Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Elzas

betekenis & definitie

Franse Rijnwijn. Oost-Frankrijk

De wijnroute begint bij Thann, vlak bij de Zwitserse grens, en loopt langs de oostelijke hellingen van de Vogezen, het donkere sparrenwoud tussen Frankrijk en Duitsland, noordwaarts richting Marlenheim bij Straatsburg.

Dit wijngebied, officieel verdeeld in Boven-Rijn en Neder-Rijn, is een van de aantrekkelijkste van Frankrijk. In het zuidelijk gedeelte vindt men evenveel wijngaarden als boomgaarden, en deze boomgaarden produceren voor een deel het fruit dat is bestemd voor de heerlijke eaux-de-vie: kirsch, fraise, framboise en poire. Hoewel de persen en bereidingsmethodes in deze streek uiterst modern zijn heerst er een vredig landelijke sfeer; de tractoren kruipen langzaam naar de oogstplaats en de dorpen met hun schilderachtige, met hout gedecoreerde huizen, ooievaarsnesten en balkons vol bloemen lijken zo uit een Duits sprookje te komen.

Het wijngebied strekt zich uit over een afstand van meer dan 120 km tussen de Rijn en de bergen van het zuidelijke Thann (Boven-Rijn) tot het noordelijke Marlenheim (Neder-Rijn). Het beslaat een oppervlak van meer dan 12 000 ha dat is verdeeld in talrijke, vaak kleine wijngoederen die door zo’n 10 000 wijnbouwers met hun gezinnen worden beheerd. In de Elzas is in tegenstelling tot de meeste andere Franse wijnbouwdistricten sprake van een generieke Appellation, dat wil zeggen dat de herkomstbenaming heel algemeen is gehouden: Appellation d’Alsace. Daarentegen vervullen de diverse druiverassen hier juist een zeer vooraanstaande rol in de benaming van de wijnen. De naam van de wijn is in belangrijke mate bepaald door het verwerkte druiveras: Riesling, Sylvaner, Pinot blanc, Gewürztraminer, Muscat en Pinot gris zijn de belangrijkste voor de witte wijnen van de streek. Maar er is rode en rosèwijn van de Pinot noir.

Wijngaardnamen waren tot voor enkele jaren in de Elzas niet van groot belang. Maar sinds eind 1983 is er een nieuwe Appellation, namelijk de Appellation Alsace Grand Cru, waaronder tot nu toe 25 met naam genoemde wijngaarden vallen. Enkele belangrijke zijn: Schlossberg bij Kaysersberg, Rangen bij Thann, Brand bij Turckheim, Kirchberg bij Ribeauvillé en Altenberg bij Bergheim.

Geschiedenis van de Elzasser wijn

Reeds voor de Romeinse overheersing kende de Elzas de druiventeelt en werd er wijn gemaakt. De Rijn is een bevaarbare waterweg; in de middeleeuwen stuurden de Elzassers hun wijn naar Keulen, vanwaar hij zijn weg vond naar Scandinavië en Engeland. De Elzas heette toen Aussay - een woord waarvan de officiële schrijfwijze niet vaststond en Shakespeare spreekt van wijnen uit de Osoy.

De Dertigjarige Oorlog maakte een eind aan de druiventeelt en de handel, en drukte zijn stempel op een van de eerste recessies van de wijnindustrie in het Rijnland. Frankrijk nam deel aan de derde fase van de oorlog tegen de Duitse keizer en de zuidelijke vorstendommen van het keizerrijk. Bij de Vrede van Westfalen (1648) wisten de Fransen de soevereiniteit te verkrijgen over de landgraafschappen van de Opper- en de Neder-Elzas, alsmede het bestuur over 10 keizersteden in deze provincie.

