Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Gymnastiek

betekenis & definitie

Eerste in de Zaanstreek in georganiseerd verband beoefende sport; lange tijd ook de meest beoefende sport, later in omvang voorbijgestreefd door voetbal en tennis. In 1989 waren bij de Zaanse gymnastiekverenigingen een kleine 5000 personen als lid aangesloten.

Gymnastiek (waar ook turnen toe wordt gerekend) is een der oudste sporten. Reeds bij de klassieke Griekse Olympische Spelen was deze sport een van de onderdelen. Nadien werd de sport gaandeweg vergeten, zodat gymnastiek bij de nieuwe opleving (vanaf het einde van de 18e eeuw) geheel opnieuw geïntroduceerd moest worden. Dat werd gedaan door ‘Turnvater’ F.L. Jahn (1778-1852). In Westzaan werd een gymnastiekvereniging naar hem vernoemd.

In de Zaanstreek maakte men voor het eerst kennis met gymnastiek in 1845, toen het departement Zaandam van de ➝ Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zich voor onderwijs in ‘kunstmatige lichaamsoefeningen’ beijverde: tegen betaling van drie gulden per jaar kregen kinderen iedere zaterdagmiddag twee uur les in de voormalige doopsgezinde kerk Het Oude Huys. Onvoldoende aanmelding dwong het Nut echter tot contributie-verhoging, waarna leden bedankten en de lessen tenslotte beëindigd werden.

Dat het Zaandamse departement van het Nut vroeg was met zijn initiatief blijkt ook uit het feit dat eerst zeven jaar later de Duitser Karl Euler door de regenng tot eerste gymnastiekleraar in Nederland werd benoemd, aan de Rijkskweekschool te Haarlem. Pas in 1866 werd de eerste vereniging opgericht die langer bleef bestaan. Daarna kwam de ontwikkeling van gymnastiek in een stroomversnelling. In 1868 werd door zes Amsterdamse verenigingen het Nederlands Gymnastiek Verbond opgericht (NGV: later Koninklijk, KNGV; thans: KNGB, Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond). Vanaf de jaren '70 van de 19e eeuw werden ook in de Zaanstreek verenigingen opgericht. De eerste vereniging die ontstond was Lycurgus (Krommenie, november 1872), waarschijnlijk de eerste gymnastiekclub buiten de grote steden. Daarna volgde de oprichting van Achilles (Zaandam, 1873), Hercules (Wormerveer, 1876), Simson (Koog-Zaandijk, 1878), Concordia (Zaandam, 1879), Werken is Leven (Assendelft, 1882) en Jahn (Westzaan, 1883; een eerder te Westzaan opgerichte vereniging was in 1878 ten onder gegaan).

Gymnastiek was in deze jaren nog een elitaire sport, in principe uitsluitend voor mannen. Elitair, omdat alleen welgestelden vrije tijd hadden, bovendien konden zij de contributie opbrengen. En alleen voor mannen, omdat het onbetamelijk werd geacht dat meisjes en vrouwen gymnastische lichaamsoefeningen deden. Als zij desondanks aan gymnastiek wilden doen moesten zij aparte verenigingen oprichten. De eerste gymnastiekvereniging voor vrouwen in de Zaanstreek was Aurora (Zaandam, 1885), die slechts kort bestond. Pas rond de eeuwwisseling werd vrouwengymnastiek ruimer aanvaard. De eerste ‘volksgymnastiekvereniging’ werd eerst in 1906 opgericht, daarna verdween het elitaire karakter van gymnastiek gaandeweg.

De drijfveren van de oprichters van de gymnastiekverenigingen waren niet overal dezelfde. Achilles werd opgericht door een groep jonge mannen die ook na hun schooltijd gymnastiek wilden blijven beoefenen. Simson ontstond op aangeven van de gemeente Koog die voor een beperkt bedrag een schoollokaal wilde afstaan. Concordia was een initiatief van een aantal onderwijzers die het gymnastiekonderwijs wilden stimuleren. In het Schutterslokaal aan de Heerenstraat te Zaandam ging Concordia ook gymnastieklessen geven, die vanaf 1882 wekelijks door maximaal 150 kinderen werden gevolgd. Het initiatief werd later door de gemeente Zaandam overgenomen.

De eerste gymnastiekverenigingen hielden zich bezig met toestelturnen, daarnaast werd binnen een aantal verenigingen ook aan schermen en wandelen gedaan. De verenigingen waren nog klein, met een ledental van circa dertig.

