Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Profeet

betekenis & definitie

Profeet, man die spreekt in opdracht van God; (fig.) man die namens een bepaalde persoon, richting of groep spreekt.

Profetes, vrouwelijke profeet.

Valse profeet, profeet die (ook zonder dat te weten) niet verkondigt wat God wil; iemand die een persoon, richting of groep niet correct vertegenwoordigt.

Een profeet is een man die bekendmaakt wat de wil van God is. Hij spreekt in opdracht van God over zaken die in heden, verleden en toekomst liggen en is dus niet alleen maar een voorzegger van zaken die in de toekomst liggen. Een paar oudtestamentische profeten zijn Elia, Elisa, Samuël en Jesaja. Er waren ook profetessen, zoals Debora. Niet iedereen die voorgaf een profeet te zijn, was dat ook. Zie bijvoorbeeld Deuteronomium 18:22, ‘als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt’ (NBV). Ook nu spreekt men dan nog van een valse profeet.

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 8503-6. Ende al tfolc van ysrahel. / Wisten des die wareit wel. / Dat samuel met groter eeren. / Warech prophete was ons heren. (En het gehele volk van Israël wist toen zeker, dat Samuël zeer eervol een waarachtige profeet van Onze Heer was.)

Gebruiksvoorbeeld: En johan janssens blijft gelijk tippetotje verbijsterd zitten, en vergeet het papier voor te lezen, dat hij in de radio heeft voorgelezen: de Dichter een wegwijzer en een profeet voor zijn tijdgenoten. (L.P. Boon, De Kapellekensbaan/Zomer te Termuren, 1980 (1953/1956), p. 123)

Gebruiksvoorbeeld: Nog één woord, sprak de schout zonder mij aan te zien. Wees voorzichtig met nieuwe profeten. Zij zijn fanatiek en beloven een hemel op aarde. Geloof daar niet in. (J. Mens, De witte vrouw, 1987 (1952), p. 223)

Gebruiksvoorbeeld: Dat groepje ontleent zijn inspiratie aan Meir Kahane, de profeet van extreem-rechts in Israël. (De Standaard, nov. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: Koningin Beatrix gaf, zonder zich als een profetes op te werpen, in haar kerstrede terecht een bovennationaal antwoord, want de problemen zijn niet in eigen land op te lossen. (NRC, jan. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: ‘Luister niet naar de woorden van deze valse profeet. Is hij een volger van de gouden vrouwe, een ware volger? Een broeder? Nee! Hij heeft nooit gezucht onder het juk van de Massussiërs! Zijn huis was altijd warm, zijn maag gevuld! Is hij een broeder zoals jullie en ik?’ In de gemeente klonk ontsteld gemompel. (J. Boekestein, Schaduwstrijd. De kronieken van de magiër, 1997, p. 183)

Weerprofeet, iemand die het weer voorspelt.

Ongeluksprofeet, iemand die onheil voorzegt (en andere samenstellingen met -profeet)

Profeteren, voorzeggen, voorspellen.

Profetie, voorzegging, voorspelling.

Profetisch, voorspellend.

Profeten van nu kunnen namens allerlei andere personen, richtingen of groepen spreken. Vaak wordt hun karakter of hun specialisme aangegeven door toevoeging van een zelfstandig naamwoord voor het woord profeet. Zo hebben we onder meer aangetroffen een donderprofeet, (on)heilsprofeet, mediaprofeet, milieuprofeet, ongeluksprofeet, onzinprofeet, en weerprofeet. De betekenis van profeet in deze samenstellingen is niet steeds hetzelfde; bij de weerprofeet denkt men aan de voorzeggende kant van het profetenschap, terwijl bij de ongeluksprofeet bovendien iets wordt gezegd over de (aard van de) boodschap. De afleidingen profeteren, profetisch en profetie worden ook nog steeds gebruikt voor wereldlijke doeleinden.