In de 18de eeuw waren de Elzasser wijnen zeer in de mode in Oostenrijk en Zwitserland. De kwaliteitscontrole - die lijkt op die van de huidige Franse wetgeving, ofschoon nog in primitieve vorm - was reeds van kracht en de ‘magistrats de la vigne’ - voorlopers van de inspecteurs van het huidige INAO en wijnmakelaars die in de Elzas ‘gourmets’ werden genoemd - hielden streng toezicht op alle zendingen. Plaats van herkomst van de wijn, produktieomstandigheden enz., alles moest worden vermeld op een document dat de goederen vergezelde. De wet verbood bovendien het planten van een naar verhouding groter aantal wijnstokken van minder goede kwaliteit - maar met een grotere opbrengst - dan van de nobele.

De Franse Revolutie wierp het hele stelsel van het grootgrondbezit omver, wat leidde tot de verkaveling van de wijngaarden in kleine kavels. In 1870 gedijden de wijnstokken in de Elzas echter voorspoedig en steeg de populariteit van de wijnen die bekend waren onder de naam Elzasser wijn of Franse Rijnwijn. Maar in datzelfde jaar brak de oorlog uit tussen Frankrijk en Duitsland, en in 1871 werd de Elzas Duits grondgebied. Om hun eigen Rijnwijn te beschermen verboden de Duitsers de Elzassers om deze merknaam voor hun wijnen te gebruiken, en sinds die tijd heten zij Elzasser wijnen. Om economische redenen moedigden de Duitsers de wijnboeren aan om goedkope wijn te produceren. De kwaliteit ging derhalve achteruit en was het laagst in 1918, toen de Elzas door de Fransen werd bevrijd.

De teruggave van de Elzas aan Frankrijk betekende een ramp voor de wijnmarkt in dat gebied, alsof de bevrijding een giftig geschenk was voor de wijnboeren in deze provincie. In Duitsland, waar de Moezelwijnen wel lekker maar schaars zijn, was veel vraag naar de goedkope Elzasser wijnen. Maar aangezien Frankrijk de grootste producent ter wereld is van alle soorten wijnen, van de allergrootste tot de allersimpelste, was er voor de Elzasser wijnen geen plaats meer op de markt.

De Elzasser wijnboeren gingen echter moedig aan de slag, en met succes. Ze deden hun uiterste best om opnieuw wijnen te maken van een zo hoog mogelijke kwaliteit, wat vandaag de dag nog steeds gebeurt. Want ondanks de enorme verscheidenheid en de overvloed aan wijnen die het produceert, heeft Frankrijk nergens zulke van nature rijk begaafde wijnen als die van de Rijn. Licht en aangenaam, veeleer bestemd om te worden gedronken dan met aandacht te worden geproefd, hervonden zij al gauw hun plaats op de Franse markt.

In de jaren 1944-1945 beleefde de Elzas een nieuwe tragedie; de laatste veldslagen van de oorlog lieten een spoor van verwoestingen na. De reiziger die vandaag de dag uit Lotharingen komt en door het vredige heuvellandschap tussen de 2 provincies rijdt zal zich niet kunnen voorstellen hoe kaal de wijnstokken en hoe verwoest de wijngaarden waren. Nog minder zal hij daar een vermoeden van kunnen krijgen bij aankomst in Obey, in het dal waar men hem zal onthalen op een overheerlijk maal van ganzeleverpastei, forel, worstjes, ham en slagroom. Slechts enkele heuvels scheiden hem nog van de wijngaarden; eerst dan zal hij kunnen zien hoezeer de Elzas heeft geleden. Maar de bevolking heeft vol energie de huizen en kelders herbouwd en weer wijnstokken geplant. Direct na de oorlog is de handel weer opgebloeid.

De Elzasser wijnen bezetten een vaste plaats op de wereldmarkt. Elk jaar wordt er zo’n 100 000 hl naar het buitenland geëxporteerd; de voornaamste kopers zijn - in dalende volgorde - Duitsland, Nederland, België en Luxemburg, Engeland. De Verenigde Staten hebben de Elzasser wijnen nog niet zo ontdekt. De EG neemt driekwart van de voor export bestemde wijn af.

