Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Boek

betekenis & definitie

De boeken der ouden waren rollen; want de minder of meer breede strooken van perkament, dierhuiden, lijnwaad, waarop meerdere kolommen (of stukken bij Jer. 36 : 23) naast elkander stonden, werden aan beide einden op twee ronde stokken opgerold (Jes. 34:4; Openb. 6 : 14) en bij het lezen afgerold (2 Kon. 19: 14; Luk. 4 : 17) — vandaar boekrol, megillah (Ps. 40 : 8; Jer. 36 : 14 v.v.. Zach. 5:1; Ezech. 2 : 9).

Op de laatste plaats wordt als iets ongewoons opgemerkt, dat de rol ook van buiten beschreven was. Ten tijde van Christus reeds, evenals ook nog heden ten dage, werden de Heilige Schriften in de synagogen op zulke rollen geschreven, bewaard (Luc. 4 :17, 20).

In verderen zin heet iedere schriftelijke oorkonde op steen, palmbladeren, bast en het uit de Egyptische papyrusstruik vervaardigde papier, een boek, bijv. een geslachtsregister (Gen. 5 : 1), een rechtsoorkonde (1 Sam. 10 : 25), kroniekopteekeningen (Exod. 17 : 14; Num. 21 : 14; Job 19 : 23; jes. 30 : 8: Jer. 30 : 2; 36 : 2; Openb. 1 : 11), inzonderheid echter de schriftelijke opteekening van de Mozaïsche wet (Deut. 28 : 58, 61; : 21; 30 : 10; 31 : 24; Joz. 1 : 8; 8 : 34), welke ook het boek (Neh. 8 : 5; Jes. 29 : 18; Hebr. 9 : 19) of de boekrol (Ps. 40 : 8) bij uitnemendheid heet; verder ook het boek des Verbonds (Exod. 24 : 7 ; 2 Kon. 23 : 21; Sir. 34 : 32), boek des Heeren (Jes. 34 : 16) genoemd. Het boek des Oprechten (Joz. 10 : 13; 2 Sam. 1:18) zijn opteekeningen van gezangen ter eere der helden van Israël.

Het boek van de Oorlogen des Heeren (Num. 21 : 14) is een schriftelijk gedenkteeken van de strijden, die het volk Israëls van zijn uittocht uit Egypte af aan gevoerd hebben ; hoe ver het zich uitstrekt is onbekend. In beeldspraak worden de raadsbesluiten „Gods boek” genoemd (Ps. 139 : 16) en in beeldspraak door Johannes om hun verborgenheid als een verzegeld boek voorgesteld (Openb. 5 : 1 v.v.).

Zegels dienden dikwijls om de boeken goed te sluiten en hun inhoud verborgen te houden (Jes. 29 : 11; Dan. 12 : 4; Openb. 5 : 1 v.v.). Men sloeg een band eenige malen om de rol heen, legde zegelaarde op den knoop en drukte er het zegel op. „Boek des levens” is uitdrukking voor het besluit der verkiezing, waarin de Heere de tot het leven uitverkorenen als op een boek opgeteekend heeft, volgens een reeds in het Oude Testament voorkomend beeld (Exod. 32 : 33 v.v.; Ps. 69 : 29; Dan. 12 : 1; Fil. 4 : 3; vgl.

Luk. 10 : 20; Openb. 3 : 5; 20 : 12; 22 : 19); ook het levende boek des lams (Openb. 13 : 8; 17 : 8; 21 : 27). Naast het boek des levens noemt de Openbaring „boeken, waaruit de dooden geoordeeld worden naar hun werken” (Openb. 20 : 12; vgl.

Dan. 7 : 10) — een zinnebeeldige uitdrukking daarvoor, dat in Gods alomvattende gedachtenis, (gedenkboek, Mal. 3 : 16), alle werken, woorden en gedachten der menschen bewaard worden tot op den dag des oordeels (Matth. 16 : 27; 12 : 36; 1 Cor. 4 : 5).