poelenburg 124 hectare, Peldersveld en Hoornseveld 118 ha, Zaandam-Zuid 340 ha, Rosmolenbuurt 100 ha, Kogerveld 116 ha, ’t Kalf en Plan Kalf 417 ha, Russische Buurt en Havenbuurt 168 ha, Westerwatering 635 ha en Oud-West 103 ha. Bevolking Bij de samenvoeging in 1811 had Oostzaandam iets meer inwoners dan Westzaandam, respectievelijk 4668 en 4306 personen, te zanten 8974. De nieuwe gemeente werd gevormd in een periode van bevolkingsdaling, die enkele jaren later (in 1815) tot een dieptepunt leidde van 8376 inwoners. Daarna nam het aantal toe; in 1840 werden 11.139 en in 1869 ruim 12.000 inwoners geteld. De industrialisatie van de Zaanse bedrijven trok vervolgens nieuwe bewoners aan en bovendien leidden een betere gezondheidszorg en hygiëne tot een stijgend geboorte-overschot.

Tegen het begin van de 20e eeuw telde Zaandam door een en ander 21.146 inwoners. De groei zette zich daarna voort met een toename van gemiddeld ruim 400 inwoners per jaar. In 1930 werden 32.578, in 1940 al 38.024 en in 1950 43.218 inwoners geregistreerd. Na de jaren ’50 volgde een sterkere toename: tot 48.910 personen in 1960 en zelfs 63.573 in 1970. Sindsdien ging de gemeente deel uitmaken van Zaanstad. Ondanks de bouw van de nieuwe wijk Westerwatering nam de bevolking niet meer zo snel toe. Bedroeg het aantal inwoners in 1980 67.163, per 1 januari 1989 woonden er 67.467 personen in de deelgemeente Zaandam, iets meer dan de helft van het totale aantal inwoners van Zaanstad.