Ondanks de bewogen geschiedenis van de wijngaarden vertoont die van de wijnboeren een grote continuïteit; de firma’s die vandaag de dag het meest bekend zijn worden door dezelfde families geleid die 400 jaar geleden in dezelfde dorpen al wijn maakten. Alleen brengen ze tegenwoordig niet alleen hun eigen wijn op de markt, maar ook die van kleine wijnboeren uit de omgeving. Een Elzasser wijngaard produceert wijnen van verschillend karakter en kwaliteit: Riesling, een Riesling Cuvée Réserve of Personelle en misschien zelfs een Riesling Vendanges Tardives. Zo spelen de grote producenten, die tevens handelaar zijn, een grote rol in de Elzasser wijnhandel; zij produceren niet alleen grands vim, maar slaan ook verschillende rassen op met de bedoeling ze te mengen om karakteristieke wijnen te verkrijgen. Enkele jaren geleden is er een nieuwe branche aan de handel toegevoegd: die van de coöperaties. Na de Tweede Wereldoorlog besloten een paar kleine wijnbouwers hun krachten te bundelen om sneller hun wijngaarden te kunnen herstellen en hun welvaart te herkrijgen. Verenigd in de Union Vinicole pour la Diffiision des Vins d’Alsace beheersen deze coöperaties tegenwoordig 30% van de markt.

Deze coöperaties, die op voet van gelijkheid omgaan met oude wijnhuizen als Hugel, Dopff et Irion, Beyer, wier superioriteit ze bepaald niet ontkennen, dragen het hunne bij tot de stabilisering van de prijzen en de ontwikkeling van de markt op grote schaal.

In de kelders van de grote familiefirma’s zijn enorme houten vaten te zien, waarin wapenschilden met meerminnen en dolfijnen zijn gegraveerd. Ze worden nog altijd gebruikt, hoewel de wijn tegenwoordig voor een deel wordt opgeslagen in grote betonnen containers met een binnenkant van glas. Om hem zijn frisheid te laten behouden wordt de wijn zoveel mogelijk met rust gelaten en slechts eenmaal afgetapt, in de loop van de januarimaand die volgt op de oogst. Vervolgens wordt hij gefilterd en gebotteld wanneer hij ongeveer 7 tot 12 maanden oud is. De meeste Elzasser wijnen kunnen al meteen worden gedronken maar van enkele jaren op fles worden ze alleen maar beter. Sommige later geoogste wijnen (late oogst oftewel vendange tardive) hebben zelfs een langere tijd nodig dan normaal.

Wijnen en wijngaardnamen

Alle Franse wijnen vermelden op het etiket hun plaats van herkomst, waar de koper goed op dient te lenen. Voor de Elzasser wijnen geldt een aparte regeling.

Als de bodem goed is heeft de wijnbouwer er alle belang bij om een zo goed mogelijke wijn te produceren. De wet op de Appellation Contrôlée, gebaseerd op de toestand van de wijngaard, dus op de eigenschappen van de grond en het klimaat, garandeert de kwaliteit van de wijn. Hoe hoger de kwaliteit van de wijn, des te meer verdient hij een ‘appellation’ en een hogere prijs.

De Elzas was het enige belangrijke Franse wijngebied waar het systeem van de Appellation Contrôlée niet werd gebruikt. Tot voor kort antwoordde men u desgevraagd dat in deze Franse provincie slechts het druiveras van belang was en dat het Statuut van 2 november 1945 de wijncontrole regelde, en wel als volgt: De benamingen ‘Grand Vin’ en ‘Grand Cru’, die een superieure kwaliteit aangeven, mogen slechts worden gebruikt voor wijnen die van een nobel ras zijn gemaakt en een alcoholgehalte hebben van minstens 11°. Wanneer deze wijnen op fles worden verkocht is dat alleen toegestaan in het type dat bekend is onder de naam Elzasser wijnfles.