Rond de eeuwwisseling werden verscheidene vrouwenverenigingen en vrouwenafdelingen van de al bestaande gymnastiekverenigingen opgericht. In Koog werd in 1898 Minerva opgericht (in 1915 gefuseerd met Simson); in hetzelfde jaar ontstond te Zaandam Cama. In Krommenie werd, ook in 1898, Hygiëa opgericht (in 1945 gefuseerd met Lycurgus), in Westzaan in 1899 DEVO (in 1906 gefuseerd met Jahn). terwijl in Wormerveer in 1900 onder de vleugels van Hercules in 1900 de damesafdeling Hebe tot stand kwam. Eveneens in 1900 werd te Koog de meisjesvereniging Erica opgericht.

De verenigingen spanden zich in om de gymnastieksport verder te propageren. In dat kader werden vanaf 1881 jaarlijks openluchtvoorstellingen georganiseerd. Dit initiatief van Concordia werd in een aantal opzichten weinig gewaardeerd (het in het openbaar gymnastiek beoefenen werd door velen strijdig met de goede zeden gevonden), maar de publieke belangstelling voor deze bijeenkomsten was groot. In de 20e eeuw trokken de voorstellingen duizenden bezoekers, en werd er ook aan deelgenomen door verenigingen van buiten de streek. Daarnaast gingen de Zaanse verenigingen aan 'zendingswerk’ doen. Er werden voorstellingen georganiseerd in Uitgeest en gemeenten in Kennemerland, in de hoop dat daar ook gymnastiekverenigingen zouden ontstaan.

In 1898 bundelden de Zaanse verenigingen de krachten in de Verenigde Zaanse Gymnastiek-Verenigingen, in 1908 omgedoopt tot Zaansche Turnbond en in 1920 tot de Zaansche Turnkring van het Koninklijk Nederlands Gymnastiek-Verbond (ZTK). Aanvankelijk konden alleen de mannen-verenigingen zich bij deze overkoepelende organisatie aanluiten, pas in 1909 sloten Minerva, Hebe, Cama en Hygiëa zich aan, alsmede de tengevolge van de Zaanse propaganda opgerichte vereniging Uitgeest.

Inmiddels was ook in de Zaanstreek een aantal nieuwe verenigingen ontstaan. In Westzaan werd in 1904 't Hoen opgericht (een afsplitsing van Jahn die zich op ‘de Zuid’ van het dorp richtte en in 1946 weer met Jahn zou samengaan), in Zaandam ontstond in 1906 Olympia en in Oostzaan in 1910 Door Eendracht Verbonden (DEV, opgericht door een onderwijzeres van de Noorderschool, tot 1936 alleen voor vrouwen; mannenverenigingen in Oostzaan als Sparta opgericht in 1916 - en UDI 1925 hielden het slechts kort vol). Voorts was in Westzaan enige tijd de vereniging ODI actief (gegevens ontbreken).

Met name de oprichting van Olympia was belangrijk. Dit was de eerste volksgymnastiek- en schermvereniging in de Zaanstreek. De vereniging werd opgericht door werknemers van de uit Delft overgeplaatste ➝ Artillerie Inrichtingen, die in Delft lid waren geweest van gymnastiek-vereniging Sparta en in Zaandam hun oude sport wilden blijven beoefenen. Olympia zou uitgroeien tot een vereniging met 700 leden.

De verzuiling, die na de Eerste Wereldoorlog het maatschappelijke leven in toenemende mate ging beïnvloeden, had de oprichting van een flink aantal protestantse en katholieke verenigingen tot gevolg. Zo ontstonden chr. g.v. Kracht en Vlugheid (Zaandam, 1917, opgericht als jonge-mannenvereniging, maar reeds na een jaar konden ook meisjes lid worden en weer een jaar later traden ook volwassenen toe); r.k. g.v. Swift (Assendelft, 1934, ontstaan uit een groep leden van De ➝ Graal, pas later konden mannen lid worden); chr. g.v. Door Oefening Kracht (Wormerveer, 1935, heette het eerste jaar Klein Begonnen en was alleen voor vrouwen, later werden ook mannen lid); r.k. g.v. Turnlust (Krommenie, 1936 of '37, bleef zeer lang een vereniging voor vrouwen, mannen konden pas vanaf 1959 lid worden); r.k. g.v.

Saenden (Wormerveer, 1943, gegevens ontbreken) en chr. g.v. Door Inspanning Ontspanning (Koog-Zaandijk, 1946, ontstaan uit een fanfare-orkest/drumband). De protestants-christelijke verenigingen sloten zich aan bij kring Amsterdam van het Koninklijk Nederlands Christelijk Gymnastiek Verbond (later kring IJmond-Zaanstreek) en de katholieke verenigingen bij het district Haarlem van de Nederlandse Katholieke Gymnastiek Bond.

