Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Boze

betekenis & definitie

Uit den boze, verkeerd, slecht.

In het Nieuwe Testament van de Statenvertaling komt een enkele maal de kwalificatie uit den boze voor. De NBG-vertaling geeft in 1 Johannes 3:12 eveneens deze uitdrukking: ‘Niet gelijk Kaïn: hij was uit de boze en vermoordde zijn broeder.’ Het is echter de verbogen vorm van de Statenvertaling die in het Nederlands vaste voet aan de grond heeft gekregen, waarbij de letterlijke betekenis ‘uit de duivel (geboren)’ geheel verbleekt is. De NBV heeft boze niet meer als zelfstandig naamwoord.

Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), Matteus 5:37. Maer laet zijn uw’ woort ja, ja: neen, neen: wat boven desen is, dat is uyt den boosen.

Gebruiksvoorbeeld: De gezamenlijke bankiers blijven op het standpunt dat loterijen uit den boze zijn. (NRC, nov. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: In orthodox-calvinistische kringen is zo’n wereldse voordracht uit den boze. (J. Goedegebuure, De Schrift herschreven. De bijbel in de moderne literatuur, (1993), p. 7)