De Elzasser wijnboeren vonden deze bepaling onrechtvaardig, want niet alleen werden zij ertoe verplicht slechts dat type fles te gebruiken, maar hun concurrenten uit andere gebieden werden er geenszins door weerhouden hun wijnen in hetzelfde soort flessen te verkopen. Er werd dan ook hevig geprotesteerd en met succes, want het decreet van 21 mei 1955 maakte een eind aan deze onrechtvaardigheid. Door dit decreet kregen de Elzasser wijnen nagenoeg het alleenrecht op de typische lange, slanke flessen.

In november 1945 werd het Comité Régional d’Experts de Vins in het leven geroepen dat toezicht moet houden op de kwaliteitswijnen. Deze commissie, waarvan de 27 leden door de minister van Landbouw worden aangesteld, bestaat uit 18 wijnbouwers en/of handelaren en 9 technische of administratieve adviseurs. De commissie bepaalt de afmetingen van de wijngaarden die wijnen produceren met het predikaat Appellation d’Origine Vins d’Alsace, en voorts van welke rassen deze wijnen mogen worden gemaakt. Het is voor een groot deel aan deze commissie te danken dat voor sommige druiven de methode van de late oogst werd ingevoerd, die vollere en duurzamere wijnen oplevert, en dat de kwaliteit en de zuiverheid van de gebruikte soorten in 1962 werden gehonoreerd met het predikaat AOC (Appellation d’Origine Contrôlée) Vins d’Alsace. De wetten van de AOC zijn strenger dan die van 1945. Deze vorm van controle houdt in dat, naast andere normen betreffende het maximum alcoholgehalte en de minimum afmetingen van een wijngaard, alleen de wijnen die van bepaalde druiverassen zijn gemaakt zich Vins d’Alsace mogen noemen. Daar komt nog bij dat alle Aoc-wijnen, volgens een wettelijke bepaling die dateert uit 1972, moeten worden gebotteld in de streek waar ze vandaan komen, d.w.z. in de departementen Boven-Rijn (HautRhin) en Neder-Rijn (Bas-Rhin).

In 1963 werd het Comité Interprofessionel du Vin d’Alsace opgericht, een semiopenbaar lichaam dat zich ten doel stelde de wijnbouwers technische en praktische assistentie te verlenen, hen in contact te brengen met de handelaren en de public relations met de klanten te bevorderen. Dit comité wordt gesteund door de experimenten van het Institut Viticole Oberlin, dat in 1893 te Colmar werd gesticht.

Een andere commissie - of liever een oude broederschap met rode capes en zwarte, driekante steken - oefent door middel van opzettelijk rituele regels een weldoende controle uit op de grootste wijnen van de Elzas. Deze Confrérie Saint-Etienne, gesticht in de 14de eeuw in Ammerschwihr was oorspronkelijk bekend onder de naam Herrenstubengesellschaft (het gilde der gemeenteraden), en werd opgericht door lokale magistraten en hun vrienden die elk jaar uit hun midden een grootmeester benoemden. De grootmeester organiseerde de proeverijen tijdens welke men nieuwe wijnen keurde, alsook het jaarlijks diner van de broederschap, wier patroonheilige vreemd genoeg Saint Diacre heet. Na een tijdelijke verdwijning van de Elzasser wijncultuur in de crisisjaren dook de broederschap in 1947 weer op als Grand Concile pour la Région des Vins d’Alsace. Haar raison d’être is het organiseren van proeverijen waar de beste wijnen van de laatste oogst worden gekeurd en geklasseerd. Een dozijn flessen van de allerbeste grands crus wordt voor de collectie als standaardmonster opzij gelegd en dient tot voorbeeld voor de leden-wijnbouwers.

De flessen met de hoogste kwalificaties krijgen het zegel van de broederschap dat er met een gouden lintje wordt aangebonden. Een dergelijke fles noemt men een bouteille sigillee. Tijdens de jaarlijkse Foire aux Vins de Colmar kiest de broederschap (na een blinde proeverij) nieuwe kandidaten om plaats te nemen in haar gelederen. Oudere leden ontvangen tijdens de Foire buitenlandse bezoekers om de diverse geëxposeerde wijnen te proeven.