Een belangrijk probleem waar alle jonge gymnastiekverenigingen mee te maken kregen was het tekort aan zalen. De eerste gymnastiekbeoefenaars moesten dikwijls gebruik maken van de achterzalen van café’s. De situatie werd beter toen gemeenten (of bij het bijzonder onderwijs: de schoolbesturen) er toe over gingen gymnastieklokalen bij scholen neer te zetten. In de avonduren konden verenigingen deze ruimtes huren.

Binnen de gymnastiekverenigingen werd niet uitsluitend aan gymnastiek/turnen gedaan. Andere sporten die werden bedreven waren schermen, boksen, worstelen, atletiek en korfbal. De Zaanse Turnkring had tijdens de Tweede Wereldoorlog 4100 leden (let wel, dit betreft dus het ledental van uitsluitend de ‘onkerkelijke’ verenigingen). De Tweede Wereldoorlog had overigens wel gevolgen voorde gymnastiekverenigingen. Een aantal weigerde zich aan te sluiten bij de Kultuurkamer (bijvoorbeeld Kracht en Vlugheid en Door Oefening Kracht) en moest illegaal verder (Door Oefening Kracht bijvoorbeeld als Sportschool Wester). Na de oorlog kwamen de verdwenen verenigingen weer terug.

Voorts werd na de oorlog een aantal nieuwe verenigingen opgericht. Zo ontstonden OVA (Zaandam, 1946, alleen voor vrouwen); Kwiek (Wormer, 1946, gymnastiek- en atletiekvereniging); 1946 (Wormerveer, 1946, gegevens ontbreken), Trio (Oost-Knollendam, 1948, de naam verwijst naar de drie dorpen Oost- en West-Knollendam en Marken-Binnen, waar de leden vandaan kwamen) en Fortuna (Jisp, 1949, gymnastiek en volleybal).

De naoorlogse periode werd voor de gymnastiekverenigingen een periode van grote bloei, mede doordat binnen de oorspronkelijke gymnastiekverenigingen talrijke sporten werden beoefend (zoals handbal, volleybal, zwemmen, jazz-ballet, aerobic-dancing, slagbal, korfbal, badminton et cetera). Uit Lycurgus-Hygiëa kwamen verscheidene andere sportverenigingen voort; Krovo (volleybal, 1971), Swish (badminton, 1971), de Basketiers (basketbal) en Lycurgus (tamboer- en trompetterkorps, 1978). De belangrijkste afscheiding van Lycurgus Hygiëa had overigens al voor de Tweede Wereldoorlog plaats, toen in 1938 de atletiekvereniging Lycurgus werd opgericht (zie: ➝ Atletiek). Lycurgus Hygiëa had in 1988 550 leden, de uit de gymnastiekvereniging voortgekomen verenigingen hadden gezamenlijk rond de 1100 leden. Andere grote verenigingen werden Olympia (maximaal 700 leden) en Kracht en Vlugheid (maximaal 1250 leden).

In 1989 had het merendeel der Zaanse verenigingen tussen de 100 en 200 leden. Groter waren Olympia (ruim 800 leden), Lycurgus Hygiëa (550), Simson (390), Door Eendracht Verbonden (380), Turnlust (330), Carna-Concordia (280), Kwiek (250) en Jahn (215). In

1966 werd te Assendelft Aktief opgericht (in 1989 200 leden).

De Zaanse Turnkring ging in 1978 een fusie aan met de Amsterdamse Turnbond, de Kennemer Turnkring en het Noordhollands Zuiderkwartier. Samen vormden zij de Turnkring Noord-Holland Zuid. Na een landelijke fusie tussen de katholieke en de neutrale bond, trad men toe tot de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond. De Zaanse verenigingen vormden in deze bond het rayon Zaanstreek van de regio Zuidelijk Noord-Holland. Bij het rayon waren in 1989 aangesloten: Aktief, Carna-Concordia, Door Eendracht Verbonden, Fortuna, Hercules-Hebe, Jahn, Kwiek, Lycurgus-Hygiëa, Olympia, Saenden, TOB (Tuindorp Oostzaan), Wilskracht (Landsmeer) en Werken is Leven. Trio, Simson en Achilles zijn uit de bond gestapt. Kracht en Vlugheid, Door Inspanning Ontspanning en Door Oefening Kracht vormden in 1989 samen met vier andere verenigingen de kring IJmond-Zaanstreek van het Koninklijk Nederlands Christelijk Gymnastiek Verbond.