Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Marokko

betekenis & definitie

De druiventeelt en de wijnbouw zijn in Marokko nog maar amper een eeuw oud. Toch werden er in de Oudheid reeds wijnen gemaakt, die voor een deel naar Rome werden verscheept.

Maar met de inval van de Arabieren en het daarmee gepaard gaande strenge verbod op alle alcoholische dranken hield men op met het kweken van wijndruiven en bleef men nog slechts tafeldruiven produceren. Daarin kwam echter verandering met de vestiging van het Franse protectoraat, in 1912. De wijngaarden produceerden reeds druiven in 1919, maar het duurde nog tot 1929 dat de Marokkaanse wijnbouw onder aansporing van de Franse kolonisten een dusdanige expansie kende dat het wijngaardoppervlak tegenwoordig nog zo’n 55 000 ha bedraagt. Deze bloeiperiode duurde tot 1935.Marokko bezit geen echt belangrijke cru. Sommige etiketten vermelden wel hun herkomst als aanduiding van superioriteit, maar deze benamingen hebben niets te maken met het Franse systeem van de appellations contrôlées. Maar gecontroleerde herkomstbenaming of niet, de wijn vertegenwoordigt in de Marokkaanse landbouw een kwart van de opbrengst, voornamelijk rode wijn en rosé. In minder aanzienlijke hoeveelheden wordt in Marokko ook witte wijn gemaakt, ofschoon die in een dergelijk warm klimaat de neiging heeft te snel te maderiseren. De rosé heeft een beetje hetzelfde probleem, maar dat hebben de wijnboeren snel opgelost. Ten zuiden van Casablanca en ten oosten van Marrakech wordt eveneens ‘vin gris’ geproduceerd.

Marokko maakt en exporteert ook zoete dessertwijnen van een diep robijnrode kleur. Bovendien maakt men er mousserende wijnen volgens de ‘méthode champenoise’. Sinds Marokko in 1956 onafhankelijk werd heeft het ministerie van Landbouw een controle ingesteld op de wijngaarden en de kwaliteit van de wijnstokken zowel als de wijnen en de wijnmarkt aan banden gelegd. Alle wijn dient goed gezond en verkoopbaar te zijn. Hij moet een minimum alcoholgehalte hebben van 11°, wat in een nagenoeg tropisch klimaat niet zo moeilijk is. De Marokkaanse wet, reeds in werking ten tijde van de Fransen, verbiedt de export van wijnen die niet aan de gestelde normen voldoen. Vroeger was die controle grotendeels in handen van de Fransen en de Marokkanen hoefden niet meer te doen dan de mankracht te leveren.

Het land verbruikt zelf maar 50% van de jaarlijkse opbrengst, die 900 000 hl bedraagt. De andere helft wordt geëxporteerd, voornamelijk naar de EG-landen waar Marokko de plaats inneemt van Algerije, sinds dat land zijn produkten niet meer naar EG-landen uitvoert. De Marokkaanse industrie probeert haar toekomst veilig te stellen door enorme hoeveelheden rode ‘vin ordinaire’ naar Europa te exporteren, die voor versnijdingen kan worden gebruikt. In 1973 heeft de Marokkaanse regering de wijngaarden die behoorden aan buitenlanders - voornamelijk Fransen - genationaliseerd. De Marokkaanse wijnmarkt valt tegenwoordig onder het beheer van het Office Marocain de Commercialisation et d’Exportation, dat in Casablanca is gevestigd.

Over het geheel genomen zijn de rode Marokkaanse wijnen koppig maar grof, evenals de Algerijnse en Tunesische. Ze komen voor bijna de helft uit RabatRharb, Casablanca, Fez, Oudjda en Marrakech. Men kweekt er vooral druiverassen met een hoog rendement zoals de Cinsault, Carignane, Grenache en Alicante-Bouschet (rode wijnen). De eerste 2 zijn de beste en produceren ook een rosé die in zijn jonge jaren heel plezierig kan zijn en misschien wel de populairste wijn van het land is. Voor de witte wijnen worden het meest gebruikt de Clairette, Maccabeo, Ximenez, Plant X en Grenache. Traditiegetrouw worden er ook nog soorten uit vroeger tijden gekweekt, maar deze produceren voornamelijk tafeldruiven, ofschoon de witte Rafsaï uit het Rifgebergte tegenwoordig ook voor de wijn wordt gebruikt. Helaas waren de wijnstokken uit die oude wijngaarden niet bestand tegen de phylloxera, die in het noorden van het land dan ook flink tekeer is gegaan.

De andere oude wijngaarden die tafeldruiven produceren liggen op de berghellingen in het noorden (Zerhoun) en in het zuiden (Atlas). Al deze percelen, die aan kleine wijnboeren behoren, worden door de phylloxera in hun bestaan bedreigd. De moderne wijngaarden die met geïmporteerde wijnstokken zijn beplant liggen allemaal in de vlakke gebieden zoals Meknès-Fez, OudjdaTaza en Rabat-Casablanca. Men doet hier aan intensieve bebouwing, waarbij de tractor de lastdieren heeft vervangen. In het noordwesten maakt men de Muscat de Berkane evenals de beste rosé, welke te vergelijken is met die uit het westen van Algerije. Het in het centrum gelegen Taza produceert rode wijn die zeer geschikt is voor versnijdingen.

Rond de stad Fez vindt men rode wijnen, rosé en strokleurige witte. Het Meknès-gebied levert het grootste deel van de Marokkaanse rode wijn: een volle wijn met een mooie kleur en een heel eigen smaak. De Daïet- (of Roumi)wijngaard op de heuvelhellingen ten oosten van Rabat produceert ook rode wijnen. Ten noorden van deze streek, rond Sidi-Slimane, is de voornaamste wijn de Dar Bel Hamri, een rijk gekleurde rode. Helaas krijgen de wijnen uit de streek rond Casablanca niet de tijd om tot volle rijpheid te komen omdat ze te snel worden gedronken. Zelfs de beste Marokkaanse wijnen laten nog veel te wensen over.

De rosé uit deze streek lijkt op de → Pelure d’oignon. De oude wijngaarden van El-Djadida en Demnate, ten zuiden van Casablanca, produceren een droge, fruitige ‘vin gris’ die als een Marokkaanse specialiteit wordt beschouwd.

< >