Beroemde wijnsteden in de Elzas

De wijngaarden liggen in een lange strook die van noord naar zuid loopt, langs de oostkant van de Vogezen waar de bergketen de Rijnvlakte raakt. De belangrijkste zones liggen tussen Riquewihr en Ribeauvillé, en rond de dorpen Barr (in het noorden) en Guebwiller (in het zuiden). De meeste mensen die door de Elzas reizen nemen de prachtige Route du Vin. Met Straatsburg als vertrekpunt kunnen ze zo’n 50 tot 100 gemeenten zien waar men wijnen met de Appellation Vins d’Alsace maakt. Een bezoek aan Colmar is zeker de moeite waard; de stad heeft nog zijn oude straatjes met prachtige huizen, alsook het buitengewoon mooie altaarstuk van Isenheim, in de 16de eeuw vervaardigd door de schilder Matthias Grünewald. Dit stuk bevindt zich in een museum dat vroeger een klooster was.

Bovendien heeft in Colmar elk jaar de grote Foire aux Vins plaats. Er bestaat een heel bijzondere band tussen de stad Colmar en de Verenigde Staten: Bartholdi, de beeldhouwer die de Lion de Belfort in Colmar heeft gemaakt, is ook de schepper van het Vrijheidsbeeld geweest. Voorts is het vlakke gedeelte van dit gebied een belangrijk landbouwcentrum: men verbouwt er de kool waarmee het befaamdste gerecht uit de Elzas wordt bereid, de zuurkool, waar het lokale bier trouwens veel beter bij smaakt dan wijn.

Obernai

Dit stadje in de Neder-Rijn, in de beschutting van de Mont Saint-Odile met zijn fonteinen, beelden van de heilige Odile en charmant marktplein, vormt slechts een voorproefje van al het heerlijks dat de bezoeker langs de Route du Vin te wachten staat.

Barr

Dit plaatsje, diep in het dal aan de voet van de hoogste toppen van de Vogezen gelegen, is een gezellig stadje met een heel mooi gemeentehuis. Men maakt hier vooral Sylvaner, maar ook een goede Riesling.

Bergheim

De Traminer, en met name de Kanzlerberg van Bergheim, is een van de meest befaamde wijnen. Bergheim is een charmant dorpje, helemaal omgeven door muren met een prachtige, uit de 13de eeuw daterende gebeeldhouwde poort. Het centrum van de stad wordt gevormd door een schaduwrijk plein met aan de ene kant een mooi gemeentehuis en aan de andere kant de parochiekerk, waarvan een der torens la Tour des Sorcières wordt genoemd, omdat in de 16de eeuw vermeende heksen hier werden berecht.

Ribeauvillé

Ribeauvillé is een van de belangrijkste wijnproducerende gemeenten. Hoog op de heuvels kijken 3 kastelen neer op het stadje dat de traditionele doedelzak in ere heeft gehouden. Vroeger weerklonk jaarlijks tijdens hun festival het eentonige geluid van de doedelzakspelers in de oude, bochtige straatjes van Ribeauvillé. De doedelzakspelers zijn er niet meer, maar de Elzasser wijnen nog wel.

Riquewihr

Omgeven door een stadsmuur en gespaard door de oorlogen is Riquewihr de mooiste wijnstad van Frankrijk, met uitzondering van Saint-Emilion en eventueel Sancerre. Langs met ronde keien geplaveide straten staan 16de en 17de eeuwse huizen met hoge, kleurige uithangborden en vensters vol bloembakken. Overal zijn fonteinen. Een terras van een oude herberg, helemaal begroeid met wijnranken, is de beste plaats om te genieten van een frisse, groengouden Elzasser wijn in een glas met lange, groene voet. Hier vindt men veel Riesling, Gewürztraminer, Muscat en Pinot. De kalkachtige grond is uitstekend geschikt voor de Riesling, die er een zeer fijn bouquet door krijgt. De beste hellingen zijn Sporen en Schoenenberg.

