Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Westzaan

betekenis & definitie

Westzaan was al heel vroeg een belangrijk centrum van doopsgezinden. In de winter van 1533-1534 lieten zich niet minder dan 200 Westzaners herdopen.

De Gemeente was vrij radicaal en onder diegenen die in 1534 naar Münster trokken, waren veel doopsgezinden uit Westzaan. Helaas is er over deze periode weinig op schrift gesteld. In elk geval waren er rond 1600 in Westzaan twee Doopsgezinde Gemeenten, namelijk een Waterlandse in het Noordelijk- en een Friese Gemeente in het Zuidelijk deel.De Waterlanders hadden al voor 1581 een gemeente in Westzaan-Noord. Ze waren in dat jaar als zodanig vertegenwoordigd op een vergadering van Waterlanders in Amsterdam. Omstreeks 1600 stond er een Waterlandse vermaning in het Noordelijk deel van Westzaan.

Na 1600 was er ook een Vlaamse gemeente met een eigen vermaning. De plaats is niet bekend.

In 1694 bouwden de Waterlanders en de Vlamingen samen een nieuwe vermaning. Deze stond waarschijnlijk op de plaats van de oude Waterlandse Vermaning of er heel dicht bij (thans J.J. Allanstr. 463). De naam werd 'De Vereenigde Doopsgezinde Gemeente'.

Het uiterlijk van deze vermaning werd later bedorven door het aanbrengen van een lelijke stenen voorgevel. Opmerkelijk is dat de Vereenigde Gemeente zich later weer Waterlands ging noemen. De gemeente beschikte ook over een weeshuis. De plaats hiervan is niet bekend, maar zal in de buurt van de vermaning zijn geweest.

De Friese Gemeente ontstond omstreeks 1590. Onder haar leden werden ook Friezen uit Zaandam gerekend. In 1630 was er sprake van een 'Preeckhuys' van de Friezen vlak bij de plaats van de huidige Zuider Vermaning. In 1691 werd met vooruitziende blik een stuk land met boerderij gekocht met de bedoeling hiervan een weeshuis te maken. Pas in 1718 werd de boerderij tot weeshuis verbouwd en geschikt gemaakt voor ‘bewoning door meerdere mensen als Arm- en Weeshuis'.

In 1731 bouwden de Friezen naast het weeshuis een grote, nieuwe vermaning. De bouw begon half juni 1731 en op 2 september van dat jaar vond de inwijding plaats door de 'leeraar' Corn. G. Meijn. De bouwkosten bedroegen 10.405 guldens en 12 stuivers.

Als één der weinige doopsgezinde kerken heeft deze vermaning (Zuideinde 231) haar oude en intieme karakter behouden. Aanwezig zijn een eiken preekstoel met simpel snijwerk en banken in blank, slavonisch eikehout langs de kanten. Op deze banken bevinden zich koperen kaarsenstandaards. Aan de forse balken die de kap dragen, hangen handgesmede koperen kaarsenkronen die een intieme sfeer scheppen tijdens avondbijeenkomsten. Het kerkorgel, dat oorspronkelijk in een kerk te Edam stond, is één der oudste kerkorgels in Nederland. De pijpen zijn gemaakt van zuiver tin.

Het naast de kerk staande weeshuis fungeerde als zodanig tot 1884: waarna verkleining volgde. Thans is het kosterswoning en bevat het tevens een flinke vergaderzaal (de nog authentieke Wezenzaal).

In 1949 gingen de Waterlanders en Friezen van Westzaan samen. De Noorder Vermaning werd aan de Gereformeerde Gemeente Westzaan verkocht. Omdat de onderhoudskosten van de prachtige Zuider Vermaning de financiële draagkracht van de gemeente te boven ging, werd deze overgedragen aan de Stichting Oud Hollandse Kerken.

De Doopsgezinde Gemeente van Westzaan telt thans 70 leden.

3.4. Wormerveer

Al snel na de eerste wederdoop (1525) waren er ook in Wormerveer vrij veel doopsgezinden. In 1557 ontstond bij hen een conflict, dat tot splitsing in een Waterlandse en een Friese Gemeente leidde.

In 1574 werd Wormerveer door de Spanjaarden geheel in de as gelegd. Nadat Amsterdam in 1578 de zijde van de Prins van Oranje had gekozen en Noord-Holland weer betrekkelijk veilig werd, volgde herbouw van het dorp. Of er toen ook onmiddellijk een nieuwe Waterlandse Vermaning werd gebouwd is niet bekend. Wel is zeker dat er begin 1600 een vermaning stond op de Noord. Deze is drie volle eeuwen in gebruik geweest. Toen de Waterlanders zich in 1899 met de Friezen verbonden, werd deze vermaning buiten gebruik gesteld.

Het orgel werd geschonken aan de doopsgezinde Gemeente Wormer. Op 26 mei 1900 werd ‘de Vermaning op de Noord' met de daarnaast staande kosterswoning in veiling verkocht. De gebouwen werden gesloopt en het terrein ging behoren tot het zich uitbreidende complex van de toenmalige cacao- en chocoladefabriek van De Erve H. de Jong. De gebrandschilderde ruitjes uit de ramen van de Noorder Vermaning zijn bewaard gebleven en bevinden zich thans (1989) in de Oudheidkamer te Zaandijk.