Gebruiksvoorbeeld: Het weer is prachtig en we hopen dat het zo nog een paar dagen aanhoudt. Ik wil geen ongeluksprofeet zijn, dus zeg ik er maar niks meer over. (Meppeler Courant, juni 1995)

Gebruiksvoorbeeld: De onzinprofeet: wiezois assus quikema maases. Maar hij was ook de tedere zanger van hymnen, romancen en balladen. Lucebert was er ineens, als een verschijning [...] (NRC, mei 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Nu bleef er nog een profetie en een cryptische omschrijving over die allebei zouden uitkomen op de dag van de geboorte. (A. Benali, Bruiloft aan zee, 1998 (1996), p. 135)

Gebruiksvoorbeeld: In deze profetische tekst [uit 1839, over de toekomst van de verhouding tussen het Westen en Rusland] zie ik elementen die wel degelijk onze westerse samenleving schijnen te gaan kenmerken. (Luns: ‘Ik herinner mij ...’, 1971, p. 225)

Een broodetende profeet, een profeet die brood eet, een profeet die onbetrouwbare uitspraken doet.

Een broodetende profeet is een profeet (in religieuze en niet-religieuze betekenis) die al dan niet opzettelijk verkeerde uitspraken doet, die zijn roeping verzaakt omwille van inkomsten. Dit gaat mogelijk terug op bijbelplaatsen als Amos 7:12, ‘Vervolgens zeide Amasja tot Amos: Ziener! ga heen, vlucht naar het land van Juda; eet daar brood, en profeteer daar’ (NBG-vertaling; de NBV heeft ‘verdien’ in plaats van ‘eet’).

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Amos 7:12. Ende Amasias heeft geseit tot Amos Wat siet ghy, gaet ende vliet int lant van Juda, ende eedt daer broot, ende propheteert daer.

Gebruiksvoorbeeld: Dat Duitsland ondanks een voorspelde kleine economische groei (0,5 procent) in 1994 werkelijk zijn recessieve toestand zal verlaten, zoals politieke profeten die brood eten zeggen, mag dan ook worden betwijfeld. (NRC, jan. 1994)

Een profeet wordt niet geëerd in zijn eigen land, iemands kwaliteiten worden niet gewaardeerd in zijn eigen omgeving, hoewel zij duidelijk zijn voor ‘buitenstaanders’.

In Lucas 4:24 lezen we de volgende woorden van Jezus: ‘Luister, ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad’ (NBV). Uitspraken die hierop zijn gebaseerd, worden nog steeds, ook in niet-religieuze zin, gebruikt.Van iemand die men zijn leven lang al kent, gelooft men niet snel dat hij of zij iets heel bijzonders is -- dat is wat een profeet wordt niet geëerd in zijn eigen land kan zeggen. Een beknopter voorbeeld vinden we in de volgende aanhaling: ‘Niemand is profeet in eigen land, moet de heer Wöltgens hebben gedacht’ (Liberaal Reveil, 1994, nr. 1). In België spreekt men wel van een sant in eigen land: ‘“Ik wist niet dat Traen boeken schreef. Heb jij ooit iets van hem gelezen?” “Ik denk het niet.” “Dan zal hij wel niet bekend zijn.” “Niemand is sant in eigen land.”’ (P. Aspe, Onder valse vlag, 2002, p. 27).

Bijbelcitaat: Luikse Diatessaron (1291-1300), p. 94, 24-25. Ouer waer seggic v dat en gheen prophete en es gheert in sinen lande. (Statenvertaling (1637): aengenaem i.p.v. gheert.)

Gebruiksvoorbeeld: een profeet wordt niet geëerd in zijn eigen land. Het gerucht echter dat dat was omdat hij op zondag had gefietst, wordt ontkend; hij fietste altijd op zondag en werd in zijn woonplaats toch wel geëerd. (K. van Zomeren, 1946, verkenning van een geboortejaar, 1999, p. 170)