Kaysersberg

Wijn proeven in een kelder als die van Salzmann in Kaysersberg is een van de meest romantische ervaringen die een wijnliefhebber zich kan indenken.

Het Gotische karakter van de binnenplaats is nog helemaal intact, een kostbaar overblijfsel uit de middeleeuwen. Het plein wordt overschaduwd door de ruïne van een oud kasteel dat zich verheft aan de overkant boven de rivier die door het stadje loopt. Dr. Albert Schweitzer werd hier geboren.

Ammerschzvihr

De wijngaarden die dit dorp omgeven lopen door tot aan de Vogezen. Hier en daar zien we er torens, vestingmuren en oude slotgrachten. Het stadje zelf is uiterst schoon, modem en helemaal nieuw, want het oude Ammerschwihr werd door de bombardementen van december 1944 en januari 1945 volkomen met de grond gelijk gemaakt. Het nieuwe Ammerschwihr fiinctioneert als een goed geoliede machine. Het restaurant van monsieur Gaertner, ‘Aux Armes de France’ is een der beste streekrestaurants van heel Frankrijk. Vol trots serveert men hier ganzeleverpastei en zuurkool met wijnen uit de herrezen wijngaarden van Ammerschwihr, waarvan de Kaefferkopf waarschijnlijk de befaamdste is. Het aloude Herrenstubengesellschaft is ook hier tot Confrérie de Saint-Etienne geworden.

Turckheim

Turckheim, gelegen ten noorden van Colmar, is een schilderachtig plaatsje met zijn oude stadsmuur en 3 grote poorten. Brand is zijn belangrijkste wijngaard.

Eguisheim

Een oud stadje dat in een cirkel is gebouwd. Bij een bezoek aan Beyer, een oud wijnhuis waar de kennis van de wijnen al sinds de 16de eeuw van vader op zoon overgaat - wat in de Elzas geen uitzondering is - wordt u een stuk Kougelhopf aangeboden, de traditionele Elzasser cake, met een glas kruidige Gewürztraminer en een klein glaasje Pinot noir, een wat rozige, lokale wijn, niet zo belangrijk maar wel heel lekker als men hem in het juiste decor drinkt.

Guebwiller

De inwoners van dit dorp maken zeer goede wijnen, vooral Riesling. Hun wijnstokken staan op terrassen aan de noord- en zuidkant van het stadje. Ze groeien zo hoog, en op zulke steile hellingen, dat tractoren het hele jaar druk bezig zijn de grond terug te brengen die telkens wegglijdt. De beste wijngaard is ongetwijfeld Wannen.

De druiverassen

Riesling en Gewürztraminer (of Traminer) zijn de fijnste wijnen, waarvan de Riesling zonder enige twijfel de kroon spant. De liefhebbers van Elzasser wijnen, die zelf niet uit de Elzas komen, zijn het hier niet over eens, maar niemand die enig verstand heeft van wijnen zou de Riesling de eerste plaats kunnen weigeren. De Elzassers zelf zeggen dat de Gewürztraminer de keizer is en Riesling de koning.

Van de doorsnee wijnen, die in grote hoeveelheden worden geproduceerd, moeten de Chasselas en de Knipperlé nog worden genoemd.

Gewürztraminer

In wezen is de Gewürztraminer met zijn kruidige (Gewürz)smaak een variant van de Traminer. Men heeft bepaald dat alleen de term Gewürztraminer wordt gebruikt, en dat de wijnstok een speciaal uitgezocht ras van de oude Traminersoorten is. Deze wijn wordt gemaakt van een kleine, roodachtige druif met een muskaatsmaak en is over het algemeen vrij droog, al kan hij in heel goede jaren licht zoet zijn. Voor een Elzasser heeft hij een vrij hoog alcoholgehalte, soms zelfs dicht bij de 14°. Er blijft een rest onvergiste suiker in de wijn achter die in zoverre van de Riesling verschilt dat hij er een licht aroma van viooltjes of rozen aan overhoudt, terwijl dat bij de Riesling, die van een zelfde rijpe druif wordt gemaakt, een vage muskaatsmaak is. Het ontbreekt deze wijn aan de klasse, de distinctie en de stalen hardheid die de zeer fijne Riesling eigen is.