In 1788 bezaten de Waterlanders een weeshuis op het Noordeinde 51-52, dicht bij hun vermaning. In 1797 ‘doen ze de wezen over' aan de 'armen en wezen van het dorp' (Wormerveer). In 1799 werd het pand aan het dorpsweeshuis verkocht. In 1808 werd het gesloopt, aangezien er in 1807 een nieuw dorpsweeshuis in gebruik was genomen. Het terrein ging later ook behoren tot het complex van Erve H. de Jong.

De eerste Friese Vermaning stond in de Zuid, aan de Zaanweg achter de huizen bij de ingang van het tegenwoordige park. In 1644 werd een nieuw predikhuis gebouwd over de wegsloot, iets ten noorden van het Weverspad. Dit gebouw werd bijna twee eeuwen gebruikt. In 1830-1831 bouwden de Friezen de huidige vermaning aan de Zaanweg 57. Een zuiver classicistisch gebouw met o.a. een Dorische ingang-omlijsting.

In 1836 lieten de Friezen een nieuwe pastorie bouwen. Van 1863 tot 1870 woonde hier ds. Simon Gorter, vader van de in deze pastorie geboren Herman ➝ Gorter (1864-1927). Het gebouw is thans geen pastorie meer, maar bestaat nog wel: ‘Het Herman Gorterhuis'.

De Friezen hebben in Wormerveer geen eigen weeshuis gehad. In 1858 namen zij met de Waterlanders en de Hervormden het initiatief tot stichting van een protestants Weeshuis. In 1906 verhuisde dit naar de Wandelweg en groeide daar uit tot het huidige bejaardenoord ‘d’ Acht Staten'.

Voor zover bekend heeft een zelfstandige Vlaamse Gemeente in Wormerveer niet bestaan.

In 1899 verenigden de Waterlanders en de Friezen zich in de ' Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Wormerveer'. Als vergaderplaats werd de Friese Vermaning aan de Zaanweg 57 gekozen. Naast deze kerk, achter de kosterswoning. staat 'het Mennohuis' voor vergaderingen e.d..

De Gemeente telt thans 130 leden.

3.5. Krommenie

Reeds in 1530 hadden veel inwoners van deze plaats de katholieke kerk verlaten en hun toevlucht bij de Dopersen gezocht. In 1534 werden vele mannen en vrouwen er van beschuldigd wederdoper te zijn en verloor een aantal als martelaar het leven.

In 1665 bestond er een Waterlandse Vermaning in Krommenie. In het Pond- of Maatboek van de landen in de banne van Krommenie annex, opgemaakt in 1665 staat: 'binnen het Noordent van Krommenie Vermaanhuysworf 30 roeden'. Het is niet bekend of dit de eerste vermaning van Krommenie was. Bij de grote brand van 22 juli 1702, waarbij 68 woningen afbrandden, ging ook het Vermaanhuys verloren en daarmee het archief. De diakenen en de opzieners zonden reeds een week later een ‘bede om hulp’ naar andere doopsgezinde gemeenten. In het hele land werd ingezameld om de Vermaning weer te kunnen opbouwen.

In totaal werd ƒ 23.370 bijeen gebracht. Er werden vervolgens enige stukken grond gekocht en verkocht (waarschijnlijk stond de afgebrande vermaning aan de westkant van de Noorderhoofdstraat) en al snel begon de bouw van een nieuwe vermaning, nu aan de oostkant van de Noorderhoofdstraat. Op hemelvaartsdag 17 mei 1703 werd deze ingewijd met een predikatie van Coenraad Diepenbroek uit Haarlem.

Deze prachtige houten kerk doet nog steeds dienst en is in de jaren 1960-1963 gerestaureerd. Het karakteristieke gebouw is gelegen aan de Noorderhoofdstraat 46.

Op 10 mei 1740 besloten de Waterlanders een weeshuis te bouwen aan het eind van het Vermaanhuispad ten behoeve van de weeskinderen in de gemeente. Op 10 oktober

1741 werd het in gebruik genomen. Het sloot in 1811; op dat moment waren er nog 2½ ziel opgenomen (de halve ziel was vermoedelijk iemand die gedeeltelijk enkele dagen per week in een gezin of bij een 'baas' in de kost was).

De Gemeente telt thans 140 leden.

Voor zover bekend hebben er in Krommenie geen Vlaamse en Friese Gemeenten bestaan.

3.6. Krommeniedijk

Krommeniedijk was vroeger één van de belangrijkste Zaanse dorpen. In 1534 werden 69 inwoners van wederdoperij beschuldigd. Er ontstond al vroeg een Waterlandse gemeente met een eigen vermaning. In 1847 werd een nieuwe kerk gebouwd, waarin in 1897 een orgel werd geplaatst. Mede door de terugloop van het inwonertal werd de kerk in 1920 gesloten en verkocht. Slechts het ijzeren hek dat voor deze vermaning stond en waar nu een woonhuis staat (Krommeniedijk 152) herinnert nog aan de Krommeniedijkse Waterlanders.