Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Visch

betekenis & definitie

Visch is in het algemeen gesproken het vleezige gedeelte van de voor de consumptie geschikte zoetwater-en zeevisschen. Voor een belangrijk gedeelte bestaat visch uit eiwit, dat uit voedingsoogpunt practisch gelijkwaardig is aan vleesch-en melkeiwit. In vergelijking met caseïne, dat gewoonlijk als een der meest volledige eiwitten wordt beschouwd, is in rattenproeven gebleken, dat vischeiwit betere groeiresultaten geeft dan caseïne (melkeiwit). Hoewel vischeiwit geen cystine schijnt te bevatten, heeft het een vrij hoog gehalte aan cysteïne, dat waarschijnlijk door het lichaam in cystine omgezet kan worden. Vischeiwit bevat verder veel tryptophaan. Naast het eiwit bevat visch een belangrijke hoeveelheid vet. terwijl het zeer arm is aan koolhydraten in tegenstelling bv. met het wit van eieren, dat nog ongeveer 3,5% koolhydraten bevat, en gewoon vleesch, dat ook nog wel koolhydraten bevat.

Visch kan zeer gemakkelijk gedroogd worden en is dan practisch onbepaald langen tijd bewaarbaar. In dezen toestand bevat het ongeveer 88% eiwit. Het gehalte aan minerale bestanddeelen is hoog, nl. 7,5%. Bovendien heeft deze asch een hooge alkaliteit, ten gevolge van de aanwezigheid van weinig chloor en veel natrium. Het calciumen fosforgehalte is eveneens vrij hoog (0,124% P en 0,947% S).

De verteerbaarheid van vischeiwit is geheel gelijk aan die van het eiwit van eieren, hetgeen dus een zeer hooge verteerbaarheid beteekent.

Visch geeft verder in het algemeen weinig aanleiding tot het optreden van vergiftigingen of infecties.