Zijn uitgesproken geur en smaak zijn voor sommige mensen te weinig subtiel. Van alle Franse witte wijnen heeft de Gewürztraminer de meest karakteristieke smaak. Het is op één na de meest geplante druif in de Elzas en nieuwe aanplant is door de INAO verboden. Mits van goede kwaliteit is het een heerlijk fruitige wijn, die uitstekend samengaat met kaas en zoete gerechten die een uitgesproken smaak hebben.

Riesling

Dit is de druivesoort waarmee de grote Duitse Rijn- en Moezelwijnen worden gemaakt. De Elzasser Riesling gaat voortreffelijk samen met oesters, vis, schaalen schelpdieren, kaas en niet te vergeten de Elzasser zuurkool. Hoewel minder vol dan de Tokay en minder karakteristiek dan de Traminer heeft hij beslist meer klasse dan die 2. Het is een droge, frisse en fruitige wijn die de hoogste toppen van de elegantie kan bereiken. De wijnstok gedijt het best op een overwegend kalkachtige grond. De belangrijkste hellingen van de Riesling liggen rond Riquewihr, Zellenberg, Ribeauvillé en Dambach.

Tokay d’Alsace of Pinot gris

Volgens velen komt deze wijn in kwaliteit direct na de Riesling en de Traminer. Het is een zeer volle wijn die beter wordt op fles, ongeacht of hij droog is of licht zoet. Volgens een bestaande theorie zou deze wijn Tokay zijn genoemd omdat de wijnstokken 400 jaar geleden uit Tokaj in Hongarije zouden zijn geïmporteerd. Een ander verband is er niet, want de echte Hongaarse Tokaj wordt gemaakt van het Furmintras. Door sommige mensen wordt dan ook kritiek geuit op deze benaming, die eigenlijk foutief is. De Dictionnaire du Vin vermeldt slechts dat de naam Tokay gewoonlijk wordt gebruikt voor Elzasser wijnen die van de Pinot gris worden gemaakt. Hij wordt doorgaans geserveerd bij ganzelever en vlees.

Muscat d’Alsace

Een zeer droge, fruitige muskaatwijn die vaak een fijn bouquet bezit. Dit is een andere oude soort en in de Elzas een heel populair aperitief.

Sylvaner

Deze wijn zit wat kwaliteit betreft tussen de doorsnee wijnen (bijv. de Chasselas) en de fijne wijnen in. Een aangename, lichte wijn die uitstekend geschikt is voor snelle lunches. Is soms licht prikkelend, wat heel verfrissend kan zijn, of vertoont een ‘pointe de fraïcheur’ die te vergelijken is met de in de Rheinpfalz geproduceerde Sylvaner van dezelfde klasse. Hij kan het beste jong worden gedronken, en kan onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op de titel Grand Vin.

Pinot blanc

Hoewel deze wijn over het algemeen voller is dan de Sylvaner, waar hij wel een beetje op lijkt, hoort hij eigenlijk niet thuis onder de fijne wijnen, al heeft hij wanneer hij op zijn best is een mooi evenwicht en een delicaat bouquet. Soms is hij licht prikkelend. Wordt geserveerd bij ganzelever en vlees.

Chasselas

Dit zijn meestal karafwijnen, licht en aangenaam met het gemiddelde alcoholgehalte van een Elzasser wijn, 9° a 10°. Hij wordt zelden gebotteld en nauwelijks of helemaal niet geëxporteerd. De Chasselas diende in het verleden vaak voor een groot deel als basiswijn van talrijke handelshuizen. Nu loopt het beplante areaal met Chasselas zeer snel terug. In de totale Elzas is nog nauwelijks 400 ha met dit druiveras te vinden.

Knipperlé

Nog een doorsnee Elzasser, maar niet zo goed als de Chasselas.

Zwicker

Dit is geen druivesoort maar de vermelding, op het etiket van een fles, van een versnijding van een nobel ras met een doorsnee. Komt als zodanig niet meer voor.

Edelzwicker

Versnijding van uitsluitend nobele rassen.

Pinot noir

Als zodanig bekend in de Elzas zelf, als de Elzasser roséwijn die wordt gemaakt van de Pinot noir, in de 3 of 4 gemeenten in de hele Elzas die echte rosé produceren. In Lotharingen maakt men aanzienlijke hoeveelheden rosé, onder de verzamelnaam vin gris.

Eauz-de-vie

De Elzasser eaux-de-vie, die van verschillende vruchten worden gemaakt, zijn bekend onder de naam alcools blancs, omdat ze niet op fust maar in aardewerk vaten ouder worden. In het gebied tussen de Vogezen en de Rijn wisselen wijngaarden en boomgaarden elkaar af. Het wemelt er van de pruimebomen, vooral kwetsen. In de bossen groeien volop aardbeien, frambozen en hulst, zelfs tot op grote hoogte.

Kirsch

De belangrijkste van alle eaux-de-vie. Zoals de Duitse benaming al aangeeft wordt hij gemaakt van gedistilleerde kersen, de pitten inbegrepen. Voor ongeveer 11 flessen alcohol van 50° is meer dan 30 kg fruit nodig. Ongeveer halverwege de hellingen van de Vogezen groeit de wilde kers, waarvan de vruchten de beste Kirsch geven. De bekendste zijn die van Trois-Epis, vlak boven Ammerschwihr, Haut-Koenigsbourg en Sainte-Odile.

Fraise

Deze eau-de-vie wordt gemaakt van gedistilleerde wilde en kweekaardbeien. De echte Eau-de-vie de fraise is bijzonder lekker, maar ook erg duur.

Framboise

Deze eau-de-vie wordt niet op dezelfde manier gemaakt als de andere. Wanneer hij namelijk uitsluitend en direct van frambozen zou worden gemaakt zou hij zo’n geconcentreerde smaak hebben, dat hij zo goed als ondrinkbaar zou zijn. En aangezien er voor het maken van een liter Eau-de-vie de framboise van een voldoende alcoholgehalte ongeveer 30 kg frambozen nodig is, zal het duidelijk zijn dat de produktiekosten zeer hoog zijn, en de prijs ook. Deze eau-de-vie wordt gemaakt door de vruchten in neutrale alcohol te laten weken zonder dat er lucht bij kan komen. Het aldus verkregen vocht wordt vervolgens gedistilleerd tot de eigenlijke eau-de-vie. Deze methode maakt het mogelijk om mét slechts 4 a 5 kg fruit een liter eau-de-vie met het gewenste alcoholgehalte te maken.

Mirabelle

Wordt gemaakt van grote gele pruimen, vooral in Lotharingen.

MIRABELLE DE LORRAINE

Quetsche

Een veel voorkomende eau-de-vie die wordt gemaakt van grote blauwe pruimen. De Elzas heeft enorm veel van deze pruimebomen.

Houx

Dit uitzonderlijke drankje, dat hoog in de bergen boven Ammerschwihr wordt gestookt, is een van de zeldzaamste en duurste ter wereld. Jaarüjks worden er in de Elzas nog geen 500 flessen van geproduceerd. Men laat hulstbessen met suiker gisten, waarna het aldus verkregen vocht wordt gedistilleerd.

Enzian

Deze eau-de-vie wordt gemaakt door de verbazend lange wortels van de gele gentiaan te stoken.

Reine-Claude

Dit pruimeras, genoemd naar de dochter van Lodewijk XII, wordt maar heel zelden gedistilleerd, maar geeft een eau-devie met een bouquet dat bijna bedwelmend is.

In de Elzas worden nog talrijke andere eaux-de-vie gemaakt van abrikozen, perziken, de lijsterbes en de meelbes (alisier), blauwe bosbessen en bramen.